De mooiste en zeker ook de meest geruststellende opmerking van Dat kun je wel zien dat is hij, een nieuw boek met herinneringen van Herman van Veen, staat op de ongenummerde pagina aan het eind van de uitgave: ‘Wordt vervolgd.’ Nee, Van Veen is nog niet klaar. (meer…)
Kinderspelletjes, melancholie, liedjes van toen en van later en uit zijn jeugd: de nieuwste show van Herman van Veen grijpt terug op zijn recente cd Kersvers. Maar ook gaan we opnieuw met hem mee naar Rozegeur maneschijn en Liefde van later.
Met het openingslied Hier is het geweest zetten Van Veen en zijn groep muzikanten meteen de toon: de huizen van vroeger zijn als in de ‘bonte was gekrompen’ en waar ‘vroeger je konijnenhok stond, staat voor je het weet een seniorenflat’. Naar de vorm is Van Veens optreden een gezongen tijdreis door zijn verleden. Van Veen spreekt over zichzelf als ‘Herman’ die van de juffrouw een liedje mag zingen, en er het liefst nog een wil.
Het is Utrecht, 1955. Hij draagt een felrood overhemd met open manchetten, het grijze haar wuivend. Hij is nog altijd de clown die hij vanaf het begin, sinds de jaren zestig en zeventig, al was. Rondrennend over het podium, zigzaggend tussen zijn bandleden door, nu eens tapdansend, dan luchtfietsend. Tussen de liedjes een korte sketch in een mengeling van soms wat knersende beeldspraak en metaforen uit het woordenboek van toen, gelardeerd met een randje esoterie.
De melancholische ondertoon van zijn optreden krijgt geleidelijk een beklemmende dimensie. Het is niet zomaar heimwee naar vroeger, met een meezinger als Marina die door de zaal gretig wordt begroet. Opvallend in het eerste deel is de vleugel die, hel uitgelicht, slechts een keer bespeeld wordt, door Van Veen zelf. Hij houdt een korte conference over een man die je alleen nog maar in je dromen kunt ontmoeten. Pas in het deel na de pauze krijgt deze man naam en gezicht: het is Erik van der Wurff, die Van Veen 52-jaar begeleidde en onlangs is overleden. Samen vertolkten ze vele keren Liefde van later en ja, daar klinkt het lied opnieuw, nu zonder Van der Wurff aan de toetsen. Van Veen heeft het er zichtbaar moeilijk mee. Aan de kracht en de gloed is niets ingeboet. Het blijft een indrukwekkend lied.
De cd Kersvers kreeg lovende recensies en werd ‘een van de meest relevante popalbums van het jaar genoemd’ (NRC Handelsblad) en ‘een nieuw geluid in zijn omvangrijke oeuvre’ (de Volkskrant). Dat is niet gering. Een van de redenen van de lof schuilt in de band en de producent die Van Veen om zich heen heeft verzameld. Violiste Jannemien Cnossen brengt een prachtige klank van de Balkan binnen, met swingende zigeunerklanken. Van Veen, de violist, sluit zich dicht bij haar aan en samen spelen ze meeslepende duetten. Muzikant en producer Marnix Dorrestein zorgt voor heldere en krachtige beats. Edith Leerkes, met klassieke Spaanse gitaar, geeft aan het gloedvolle timbre van Van Veens stem prachtig tegenkleur.
De brug die de chansonnier tussen elk lied slaat in de vorm van een korte sketch is niet altijd overtuigend, en te nadrukkelijk terugverlangend naar de kindertijd. Als een van de muzikanten ‘Berend Botje ging uit varen’ reciteert, is dat wel heel naïef; ook konijn Snuffel komt voorbij met de kinderlijk-huiveringwekkende vraag: ‘Lig je in de sloot… ben je dood..?’ Lekker plat is de kampeerscène met elf familieleden in een tent. Dramaturgisch is het programma niet af. Tegen het slot gaat Van Veen af, loopt door de zaal, zwaait naar zijn publiek, komt weer op, zingt een toegift, gaat af, komt weer op enzovoort. Het publiek verdringt zich al bij de uitgang. Dat leidt tot onnodige verbrokkeling en verhindert dat het optreden een groots gebaar en een samenhangend geheel wordt.
Gelukkig geeft Van Veen tegen het einde een prachtige hommage aan de zaal van Carré, waar hij op 25 november voor de vijfhonderdste keer optreedt. Vrijplaats heet het nummer, dat hij brengt met krachtige stem waarin een chantante triomf klinkt: ‘Wat hier aan zwanen is gestorven / wat hier met houten zwaard / om dromen / uitgevochten werd.’ Het is een ode aan verbeelding, aan zinnebeeld van theater, aan een konijn dat een ‘goochelaar tovert’. In deze ‘zonderlinge zaal’ heet de horizon ‘balkon’. Dit hier is een hoogtepunt van het optreden, gloednieuw, krachtig. Een jubellied.
Foto: Casper van Aggelen
Helaas kan ik het enthousiasme van de recensent in het geheel niet delen. Ik vond de voorstelling van 4 december in Carré erg lijden onder een verregaand over de top zijnde Van Veen, die het in zijn nadagen kennelijk nodig heeft om zich te bedienen van allerlei vunzigheden en platheden. De begeleidende musici zijn excellent, vooral Edith Leerkes speelt prachtig gitaar, maar na een half uur kon ik mij niet onttrekken aan de gedachte, dat ik de gespeelde muziekstukken diezelfde avond al eerder had gehoord. Of in elk geval vele jaren eerder al bij Flairck, maar die band speelde niet zo oorverdovend hard, dat je er de volgende ochtend nog hoofdpijn van hebt. Samenvattend: Van Veen -ga heen!
Met de heer Rein Korthof ben ik het in grote lijnen eens.
Ook ik vond de muziek veel van het zelfde en inderdaad deed het mij ook aan Flairck denken. De musici om Herman van Veen heen namen het geregeld van hem over, net of het grapje niet helemaal je -van-het was en de muziek het ‘goed moest maken’.
Herman was jammer genoeg geregeld banaal en waarom moet hij de borsten van de violiste aanraken ? ik vond dit niet kunnen…
Toch blijft hij een jongensachtige man die een prachtige stem heeft.
Ik ben in november naar HvV in Carre geweest. We hebben genoten van zijn optreden en waren (vooral) verrast door zijn (nieuwe) muzikanten. Natuurlijk was niet alles perfect, hij is vooral geen cabaretier.
We vonden het zo leuk dat wij deze maand ook naar HvV in Luxor zijn geweest. Iets aangepaste setlist, maar nog steeds goed.
Zo zie je dat smaken of ervaringen kunnen verschillen, dat moet ook kunnen. Sterker: in november gaan we hen weer zien, in Den Haag!
Nergens ter wereld bestaat er een mens die Herman van Veen beter vindt dan Herman van Veen zelf.
Advies, neem 5 jaar vakantie Heer van Veen. Want uw uiterste houdbaarheidsdatum is al meer dan 5 jaar overschreden.
Ben sedert 1965 overtuigd “van Veenist”. Ging op 5 juni j.l. naar thuiswedstrijd in de schouwburg Utrecht> Viel mij niet mee! Wat een klereherrie. Hierdoor vaak onverstaanbaar. Het mag allemaal wat ingetogener hoor! Tijd voor een sabbatical of in de arm nemen van een goede regisseur, daar worden de voorstelling en dus ook je trouwe publiek alleen maar beter van. xxx