De financiële schade door de coronacrisis is enorm, en het einde is nog niet in zicht. Wat zijn de verhalen achter de cijfers? Theaterkrant gaat in gesprek met zzp’ers uit de theatersector. Waar doen ze het van? Hebben ze nog werk en inkomen? En hoe gaan zij om met de onzekerheid die de coronacrisis brengt? Deze keer: choreogaaf, programmeur en producent Andreas Hannes.

‘Aan het begin van de lockdown ging er veel werk verloren en zaten veel mensen thuis. Ik heb juist het tegenovergestelde ervaren’, zegt Andreas Hannes. ‘Vanaf die tijd tot nu ben ik behoorlijk druk geweest.’ Hannes werkt zowel als programmeur, choreograaf als producent en kon daardoor werk steeds afwisselen tussen die verschillende posities. Vooral bij Cinedans, dat plots online ging, moest hij als programmeur nog intensief aan het werk.

Toch verloor Hannes inkomsten, vooral door de vele afgelaste voorstellingen. De tour van zijn voorstelling Tremble werd vlak na de start alweer afgebroken. Met Dansclick (een productie van Korzo) zou hij langs negentien steden toeren. Het werden er vier. Een groot gedeelte van zijn Danslokaal-tour (productie van Conny Janssen Danst i.s.m. Dansateliers en Korzo) ging wel door, maar ook daarvan moest een gedeelte van de voorstellingen worden afgelast.

‘Alle organisaties hebben goed voor ons gezorgd en ik ben zoveel mogelijk doorbetaald’, zegt Hannes. Maar de verloren voorstellingen konden niet volledig worden vergoed. Hannes denkt dat hij wat betreft voorstellingen ongeveer vijftig procent van het verwachte inkomen heeft gekregen. ‘Ik heb geen spaargeld meer. Die vijftig procent had mij in staat gesteld om te sparen voor noodgevallen. Dit is mijn derde jaar sinds mijn afstuderen. Ik zou nu langzaam een buffer moeten gaan opbouwen, maar er is geen financiële groei.’

In het begin heeft hij nog TOZO I en II aangevraagd en gekregen. Nu maakt hij daar geen gebruik meer van. ‘De voorwaarden voor de TOZO zijn heel karig. Wanneer je meer dan 1000 euro aan inkomen per maand hebt, kom je niet in aanmerking.’

Minstens zo groot zijn de zorgen voor zijn ontwikkeling en carrière als startende choreograaf in het dansveld. Hannes studeerde drie jaar geleden af aan de School voor Nieuwe Dansontwikkeling in Amsterdam. Sinds die tijd timmert hij aan de weg met zijn eigen werk. ‘Corona kwam op het moment dat ik veel deed, mijn naam en werk kregen bekendheid in het veld. Ik won de BNG Dansprijs, het Moving Forward-traject (ontwikkeltraject vanuit DansBrabant, DansMakers, Dansateliers, Random Collision, De Nieuwe Oost, red.) en ik maakte een stuk voor Danslokaal. Vanaf januari zou ik ook gaan werken voor ICK Next.’ Voor Hannes gingen veel mogelijkheden om zichzelf als jonge kunstenaar te laten zien en te ontwikkelen verloren vanwege de vele afgelastingen, ondanks de kansen die hij kreeg.

Hannes vindt het waardevol om verschillende soorten werkzaamheden te doen. ‘Daardoor heb ik meer oog voor de omgeving waarin een kunstwerk staat, en hoe ik die zo sterk mogelijk kan maken. Het werk dat ik buiten het dansveld doe voedt en informeert mijn werk daarbinnen.’ Op lange termijn droomt hij echter van een onafhankelijke positie als choreograaf en een eigen gezelschap. ‘Ik probeer mijn eigen kansen te creëren. Er is weinig ruimte voor onderzoek en ontwikkeling in de sector, vaak zijn de mogelijkheden die productiehuizen bieden gelieerd aan tours of presentaties. Daarom zoek ik naar financiering om meer onderzoek te doen, en wil ik proberen om een Nieuwe Makersregeling bij het Fonds Podiumkunsten aan te vragen.’

Hannes is zich er bewust van dat wat hij aan inkomsten binnenkrijgt niet in verhouding staat tot de hoeveelheid werk die hij in zijn danskunst stopt. ‘Dat is confronterend, maar wel de realiteit. Om te overleven in de danssector op dit moment, heb je een heel goed plan nodig.’

Inkomsten verloren? Ja, vanwege afgelaste voorstellingen.
Werk verloren? Veel opdrachten zijn halverwege afgebroken.
Uitkering? Gebruik gemaakt van TOZO I en TOZO II, nu geen uitkering meer.