De provincies besteden in 2015 gemiddeld veertig procent minder aan kunsten dan in 2011. Door de forse bezuinigingen blijft er nog 81 miljoen voor de kunsten over. Dit blijkt uit onderzoek van adviesbureau Berenschot, dat op verzoek van de Boekmanstichting de begrotingen van provincies voor cultuur heeft onderzocht.

Van het totale budget voor cultuur (kunsten, erfgoed en letteren samen) is in 2015 nog 254 miljoen euro per jaar over. In 2011 was dat nog 328 miljoen euro. Op de kunsten wordt het hardst bezuinigd, terwijl erfgoed wordt ontzien, toont het onderzoek. Dit brengt de culturele infrastructuur en cultuureducatie in een aantal provincies in gevaar, meldt Bastiaan Vinkenburg, sectorleider Kunst & Cultuur bij Berenschot. ‘Het is de vraag of in provincies met dergelijke kortingen de infrastructuur voor de kunsten en bibliotheken kan blijven voortbestaan.’

De continuïteit van het programma Cultuureducatie met Kwaliteit, gericht op cultuuronderwijs in het primair onderwijs, kan in gevaar komen door het wegvallen van de provinciale bijdrage, waarschuwt Vinkenburg. Ook de matching van gemeenten kan wegvallen, waardoor de bezuiniging mogelijk nog groter uitvalt.

De bezuinigingen op kunsten verschillen sterk per provincie. Zo verhogen Friesland, Gelderland en Zeeland het kunstenbudget, terwijl andere provincies minder dan een kwart van het budget overhouden: Overijssel behoudt 18 procent, Zuid-Holland 21 procent, Utrecht 23 procent. Noord-Holland houdt 31 procent over.

Provincies kiezen steeds vaker voor incidentele investeringen in de vorm van impulsgelden, in plaats van voor structurele subsidiëring. De begrotingen voor 2017 zijn nog niet allemaal bekend, maar de dalende lijn in de structurele bestedingen lijkt zich te vervolgen, aldus Berenschot.

Gemiddeld besteden provincies vanaf 2015 nog maar 15 euro per inwoner aan cultuur (kunsten, erfgoed en letteren samen). Ter vergelijking: het rijk besteedt sinds de bezuinigingen nog 45 euro per inwoner en gemeenten blijven gemiddeld de grootste financier met 105 euro per inwoner.

Ook hier zijn de verschillen tussen provincies groot: Friesland, Drenthe, Zeeland en Limburg besteden meer dan 30 euro per inwoner, Noord- en Zuid-Holland slechts 6 euro per inwoner. In Noord- en Zuid-Holland hebben de gemeenten en het rijk een veel groter aandeel in de cultuurfinanciering dan bij andere provincies.

Foto Provinciehuis Overijssel: Shireen Krus