Herman van Veen bereikt dit jaar de respectabele leeftijd van 75 jaar, en dat viert hij in het theater. Met een schoenlepel hier en een steunkous daar speelt ouderdom een vrolijke rol in 75 ‘Dat kun je wel zien dat is hij’. Maar 75 jaar Herman van Veen valt ook samen met 75 jaar bevrijding, en in bezinnende momenten blikt hij terug op de twee oorlogen waartussen hij is opgegroeid: de Tweede Wereldoorlog en de Koude Oorlog.

De laatste jaren speelt Herman van Veen geen theatervoorstellingen meer, maar eerder theaterconcerten. Met een vaste groep musici op snaren en percussie voert hij prachtige muzikale stukken op, oude hits en nieuwe liedjes. Tussendoor vertelt hij korte anekdotes en efficiënte mopjes, of voert hij clowneske scènes op, al dan niet met hulp van zijn ensemble. En alles met die typische strak geregisseerde clowneske theatraliteit en zwierige energie.

Van Veen hoeft zich niet meer te vernieuwen: er is genoeg publiek voor wat hij maakt. Maar in de nieuwe show leent hij opvallend veel materiaal uit het programma dat hij in 2017 speelde in Carré. Wel het leukste of meest virtuoze materiaal – zoals een grapje over de planten in de wachtkamer bij de huisarts, een grappige piano-improvisatie of zijn imitatie van een opera – dus het hindert niet. Maar het voelt wel opvallend veel als een zoek-de-verschillen-plaatje met zijn vorige show.

Die verschillen zijn er wel, en zitten in de thematische keuze voor liedjes als ‘Mazzel, wat moet je zonder mazzel’ – over alle ouderdomsklachten die hij gelukkig níet heeft. In anekdotes over zijn ouders, hun kast met een geheim fotoalbum uit ’40-’45, of over de instructies ‘wat te doen in het geval van een atoominslag’ die hij kreeg tijdens zijn studie. En allerlei kinderliedjes, die je binnen een paar seconden terugvoeren naar je eigen kindertijd, zodat je steeds heen en weer wordt gegooid tussen nu en toen.

De kalme, schone klanken van de klassieke gitaren van Kees Dijkstra en Edith Leerkes volgen op opzwepende melodieën van de violen van Van Veen en Jannemien Cnossen, en de lieflijke melodieën van harpiste Wieke Garcia. Er is geen valse noot bij. Wie genegen is weg te dromen op de kabbelende klanken wordt bij de les gehouden door een plotse stemverheffing of kreet van Van Veen. Of door een flitsende versie van ‘Kom van dat dak af’, die smaakt naar meer, maar helaas alleen bij het refrein blijft.

De titel suggereert dan wel dat de 75 jaar hem aan te zien zijn, Van Veen holt nog behoorlijk behendig over het podium, en zijn stem klinkt krachtig door de microfoon. Van ouderdom is geen spoor te bekennen.

Foto: Pim Ras