De stiltes zijn weldadig. Het benadrukt het mededogen dat je soms voelt met de personages die De baai van Nice bevolken. Maar die momenten zijn schaars. Er gebeurt nauwelijks iets in dit toneelstuk van David Hare. De gesprekken gaan over kunst en de verhouding tussen moeder en dochter. Leny Breederveld is te zien als Valentina Nrovka, een oud-pupil van Henri Matisse. Zij wordt in de Hermitage in Sint-Petersburg ontboden om een oordeel te geven over de echtheid van een schilderij, De baai van Nice.

Ze komt met haar dochter Sophia, goed gespeeld door Lotte Dunselman, naar het museum. De twee hebben elkaar lang niet gesproken. We snappen al snel waarom. Ook in dit gesprek slagen ze er niet in om echt contact te maken. Echte toenaderingspogingen blijven uit. Sophia heeft een nieuwe minnaar en wil geld om te kunnen scheiden van haar man Gregor. Valentina is mordicus tegen en toont dat met verbluffend weinig empathisch vermogen. Breederveld is sterk op dreef en geeft regelmatig met slechts een enkel woord of een snelle blik op dodelijke wijze uiting aan haar enorme dedain voor alles en iedereen om haar heen. Dat is soms erg grappig, net als de rol van Roy Bathus als assistent-curator die vooral opvalt door zijn hilarische mimiek.

Gert den Boer, vader van Ilay,  als Sophia’s minnaar is vlak en niet altijd te verstaan. Joeri Vos, binnenkort vast verbonden aan Oostpool, regisseert sterk. De tekstbehandeling, timing,  beweging en de mise-en-scène zijn mooi uitgebalanceerd.. De grote vraag is waarom hij voor deze regie bij Toneelschuur Producties dit verhaal van David Hare koos. Zeker, de toneeltekst kent enkele fraaie passages, maar het geheel is niet bijster prikkelend. De colleges over kunst zijn onderhoudend, maar ook niet meer dan dat. Dramatisch wil deze tekst nergens worden. Hierdoor raak je als toeschouwer niet heel erg betrokken. Wat overblijft is sterk ambachtelijk gemaakt toneel in een fraaie museumzaal als decor. Dat is toch een wat magere opbrengst van de bundeling van talent in deze productie.