‘Ik was verliefd op Johanna en zij op mij. Van haar was mijn hart vol en liep mijn mond over. Ze was charmant, van goeden huize.’ De strofen lezen alsof ze zijn geschreven door een dorpsnotabel die zijn echtgenote weliswaar zeer is toegedaan, maar de liefde niet anders dan in ambtelijke taal kan uitdrukken. Totdat je ze hoort zingen door Meindert Talma, ondersteund door zeven muzikanten en een koor dat hij zelf had samengesteld, in de grote zaal van Zalen Schaaf in Leeuwarden.

Die combinatie maakte van De Domela Passie, die zaterdag 23 november in première ging tijdens het festival Explore the North, een onvergetelijke gebeurtenis. De Passie is Talma’s eerbetoon aan Ferdinand Domela Nieuwenhuis, die honderd jaar geleden overleed, op 18 november 1919. Talma, zelf van 1968, werd geboren en groeide op in het Friese dorp Surhuisterveen. Tijdens zijn jeugd hielden de volwassenen om hem heen de herinnering aan Domela levend met gloedvolle verhalen, ook al was hij al een halve eeuw dood.

‘Us verlosser’, noemde het straatarme Friese lompenproletariaat van de 19de eeuw hem. Domela Nieuwenhuis was een Evangelisch Luthers predikant die van zijn geloof viel door de armoede die hij om zich heen zag, en doordat de eerste twee van de vier Johanna’s met wie hij huwde, in het kraambed overleden. Hij hing zijn domineestoga al snel aan de wilgen, maar bleef preken. Hij verlegde alleen zijn thematiek van God en de bijbel naar het onrecht in de wereld.

Domela preekte voortaan tegen ‘de vijf K’s’ die het werkvolk arm en onderworpen hielden: Kerk, Koning, Kapitaal, Kazerne en Kroeg. Snel groeiende duizendtallen kwamen naar hem luisteren; hij moet een begaafd spreker zijn geweest. Zijn (s)preekstijl was herkenbaar in een tijd waarin verzaking van de zondagse kerkgang vrijwel gelijkstond aan sociale uitsluiting. Het heeft wellicht bijgedragen aan zijn populariteit  en voor zijn aanhang de overgang gemakkelijker gemaakt naar zelfbewustzijn en opkomen voor eigen rechten.

Met zijn lange haren en volle baard zag hij er uit als Jezus, en ook dat wapen wierp hij gretig in de strijd. In zijn toespraken transformeerde hij de zoon van God tot revolutionair avant la lettre, een retorische truc die nog altijd populair is onder maatschappelijk geëngageerde geestelijken. Het doet allemaal niets af aan Domela’s grote betekenis als een van de eerste emancipatoren van de onderdrukten in de Lage Landen bij de zee.

De passie-vorm leent zich uitmuntend voor dit dramatische levensverhaal. In zestien songs laat Talma alle particuliere en politieke diepte- en hoogtepunten uit Domela’s eigen lijdensweg voorbij komen. Behalve de teksten schreef hij ook de muziek. Talma is al bijna een kwart eeuw lang een uiterst productieve singer-songwriter en componist. Eigenlijk kan hij niet zingen; voor zover mij bekend heeft hij een ongeschoolde stem, en dat was goed te horen tijdens de eerste nummers van de Passie. Maar toen hij op stoom was, legde hij vuur en passie in zijn zang. Vooral tijdens de meer dramatische nummers, zoals De vier Johanna’s, groeide De Domela Passie uit tot een Fries gospelfestijn.

Talma beperkt zich tot de noten die hij aan kan – lage, bij voorkeur. Talma is meer een zing-zegger, een verteller van gezongen verhalen. En hij is heel muzikaal, zoals blijkt uit de Begleitmusik bij de Passie. Met zijn lange, slungelige gestalte en markante, immer somber ogende kop – ik stel mij altijd voor dat Frits van Egters uit Reves De Avonden er zo moet hebben uitgezien, had hij werkelijk bestaan – heeft hij bovendien een heel eigen podiumprésence. Met al die gaven en zwakkere kanten weet Talma te woekeren als geen ander. Twee jaar geleden zag ik in een container op festival Noorderzon De ballade van Jannes van der Wal, Talma’s ode aan het gelijknamige Groningse damwonder. Ik vond hem onweerstaanbaar, zoals hij Van der Wals tragische levensverhaal vertelde en verklankte.

Friesland en de Friezen koppelen – trots op hun eigen taal – cultuur en geschiedenis aan het besef dat zij tot de armste der elf provincies behoren, en door het hoogste gezag in Den Haag altijd met de nek worden aangekeken. Talma’s droeve charisma geeft daar prachtig gestalte aan. Geen wonder dat Zalen Schaaf tijdens de première tot de laatste stoel was gevuld.

De locatie vormde de derde pijler onder deze viering van de ‘verlosser’ van de armste Friezen. Het is een van de weinige overlevers van een ooit wijdverbreid genre: een partycentrum voor zowel feesten, bruiloften en jubilea als politieke vergaderingen, afgewisseld met concerten van de plaatselijke fanfare en, vooruit, een incidenteel toneelstuk. Het zalencomplex midden in de eeuwenoude Leeuwardse binnenstad gaat terug tot 1797, maar is genoemd naar de eigenaarsfamilie die het bestierde van 1920 tot 1985, en de grote zaal herschiep in de stijl van de Amsterdamse School.

De akoestiek is niet best, maar dat deerde Talma’s nieuwste niet echt. De première van De Domela Passie werd een feest van Friese koppigheid, voor een niet-Fries bijzonder om mee te maken. Na afloop verkocht en signeerde Meindert Talma een fraai uitgegeven boekje met cd, met alle songs, hun teksten, een voorwoord over Domela en vele afbeeldingen uit diens leven. Na Explore the North gaat de voorstelling op toernee met een minder omvangrijk koor.