Het was afgelopen maandag vrij rustig op de Parade in Utrecht maar het was een bedrieglijke rust want in de tenten schoot het leven in toenemende absurditeit alle kanten op.

In de voorstelling Het perron van Theatergroep Carver brengt een dochter haar moeder weg naar de trein – moeder en dochter zijn spelers maar in het echte leven ook moeder en dochter: Leny Breederveld en Marie Groothof. Terwijl de dochter denkt haar moeder in alle rust te hebben achtergelaten en via een trap weer is afgedaald, gaat de fantasie met de wachtende moeder op de loop. Medereizigers, onder wie Lisa en Dora Groothof en enkele studenten van de Mimeopleiding, bestormen het perron en bewegen zich op de half verstaanbare mededelingen van de omroeper van de ene kant naar de andere en van boven naar beneden. De moeder raakt steeds verder vervreemd in deze reizigerswereld, verliest het ene stuk bagage na het andere, en kan slechts geamuseerd toekijken als de vier meiden een heerlijke act opvoeren met over elkaar aangetrokken kledingstukken. De voorstelling is mooi opgebouwd en laat zien hoe de mimetraditie van moeder op dochters wordt doorgegeven. En hoeveel raffinement een leven in dit genre oplevert. Als Marie aan het slot nog even komt inspecteren hoe het er met haar moeder voorstaat, zit die heel rustig op het bankje waarop ze haar had achtergelaten. Niets gebeurd.

Tegenover de geserreerde bewegingstaal van Carver staat Super Magnifique, een hilarisch familiestuk van Marcel Osterop, geschreven als afstudeervoorstelling van de Mimeopleiding, en door Marcus Azzini geregisseerd. In een piepkleine ruimte, een huiskamer, staan acht familieleden van de arme en de koude kant elkaar naar het leven. Het verhaaltje draait om oma, die kanker heeft en gaat sterven maar ook last schijnt te hebben van diarree en een banaan in haar kut. De onschuld wordt verbeeld door Elfje, zo genoemd nadat haar moeder (de angstaanjagend mooie Dionne Verwey) eerst tien miskramen had gekregen, die de familie in deze hyperactief gespeelde voorstelling meer en meer in haar greep krijgt. Nadat ze als een engel des doods oma aan haar einde heeft geholpen en de rest van de familie in slaap heeft gebracht hoopt ze dat oom François haar eindelijk ziet staan, maar dat zit er niet in. De voorstelling is ronduit scabreus, smerig en giert naarmate ze vordert steeds verder uit de bocht. Maar ondertussen geniet je van de brutaliteit, het tempo, de gore seks en het geaffecteerde toontje van Jurrien Remkes, die als relnicht een deel van de show steelt.

Een absolute aanrader is de voorstelling Wat gebeurde er met…  de spullen uit het kantoor van Koen Beentjes na het faillissement van BinckBank?, geschreven en geregisseerd door Joeri Vos voor Theatergroep 42. In een hilarisch openingsfilmpje laat Vos zien hoe de wereld door de banken in elkaar wordt gestoken, hoe dat steken schuld oplevert en die schuld mensen aanzet tot werken. En tot mislukking, want uiteindelijk gaat iedereen failliet en komen de spullen – banken, koffieshops, toneelgezelschappen – terecht in het afvoerputje van de schuldenmaatschappij, ofwel in Mark Rutte Faillissement Opslag (‘Groot geworden door op te slaan’). Geen familie!

Na het filmpje meldt een man (Noël Keulen) zich met zijn spullen bij Rutte waar hij op zijn plaats en nummer wordt gezet door een verzenuwde, strikt de regels in acht nemende (‘Ga achter die lijn staan!!!’) receptioniste, een over-de-top geacteerde, magnifieke rol van Jacobien Elffers. De man wordt door Elffers tussen zijn dozen mede opgeslagen maar komt via een verrassende goocheltruc als een duveltje op een andere plek in de opslag weer tevoorschijn. Om uiteindelijk doodgemoedereerd opnieuw met zijn steekkarretje te komen binnenwandelen en om zijn nummer te vragen.

(foto: Wat er gebeurde met …/TG42, foto Greetje Mulder)