‘Jaaa, hier sitzen Sie richtig bei… Radio Karenina!’ Theatermakers Barbara Bürk en Clemens Sienknecht hebben Tolstojs roman omgevormd tot radiodrama annex jukebox musical. Met alle standaardradiorubriekjes van dien – nieuwsberichten, sportuitslagen, prijsuitslagen en (sluik)reclame – die bovendien steeds uitstekend in dienst van het verhaal staan. En natuurlijk een greep uit alle zeventiger- en tachtigerjaren liefdesliedjes. De voorstelling ging in november in première bij het Deutsches Schauspielhaus Hamburg en is dit weekend in Amsterdam te zien in het kader van het Holland Festival.

Op de speelvloer is een complete radiostudio nagebouwd – trouw publiek zal het decor (ontwerp: Anke Grot) herkennen van voorganger Effi Briest, die twee jaar terug tijdens Brandhaarden in de schouwburg te zien was. Het grote studioraam op het achtertoneel doet dienst als een soort poppenkast, van daaruit kunnen we een blik op het Moskouse station of de schaatsbaan werpen.

Vanuit die studio wordt de vuistdikke eind negentiende-eeuwse roman van Tolstoj in exact twee uur in elkaar geremixt. Dat gebeurt overigens met een vrolijke mate van knulligheid. Dat begint al bij Tolstojs fameuze openingszin: ‘Alle ongelukkige gezinnen lijken op elkaar, elk gelukkig gezin is ongelukkig op zijn eigen wijze.’ Of was het nou ‘Alle gelukkige gezinnen lijken op elkaar, elk ongelukkig gezin is gelukkig op zijn eigen wijze.’ Of  ‘Alle gezinnen zijn ongelukkig.’ Laat ook maar. We moeten door, we zijn tenslotte live.

Net als in de klassieke overspelroman wordt een getrouwde Anna Karenina (Ute Hannig) tijdens een bezoek aan Moskou hopeloos verliefd op graaf Vronski (Yorck Dippe) – met alle twijfel, schuld, schaamte en verscheurdheid tot gevolg. Tussen de vele radio-items en een enkele oerflauwe mop komt het samengebalde plot in grote lijnen getrouw voorbij. De scènes gaan steevast gepaard met een muzikaal equivalent. De vluchtige ontmoeting tussen Anna en Vronski op het perron: ‘Everybody is looking for something’. De introductie van Anna’s echtgenoot Karenin (Michael Wittenborn), inclusief de flaporen die Anna bij hem ziet sinds ze voor Vronski viel: ‘I’m a joker, I’m a smoker, I’m a midnight toker’ en even later: ‘Don’t.. stop.. me.. now’. Hilarisch is de uitentreuren durende mix-up van ruim vijftig liefdesliedjes, die de jonge Kitty (Clemens Sienknecht) zingt nadat graaf Vronki haar niet ziet staan op de befaamde balscène. De playlist van Anna Karenina zou het goed doen op willekeurige bruiloften.

Afwisselend zitten de spelers achter de dj-desk en ‘presenteren’ het verhaal van Tolstoj. Flarden van het boek worden uitgespeeld in lekker overdreven spel, met veel gevoel voor timing en humor, maar wel bloedserieus, en als de Anna Karenina-jingle voor de zoveelste keer de dramatische handeling onderbreekt, doet het voltallige ensemble braaf – zij het soms met een uitgestreken gezicht – mee.

Anna Karenina – Allerdings mit anderem Tekst und auch anderer Melodie is een zeer vormvaste voorstelling. Met de uitbundige kostumering (ook van Anke Grot) en het karikaturaal aangezet spel is het – helemaal conform de melodramatische liefdjesliedjes – aan de oppervlakte vooral vet aangezette, grote-stappen-snel-thuis-dramatiek. Maar de ironie van de vorm en de sentimentaliteiten van de popsongs zijn niet alleen lachwekkend, maar gaandeweg ook veelzeggend: de lijn die Bürk en Sienknecht trekken tussen eind negentiende en eind twintigste eeuw is evident. Het verhaal van Anna Karenina past naadloos in de melodramatische songs en show van een eeuw later.

En alle ironie ten spijt, als de acteurs hun liedjes oprecht brengen – wat ze meestal doen – zijn die vaak zo waar nog mooi ook. Het is bijna vervelend om toe te moeten geven, maar die over de top liefdesliedjes doen doorgaans onverstoord hun werk.

Foto: Matthias Horn