Veel nieuwe theaterwerkers zien theaterscholen nog als te witte instituten, die voor queerstudenten of studenten van kleur eenzaam kunnen voelen. Pogingen om daarin iets te veranderen leveren vaak frustratie op. Dat bleek tijdens een eerste gespreksavond van het Ensemble Nieuwe Theaterwerkers (ENT), op 6 november in de Utrechtse Paardenkathedraal. 

ENT is een nieuw netwerk van theaterstudenten en pas-afgestudeerden dat de onderlinge verbondenheid wil vergroten, onder meer door het organiseren van Talks. In hun eerste Talk bespraken ze onder de titel ‘From Head to Toe // From Toe to Head’ het thema Diversiteit & Inclusie op de Nederlandse theaterscholen.

Moderator Danny Soekarnsingh, programmamedewerker bij Expertise Centrum Diversiteitsbeleid ECHO, leidde het gesprek dat uit twee delen bestond. Bij hem aan tafel schoven eerst theaterstudenten vanuit het hele land (de ‘Toes’) aan, daarna gevolgd door opleidingshoofden en bestuursleden van verschillende theaterscholen (de ‘Heads’). Aan het begin van de avond legde Soekarnsingh uit dat het de bedoeling was ‘dat er een gesprek plaatsvindt – geen debat – dat draait om delen, luisteren, herkennen en helpen’.

From Toe 
Als de zogenoemde Toes schuiven Ebony Wilson (Acteursopleiding Toneelacademie Maastricht), Jasmine van Putten (docent Theater ArtEZ Zwolle), Hamza Othman (Acteursopleiding Toneelacademie Maastricht), Tiffany Vicario (Muziektheater ArtEZ Arnhem), Floor van der Jeugd (Acteursopleiding HKU) en Toni Blackwell (alumnus Docent Theater AHK) aan.

Soekarnsingh vraagt hen naar Lived experiences: hebben de studenten weleens iets meegemaakt op school binnen het thema? Ieders antwoord: ja. Alle Nieuwe Theaterwerkers aan tafel herkennen zich in het beeld dat theaterscholen witte instituten zijn en dat het voor queerstudenten of studenten van kleur eenzaam kan voelen. Pogingen om daarin iets te veranderen leveren vaak frustratie op. Er wordt volgens de studenten vaak veel gepraat, maar weinig gehandeld.

Desondanks wijzen de studenten ook op verbeteringen. Zo is er in Amsterdam een gebedsruimte gekomen na een vraag vanuit studenten en worden er mondjesmaat aanpassingen gedaan aan de curricula. De theatergeschiedenis die Maarten van Hinte doceert aan de AHK-opleiding Docent Theater, waarin zowel Picasso als Kanye West worden gekoppeld aan het theater van hier en nu, wordt als lichtend voorbeeld genoemd.

Een gevoel dat overheerst is dat juist de mensen die zouden moeten aanschuiven bij dit soort gesprekken, het moeilijkst te betrekken zijn. En dát op een theaterschool, van wie veel mensen juist de verwachting hadden dat er een inclusief klimaat zou heersen. Moderator Soekarnsingh benadrukt daarbij dat het niet gemakkelijk is om verandering teweeg te brengen. Het vergt moed om je uit te spreken. ‘Het is hard werken. Dat kan niet iedereen.’ Hij vraagt prompt een applaus voor de Nieuwe Theaterwerkers, die hij bestempelt tot de ‘CvB van de future’.

Op de vraag naar wat inspirerende stappen zijn, waar we een voorbeeld aan moeten nemen richting een nieuwe Gouden Standaard, noemen de Nieuwe Theaterwerkers onder meer Anne+, streetcasting, Alida Dors, de hedendaagse Marokkaanse rolmodellen in de film en de samenwerking tussen YMP en het Philharmonisch orkest. Het gaat om het kruisen van low en high art: het gaat om een kruising of the people! Er klinkt hoop aan tafel en de Nieuwe Theaterwerkers kijken ook naar elkaar. ‘Wij zijn de nieuwe Gouden Standaard!’

Uit hun verhalen weerklinkt visie. Soekarnsingh vat het gesprek samen met de termen representatie, zichtbaarheid, herkenbaarheid en mentorschap. Het zijn elementen waarop de jonge makers met z’n allen kunnen bouwen. Deze lived experiences kunnen een voedingsbodem vormen voor beter beleid. Vanuit het publiek volgen nog een paar vragen voor de Nieuwe Theaterwerkers, waaruit interessante, soms hoopvolle gesprekken ontstaan, die worden voortgezet in de pauze.

To Head 
Na de pauze schuiven de zogenaamde heads aan: Rob Ligthert (directeur Toneelacademie Maastricht), Joost Horward (hoofd Regie Toneelacademie Maastricht), Maritska Witte (directeur ArtEZ Academie voor Theater & Dans), Corina Lok (hoofd Theaterdocent Verkort AHK), Anthony Heidweiller (directeur AHK Academie voor Theater & Dans) en Ronen Abas (docent Theatre in Education HKU). Zij vinden elkaar in het beeld dat er genavigeerd moet worden tussen kunst en bureaucratie. De één zit al jaren op zijn positie en de ander nog maar net, maar het contact met de student is voor iedereen een thema.

Af en toe vliegt er beleidsjargon over tafel, wat dit communicatieprobleem perfect illustreert. Er wordt op een ander niveau over het thema gepraat dan bij de Toes. Het wordt deze avond duidelijk dat iedereen vanuit een eigen perspectief over diversiteit en inclusie praat, alhoewel er in docententeams vaak dezelfde problemen zijn: er zijn veel te weinig docenten met een migratieachtergrond op de theaterscholen. Eén Head zegt het zo: ‘We hadden een veenbrand over het hoofd gezien. En die is niet te blussen met alleen maar goede intenties.’

Na een vraag naar concrete voorbeelden van institutionele missers rondom diversiteit en inclusie, ontstaat een ongemakkelijk gesprek. Niemand wil tot in detail treden. Al snel gaat het over het verschil tussen quick fixes en duurzaamheid in beleid. Met snelle oplossingen voor concrete problemen los je uiteindelijk niets op, maar als je het schoolbeleid alleen voor de lange termijn schrijft, zijn de huidige studenten de dupe. Misschien moeten we af van het Eurocentrische idee dat we altijd op zoek moeten naar antwoorden en oplossingen? Volgens ENT moet het discours anders: gewoon praten en luisteren naar elkaar.

Samen naar de toekomst
Aan het einde van de avond merkt iemand uit het publiek op dat het bij de jonge studenten en makers veel ging over radicale actie en bij de Heads meer over duurzaamheid en kleine stappen. Ik denk dat dit de centrale vraag van de avond is. Hoe ontmoeten deze twee elkaar? Mijn antwoord: misschien wel in de fysieke ontmoeting, zoals hier, vanavond in de Paardenkathedraal. Wellicht is er hoop te putten uit de motivatie van studenten en de bereidheid van scholen om daar écht naar te luisteren. Het oncomfortabele gesprek is een begin. De kwetsbaarheid is vruchtbaar. Zoals moderator Soekarnsingh zegt: ‘Pas later kan je denken aan de bloemen die hieruit groeien, aan hoe ze ruiken.’