Op 9 mei jl. maakte het Nederlands Dans Theater (NDT) bekend dat het gezelschap vanaf september 2014 drie jaar lang geen werk van Jirí Kylián meer zal uitvoeren. Volgens Kylián en huidig artistiek directeur Paul Lightfoot is dit nodig omdat het gezelschap een nieuwe koers wil varen en ruimte wil maken voor een nieuwe artistieke visie.

Het nieuws heeft in de Nederlandse danswereld voor veel verbazing en opschudding gezorgd. Het werk van Kylián geldt als de hoeksteen van het NDT en is een belangrijke publiekstrekker. In het buitenland staat het gezelschap zelfs te boek als The Kylián Company. Het is dan ook een zeer opmerkelijk besluit om drie jaar lang geen werk van Kylián meer te vertonen.

De vraag rijst of er enkel artistieke redenen aan de beslissing ten grondslag liggen. Zowel het NDT als de Kylian Foundation blijven in een reactie benadrukken dat er geen sprake is van een verbod dat door Kylián is opgelegd, maar van een gezamenlijke overeenkomst. Het Haagse dagblad Den Haag Centraal speculeerde op 10 mei jl. echter dat Kylián het niet eens is met de artistieke koers van het gezelschap. Volgens de krant is het in de Haagse danswereld al langer bekend dat er spanningen zijn tussen Kylián en het NDT. De breuk zou binnen het gezelschap grote onrust hebben veroorzaakt.

Als reactie op het artikel in de Haagse krant bracht Kylián al snel een officiële reactie naar buiten. Hierin schrijft hij dat de beslissing om drie jaar geen werk van zijn hand op te voeren al meer dan een jaar geleden is genomen. Het NDT heeft zijn geld volgens Kylián hard nodig voor de ontwikkeling van nieuw werk in plaats van voor de herneming van oud repertoire. De rechten van de choreografieën van Kylián liggen bij de Kylián Foundation. Het NDT dient dus te betalen wanneer het Kyliáns balletten wil opvoeren, ook indien het werk bij het gezelschap is gemaakt.

Het is nog onduidelijk waarom is gekozen voor een periode van drie jaar. Bovendien is het opmerkelijk dat in een tijd waarin sprake is van teruglopende belangstelling juist het beste werk van het repertoire wordt gehaald. Programma’s van grote dansinstellingen bestaan meestal uit een combinatie van oud en nieuw werk en het is nog maar de vraag of het NDT beter af is als Kylians choreografieën niet meer kunnen worden uitgevoerd. Het kan ook leiden tot marginalisering van het gezelschap en tot het wegvallen van de buitenlandse tournees en de daaruit voortkomende inkomsten.

Er wordt ook op gezinspeeld dat Kylián weinig gelukkig is met hoe het NDT zich na zijn vertrek heeft ontwikkeld. De kwaliteit die hij het gezelschap bracht is door zijn opvolgers niet geëvenaard en uit de plannen die artistiek leider Paul Lightfoot in een interview met NRC Handelsblad ontvouwde blijkt weinig verbeeldingskracht. Het laten zingen van dansers of het samenwerken met het Belgische gezelschap Peeping Tom, waarin fysiek theater een belangrijke rol speelt, lijken niet de aangewezen weg om het NDT terug te brengen aan de wereldtop. Het zou om die reden denkbaar zijn dat Kylián met een verbod op het uitvoeren van zijn werk het NDT onder druk zet om het artistieke beleid in een andere richting te duwen.

Kylián begon in 1975 als artistiek leider bij het NDT en werd er in 1999 huischoreograaf. In 2009 creëerde hij de laatste van zijn 74 choreografieën bij het NDT, Mémories d’oubliettes. Onder zijn leiding kreeg het gezelschap wereldfaam. Koningin Beatrix nam het gezelschap bij staatsbezoeken regelmatig mee om het culturele gezicht van Nederland aan haar gasten te laten zien.

Foto Jirí Kylián – Serge Ligtenberg