Gisteravond toonden de drie finalisten van het Leids Cabaret Festival een afwisselende combinatie van gedegen cabaretvormen. De muzikale optredens van Gavin Reijnders en Senne Guns legden het af tegen de veelzijdige comedy van Jasper van der Veen. Hij ontving in de Leidse Schouwburg zowel de jury- als de publieksprijs van de 41ste editie van het BNNVARA Leids Cabaret Festival. De nieuwe Studentenjuryprijs, een bedrag van duizend euro, ging naar halve finalist Vlamousse, bestaande uit Brigitte van Bakel en Maya van As.

De drie optredens zijn in het bijzonder afwisselend, omdat ze voortkomen uit verschillende levensfasen. Reijnders is een jonge student op zoek naar liefde, Van der Veen moet zijn eerste volwassen beslissingen nemen over huizen kopen en kinderen krijgen, en Guns probeert als kersverse vader zonder succes zijn dochters aan te kleden voor school en ziet de kringloop van het leven aan zich voorbijgaan. De jury merkt op dat er zoals altijd weinig engagement in de programma’s zit, en dat ze voornamelijk keuzestress uit de persoonlijke leefwereld behandelen.

Winnaar Jasper van der Veen is de tweede act, en met zijn opkomst verandert de aftastende sfeer die Reijnders nog niet helemaal van zich af weet te schudden. Van der Veen domineert het podium en gooit direct met drie komische voorbeelden de lijntjes uit voor zijn comedyprogramma, gecentreerd rond zijn generatie. Hij is een fysieke cabaretier, die de afwisseling zoekt met goede imitaties, en volgens de jury elke avond een ander programma kan spelen. Omdat hij boven zijn materiaal staat, heeft hij er ook geen moeite mee om de klimaatspijbelaars in zijn optreden te verwerken, met een overtuigende parallel tussen liggende pubers en het struisvogelgedrag van zijn generatie.

Alle lijntjes verbindt hij uiteindelijk in de behoeftepyramide van Maslow. De inzet van een wetenschappelijke theorie voelt een beetje afgekeken van het filosofische cabaret van Tim Fransen, maar hij weet er wel een interessante gedachtegang aan te plakken. De obsessie met gezond eten en mooie lichamen is wat Van der Veen betreft vluchtgedrag van onze maatschappelijke verantwoordelijkheid om het milieu te redden. Zo toont hij zich een opmerkzame en betrokken comedian, die wat de jury betreft nog een hele tijd mee kan.

Zijn grootste concurrent is de muzikale Senne Guns. Hij wordt in het juryrapport vergeleken met een jonge Herman Finkers of Robert Long. Dat komt door zijn snor, bruine krullen en wijd uitlopende pijpen, maar ook door zijn fraaie accent (Guns komt uit Gent). Als bonus blijkt hij professioneel pianist te zijn, en uitstekend te kunnen zingen terwijl hij Mozart speelt. Hij kan meeslepend vertellen, en blijkt ook een vrij ondeugende inslag te hebben. Met zijn bedaarde, ongevaarlijke uitstraling komt hij weg met de platste fantasieën over bijvoorbeeld ‘bewusteloze vrijdag’, een dag waarop niemand zich bewust is van gedragscodes. De meeste indruk maakt hij met zijn lieve slotnummer, een liefdesliedje met melancholische heimwee naar vroeger, waaruit blijkt dat hij ook zelf kan componeren.

De eenentwintigjarige Gavin Reijnders neemt de taak op zich de vrouwelijke energie in de finale te brengen. Hij schaart zich tussen de meiden, dweept met High School Musical en funnies in de hagelslag, schenkt zich een roseetje in en speelt op zijn gitaartje swingende popliedjes over knappe jongens. Hij neemt de heteroseksuele #nohomobrohug op de hak en staat op de bres voor homoseksuele romantiek in het openbaar met het wensliedje ‘Romantiek is voor hetero’s’. Een piepjong talent, dat lekker veel welverdiende meters mag maken in de finalistentour.

De vakjury bestond dit jaar uit Erik Vermeulen (redacteur theater bij DWDD), Lieke Jordens (programmeur Stadsschouwburg Nijmegen en Concertgebouw de Veereniging), Joy Kreiken (assistent programmeur Zwolse Theaters) en Steven Peters (dramaturg en voormalig programmeur Stadsschouwburg Utrecht). De studentenjury bestond uit vertegenwoordigers van L.S.V. Minerva, A.L.S.V. Quintus, L.V.V.S. Augustinus en SSR-Leiden.

Foto Jasper van der Veen: Martin Oudshoorn