Ondanks de wat regenachtige dagen blijft de avond van de Boslab-premières droog, al wil het lauwe zonnetje van einde dag zich niet meer laten zien. De ‘Route Groen’ van het theaterfestival voor een nieuwe generatie op locatie kent drie poëtische werken. Bescheiden knagen ze aan de beleving van tijd en ruimte. Een buizerd en het mechanische geluid van helikopters figureren in goede en kwade zin.

Crisis of comfort van Gaja Caruso en Rosie Reith. Foto Sjoerd Derine

We beginnen met Crisis of Comfort aan het einde van een grasveld, tegen de bosrand. Op een object, dat oogt als een hoge witte troon, zit een vrouw. Wezenloos staart ze voor zich uit. Hoog op de tribune heb ik helaas geen goed zicht op alles wat zich fronttoneel afspeelt, maar vermoedelijk is een tweede vrouw uit de lange witte sluier gekropen die voor het object ligt uitgespreid. Tussen de twee vrouwen, gekleed in tweekleurige avondjapon met daaronder een passende satijnen broek, ontstaat een bewegingsspel waarin het object van positie verandert en uiteindelijk transformeert tot een levensgroot zacht bed.

Na een beeldende scène met de sprei, volgt een meer formeel-technisch bewegingsspel, waarin de danseressen en makers Gaja Caruso en Rosie Reith (beiden gelieerd aan Club Guy and Roni) een gevecht leveren met de levensgrote matras die elke beweging vertraagt. De subtiel opgebouwde soundscape van Rik van den Heuvel, tilt het werk op. Met variaties op ‘ruis’ bouwt hij aan een contrasterend landschap, dat niet alleen de ruimte opentrekt maar ook de wat voorspelbare choreografie vleugels geeft.

Pas aan het einde doorbreken de twee de veiligheid van elkaars nabijheid en krijgt ook het landschap om de matras zijn functie binnen het bewegingsspel. Al verlangen we naar de symbiose, uiteindelijk bevredigt deze niet lijken Caruso en Reith te willen vertellen. Een mooi debuut.

God is een parkiet van Reinout Bongers. Foto Sjoerd Derine

Scheerde er in Crisis of Comfort een buizerd door de lucht, het werk van regisseur Reinout Bongers heeft minder geluk. De première van God is een parkiet wordt geteisterd door het geluid van traumahelikopters en politiesirenes. Op de snelweg verderop is blijkbaar een ongeluk gebeurd. Bongers plaatst zijn spelers aan de rand van het water op een pad met bijzondere bomen. Tussen die bomen kraait zo nu en dan een vrouw, Mae Rovers, in merkwaardig donkerroze tenue. Zichtbaar – maar niet prominent aanwezig in haar neutrale zwarte kleding – beweegt dwarsfluitiste Ivet Serra I Aynó zich op de ‘set’, waar enkele bomen weelderig zijn opgetuigd met zwarte vogels.

Onze aandacht is vooral gericht op het derde personage, gespeeld door Valentijn de Jonge, dat vrij onverwachts tevoorschijn komt en pogingen doet om te sterven. Terwijl hij kinderliedjes zingt, knalt hij clownesk tegen de bomen. Maar al heeft God is een parkiet alle ingrediënten voor een hilarische clownsshow, op een paar kreten na blijft het spel van de acteurs redelijk ingehouden. Fysiek is het wel, net als Bongers’ Molière-bewerking vorig jaar. De inbreng van live-muziek dwingt dit keer vooral muzikale coherentie af. Daar valt nog wat te halen in het, even lichte als duistere, sprookje dat hij creëert. Maar omstandigheden werkten bepaald niet mee.

Bizon Bango van BAMBAMBAM. Foto Sjoerd Derine

In een andere hoek van het bos laat het nieuwe collectief BAMBAMBAM vooral een hoofdrol aan licht en omgeving. Met countrymuziek worden we ontvangen. Op de grond zitten een man en vrouw naast elkaar met de rug naar ons toe. Schuin tegenover hen is een enorme, afgezaagde boomstronk warm uitgelicht. Als de man via een pad de bossen inloopt en de vrouw hem achternagaat ontstaat een fysiek spel tussen de twee, dat zich ondanks herhalingen organisch ontwikkelt.

Hoe concreet de situatie van de break-up ook, Bizon Bango duidt niets nadrukkelijk. De prachtige dieptes die het bos biedt krijgen alle ruimte, net als het lichtplan dat het werkelijk licht mengt met kunstmatige ingrepen. Dit is Boslab op zijn best. Het spel van Merette van Hijfte en Niels van Heijningen, die samen met schrijver en dramaturg Tine Tabak het collectief vormen, is intens en fysiek, maar dient in zijn eenvoud ook de omgeving waardoor we als publiek een zekere tijdloosheid ervaren. Hoe eindig je zo’n intense ervaring waar de natuur geen black-out biedt; het lijkt nog de grootste uitdaging van deze bijzondere en sobere mimografie.

Foto boven: Sjoerd Derine –  God is een parkiet van Reinout Bongers