De uitslagceremonie van de 43ste editie van het Leids Cabaret Festival leek op een modellesje van de cursus ‘Eerlijk zullen we alles delen’. Stefan Hendrikx ging naar huis met de juryprijs, terwijl Piet van Eeghen de favoriet was van het publiek en Celine Schrama de in 2019 ingestelde studentenprijs kreeg.

Het grootste deel van het publiek in de Leidse Schouwburg zal enigszins verbaasd hebben opgekeken toen Nina de la Croix als woordvoerder van de professionele jury Stefan Hendrikx tot winnaar van het festival uitriep. Niet dat Hendrikx niet grappig was (ofschoon de jurykwalificatie ‘retegrappig’ wel wat overdreven was), maar de titel ‘allround performer’ die de jury hem had meegegeven, gold toch waarschijnlijk meer voor Piet van Eeghen, die zowel een uitstekende conferencier als een begenadigd muzikant (piano en gitaar), componist en liedtekstdichter bleek te zijn. Maar lang zal er niet over getreurd zijn, want de finale had een behoorlijk hoog niveau en alle deelnemers konden met een prijs thuis komen.

Dat hoge niveau zou mede het gevolg kunnen zijn van een andere opzet van het festival, waartoe men had besloten om eventuele nieuwe theaterbeperkingen voor te zijn. Normaal gesproken gaan er acht deelnemers van alle aanmeldingen (dit jaar dertig) naar de voorronden. Dit jaar werden de vijf meest belovende deelnemers geselecteerd, die vanaf begin maart in wisselende samenstelling op tournee zijn gegaan. Afgelopen week vielen twee kandidaten in de halve finale in Leiden af. Met deze tournee voor de finale kopieert Leiden eigenlijk deels de opzet van het Amsterdams Kleinkunst Festival. Er zat dus al een hoop festivalpodiumervaring bij de spelers en dat betaalde zich op de finaleavond in Leiden uit, die met verve werd gepresenteerd door Martijn Koning.

Stefan Hendrikx, die in Venlo is geboren, was al behoorlijk gelouterd toen hij zich voor het Leids Cabaret Festival aanmeldde. In Den Bosch volgde hij de cabaretopleiding aan de Koningstheateracademie en haalde daarna ook het diploma van de toneelschool in Arnhem. Toch trok comedy hem meer dan toneel. Hij kwam terecht in het Comedyhuis in Utrecht, waar hij inmiddels al vier jaar op de planken staat.

De opkomst in Leiden van Hendrikx was overrompelend. Hij ging in discussie met de zaal over de tamelijk absurde vraag wie er als winnaar uit de strijd op leven en dood zou komen tussen een mens en een zwaan. En twee zwanen? Drie? Dertig? Het zwanengevecht keerde een aantal keren terug in de dertig minuten van Hendrikx en verloor op een gegeven moment wel de kracht van verrassing, maar veerde toch weer op toen hij er een filosofisch eind aan breide met de levensopdracht ‘bereidheid tonen.’

Het sterkste stuk van zijn optreden was ongetwijfeld een denkbeeldige monoloog waarin hij zijn vriendin wilde tonen dat hij wel degelijk een echte, stoere man was, die goed kan zweten, met gemak de remsporen uit de wc kan pissen en iets kan aansluiten zonder de gebruiksaanwijzing te lezen.

Celine Schrama verhuisde op haar achttiende van ‘het mooie, maar saaie Bergen in Noord Holland’ naar Amsterdam. Daar ging zij in de horeca werken (wat zij nog steeds doet) en werd daarnaast aangenomen op de BNNVARA Academy. Zij ging bij het radiostation FunX aan de slag als verslaggever en meldde zich bij comedyclub Toomler toen zij uit haar omgeving te horen kreeg dat ze grappig was.

Schrama is een vlotte vertelster, die haar programma als ‘Lesbisch voor beginners’ omschreef. Zij kwam pas op haar 27ste uit de kast, ofschoon ze als kleuter al viel op de knappe moeders van de andere kleuters. In een klein serieus tussendoortje betoogt ze dat het verhullende woord homofobie moet worden vervangen door homohaat. Verder was haar verhaal licht van toon dat als een ware stand-up comedy-act alle kanten op dwarrelde van de e-bike (‘Van A naar bijna dood’) tot de hypothetische situatie om het zaad van haar broer te gebruiken bij de bevruchting van haar vriendin: ‘Dit is je oom en je vader en daarom wonen we in Volendam.’

Schrama, die niet gestudeerd heeft, had de studentenprijs waarschijnlijk te danken aan een vrolijk stuk over het schrijven van de eindscriptie (‘lijpe boobytrap’), die behalve door de begeleidende docent door verder niemand zal worden gelezen. De bloemen die Schrama na haar optreden kreeg, gaf zij heel slim door aan een student in de zaal die met die sisyfusarbeid bezig is. De jury van de nieuwe studentenprijs bestaat uit leden van de diverse Leidse studentenverenigingen en is mede mogelijk gemaakt door Leidenaar Jochem Myjer.

De Amsterdamse wiskundedocent Piet van Eeghen werd misschien door de jury afgestraft voor zijn (gespeelde) arrogantie. Ja, ik ben een kakker, mijn familie is verantwoordelijk voor de aanleg van het Vondelpark, ik ben rijk, ik speel geweldig piano, ik ga dit festival winnen, dan komt er een Netflix-special en win ik de volgende editie van De Slimste Mens.

Van Eeghen volgde na zijn wiskundestudie een cursus stand up comedy en kwam zo terecht bij de Cabaretpoel, een gezelschap met enthousiaste aankomende cabaretiers. Op het Leidse podium zong Van Eeghen een paar liedjes die zowel compositorisch als taalkundig bijzonder in elkaar staken, gooide op grappige wijze zijn wiskundige achtergrond in het verhaal, zette het publiek op het verkeerde been met een geestige meezinger en goochelde inventief met de woorden toen, straks en nu. Als die gast net zo leuk is voor de klas als op het podium dan zijn zijn leerlingen te benijden.

Foto: Adam Newby