‘Had je niet met me kunnen voetballen?’, vraagt Mads Wittermans (44) ergens in het begin van de voorstelling Vader & Zoon aan zijn vader Joop (75). Voetballen? Joop moet er niet aan denken. Boksen is zijn sport. Of dat nou waar is of niet (je weet het maar nooit met acteurs, zeker niet in een voorstelling waarin feit en fictie vrolijk door elkaar gehusseld worden), voor hetgeen zich daarna afspeelt is een bokswedstrijd wel een toepasselijke metafoor. Hoewel het nooit een echte wedstrijd wordt, eerder een trainingspartijtje. Elkaar voorzichtig uitdagen, beetje sparren, dat werk.

Dat vader Joop en zoon Mads weer samen op het toneel staan is het uitvloeisel van een oude afspraak. In 1998 speelden ze bij Theater van het Oosten ook al een ‘Vader en zoon’. Toen in regie van de zes jaar geleden overleden Matthijs Rümke en met tekstbijdragen van zeven toneelschrijvers. Ze beloofden elkaar het twintig jaar later nog eens te doen. Vanwege corona duurde dat iets langer, maar nu kon dan eindelijk die afspraak gestalte krijgen. In regie van Liesbeth Coltof deze keer en met teksten van Rob de Graaf, Bouke Oldenhof, Marijke Schermer, Bodil de la Parra, Jan Veldman en Joeri Vos.

De voorstelling destijds heb ik niet gezien, maar ik kan me voorstellen dat het daarin behoorlijk knetterde. De recalcitrante jonge Mads met zijn woeste dreadlocks tegenover zijn vader die al een gearriveerde acteur was. In de 2021-versie is daar niet zoveel van over. Om in bokstermen te blijven: de mogelijkheid om een linkse directe uit te delen blijft onbenut. Veel voetenwerk, weinig slagen. Aanzetten zijn er genoeg, maar telkens als je denkt ‘nu gaat het gebeuren’ wordt er geschakeld naar een volgende scène. Of het nu gaat om het vreemdgaan van Joop, de exen van Mads of de herinneringen aan de opvoeding.

Misschien is dat een kwestie van ‘sadder and wiser’. Mads heeft nooit een geheim gemaakt van zijn moeizame omgang met alcohol, hij maakte daar vorig jaar nog de voorstelling The Meeting over, maar in Vader & Zoon komt die voormalige verslaving niet ter sprake. Liever blijven ze om elkaar heen dansen, af en toe een plaagstootje uitdelend. Zoals Joop die doet alsof hij dood is, waardoor Mads in paniek raakt. ‘Geintje’, zegt Joop dan. Alsof wij dat niet wisten.

We moeten tot het eind wachten eer er iets van ontroering ontstaat. In een intieme omhelzing lijken ze oprecht tot elkaar te komen. Maar ook dat is schijn.

Foto: Bart Lindenhovius