De stem in de koptelefoon geeft opdracht oogcontact te maken, om me heen te spieden naar voorbijgangers die zich verdacht gedragen en vooral om te kijken naar de winkelstraat zoals ik dat nooit eerder deed: aandachtig, secuur. Maar de winkelstraat is zo goed als uitgestorven en eerlijk gezegd maak ik met niemand graag contact.

Het festival Karavaan dat zich afspeelt in en rond Alkmaar biedt met de Nieuwe Makers Route kans kennis te maken met jonge theatermakers. Gewapend met een koptelefoon en een nauwelijks bedienbaar mp3-spelertje maken we een ‘ervaringstheatertocht’ door de stad, Better Safe Than Sorry van Merel Smitt. Het gaat over veiligheid en of we gewelddadige aanslagen kunnen zien aankomen. De stem, die zich uit in nogal wazig proza begeleid door liftmuziek, stuurt erop aan dat we ons bewust zijn van de gevaren van de stad. Wij, de burgers, moeten leren kritisch om ons heen te kijken. Dit heet voorzorgcultuur.

De geluidswandelkunst is uitgevonden door Cilia Erens van Tender in de jaren tachtig. Echt verrassend of oorspronkelijk is Better Safe Than Sorry niet. Smitt is geen nieuwe weg ingeslagen. De geluidswandelaars staan verloren in de straat en tussen de deelnemers en de omgeving gebeurt hoegenaamd niets. We kijken naar etalages, we lopen over een gracht waar mensen aan veiligheidszaken doen, er spreekt een makelaar tot ons en uiteindelijk blijken we onderdeel van een onderzoek naar meer veiligheid en naar strengere straffen. Ervaringstheater, om dat lelijke woord te gebruiken, is in dit opzicht te gemakzuchtig. Eigenlijk is het een futloze kunstvorm, want er is op geen enkele manier moeite gedaan tot een diepere ervaring dan wat ronddwalen.

Een echte ervaring is daarentegen de explosie van hoogstaande dans in Oogst door choreograaf Jan Taks op muziek van Florian Richter. De laatste liet zich inspireren door Le Sacre du Printemps (1913) van Stravinsky voor een indringende performance voor negen jonge dansers. Oogst speelt zich af in een ondergrondse parkeergarage, met betonstof op de vloer en schitterend uitgelicht. In de openingsscène rennen de dansers kriskras door elkaar, daarna vormen ze een hechte groep. Tot slot is er een danseres die geofferd wordt, dat wil zeggen: buiten de kleine gemeenschap valt. Het talent, de energie van de makers en de choreografische patronen zijn weergaloos. De toeschouwers zitten terzijde in witte fauteuils, ze doen niet mee zoals in Better Safe Than Sorry, maar na afloop heb je het idee dat jij daar zelf gedanst hebt.

Vanuit de binnenstad via de parkeergarage leidt de derde ontmoeting van de kunstroute naar de voorstelling Avé door Anne Roos Rosa de Carvalho. We gaan de achteringang binnen van de voormalige bioscoop de Harmonie op het festivalhart, het Doelenveld. Het is aardedonker en geleidelijk ontwaren we een enorme ravage van aan de kant gegooide bioscoopzetels. Dan spreekt een vrouw tot ons, zij is de laatste vrouw uit 2090, ze is geland op aarde en weet niet waar ze is. Actrice Rosa de Carvalho draagt een wit ruimtepak. Daarna neemt ze ons mee door de vroegere zalen, die een mooie sfeer van melancholie oproepen, en verhaalt ze over ingewikkelde zaken als moleculaire deeltjes. Natuurkunde en theater komen op verrassende wijze samen.

De Carvalho acteert op bijzondere wijze de verlorenheid en eenzaamheid van de mens. In prachtige projecties door Daan Hazendonk en met muziek van Fedde ten Berge ondergaat de toeschouwer de oneindigheid van het universum en de nietigheid van de mens daarin. Ook het besef dat dit historisch erfgoed is, draagt bij tot een bijzondere voorstelling. De Carvalho en Jan Taks zijn makers die het ideaal vervullen: ze zijn én oorspronkelijk én ze stellen hoge eisen aan zichzelf. Daarvan is de toeschouwer getuige.

Foto: Avé door Anne Roos Rosa de Carvalho – Emil de Jong