Een conferentie in museum Boijmans van Beuningen besluit het Europese project Dancing museums. Acht belangrijke musea en vijf dansorganisaties werkten twee jaar samen, op zoek naar nieuwe manieren om kunst en publiek te verbinden. Nu blikken ze terug. ‘Het was niet altijd gemakkelijk’, zegt Kristin de Groot van Dansateliers in Rotterdam en een van de mentoren van het project. ‘Tijdens verschillende manifestaties liepen tussen kunst van onschatbare waarde ineens dansers rond die contact maakten met het publiek. Maar het heeft alle betrokkenen veel opgeleverd.’

‘Zowel musea, choreografen en dansers zijn enthousiast over het project, bezoekers zeiden dat ze nog nooit zo gekeken hadden als tijdens de acties van de dansers’, zegt De Groot. Zelf betrok ze choreograaf Connor Schumacher. ‘Hij zei me dat hij door Dancing museums anders is gaan aankijken tegen zijn kunstvorm en zijn relatie met het publiek. Hij had nog nooit zo interactief gewerkt. Hij gaat nu een voorstelling maken op De Parade; dat was zonder deze ervaring niet gebeurd.’

Dansers kregen volgens De Groot in de musea een heel andere rol dan ze gewend waren. ‘Ze wisten dat het onverwachte van hen werd verwacht. Ze vroegen of bezoekers open stonden voor fysiek contact en gingen vervolgens vanuit een comfortabele positie een gesprek aan over een kunstwerk. In Londen werden bezoekers heel voorzichtig neergezet op drie danserslichamen om naar Turner te kijken. Dat levert heel andere reacties op.’

Catrien Schreuder, hoofd educatie en publieksbegeleiding van Boijmans, zegt dat de museummedewerkers veel hebben geleerd van de manier waarop dansers met elkaar samenwerken. ‘Door het project werden grenzen en rollen doorbroken. Natuurlijk is er enorm veel geregel en overleg nodig voordat je dansers aan het werk kan laten gaan met museumbezoekers. In het museum van Bassano in Italië kon veel, The National Gallery in Londen was heel streng. Maar uiteindelijk lukte het altijd. Door de dans nam de dwelling time, de tijd dat mensen gemiddeld kijken naar een kunstwerk, sterk toe. Musea willen dat graag.’

Het project is nu afgelopen, maar de resultaten gonzen volgens de deelnemers rond in de museumwereld. ‘We hebben nieuwe partners in Barcelona en Praag’, zegt De Groot, ‘en we gaan praten in Taiwan, Jerusalem en Hong Kong. Veel musea zijn nieuwsgierig en zien de meerwaarde van choreografen en dansers in hun organisaties.’