Het Nationale Theater onderzoekt makerschap als basishouding binnen het onderwijs, waarbij het eigen creërend vermogen – zelf ervaren, nadenken en vormgeven – centraal staat. In Maak!een groot makersevenement in oktober, worden zeshonderd docenten, beleidsmakers, theatermakers en leerlingen begeleid door veertig professionals uit het (kunst-) onderwijs in een onderzoek naar hun eigen makerschap. Dit past in de visie van HNT, dat ervaring en beleving van het theater de toeschouwers verrijkt.

Het werken vanuit ‘makerschap’ is voor HNT een vertaling van de ‘Bildungsfilosofie’. Die bepleit een begeleide zelfvorming voor jongeren, waarin ze een eigen morele houding of levensstijl kunnen ontwikkelen. Het idee erachter is dat, behalve het verwerven van concrete kennis, het leren wie je bent en hoe je je verhoudt tot je omgeving essentiële onderdelen zijn in de ontplooiing van kinderen en jongeren. Volgens zakelijk coördinator educatie Leo Sterrenburg is de rol van Het Nationale Theater daarin helder: ‘Het theater laat je nadenken en reflecteren op wat je ziet, hierdoor worden andere luikjes opengezet.’

De bedoeling van dit laboratorium is niet een concreet plan of vak voor het onderwijs te ontwikkelen, maar de deelnemers te laten onderzoeken en ervaren welke denkverandering er volgens deze filosofie zou moeten plaatsvinden. ‘Na het evenement hebben we, hopelijk, zeshonderd ambassadeurs van het gedachtegoed’, verduidelijkt Sterrenburg. Of zoals het in het projectplan staat beschreven: ‘Wij willen door de volle keten heen, van jonge leerling tot professor en van conciërge tot schooldirecteur een beweging in gang zetten: het begin voor een nieuwe visie en basishouding in het onderwijs waarbij het makerschap de grondslag vormt voor een brede ontwikkeling, zowel individueel als voor het onderwijs in brede zin.’

Het project is tot stand gekomen door de regeling ‘Makersevenement voor het Onderwijs’, waarin het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap subsidie verstrekt aan initiatieven die leerlingen en professionals inspireren ‘om het maken toe te passen in het onderwijs.’ Deze subsidie was in eerste instantie gericht op de technologische kant van maken, legt Sterrenburg uit. ‘Maar wij denken dat hier nog een stap vóór komt, namelijk: wat heb je nodig? Daaruit komt creatie voort.’ De veertig professionals die het evenement begeleiden fungeren na het evenement als klankbord en kunnen later als trainer of adviseur voor het onderwijs inzetbaar zijn.