Moord en doodslag, de populaire cultuur is ondenkbaar zonder. Een vaak gegeven verklaring voor die populariteit is dat we er de spanning in zoeken die we in ons eigen burgerlijke leventje zo node missen. Noem het cultureel ramptoerisme.

Maar er is meer. Vaak vormt een moord de aanleiding tot een beschouwing over de beweegredenen van de dader, een beschouwing die een beetje inzicht kan geven in het wezen van de menselijke geest. Een moord, of liever de nasleep ervan, leidt tot talloze ethische, psychologische of juridische kwesties. Kwesties die verhalenderwijs opgelost worden zodat wij, de kijker, de lezer of de luisteraar, er wat van kunnen opsteken. Dat er mensen zijn die een moord plegen uit pure wanhoop, bijvoorbeeld. Of omdat ze er simpelweg plezier aan beleven.

Een speciaal genre in de populaire cultuur is dat van de zogenaamde murder ballads, verhalende liedjes waarin een moord beschreven wordt. Van min of meer recente datum kennen we ze bijvoorbeeld van Jimi Hendrix (Hey Joe) en Johnny Cash (I shot a man in Reno/just to watch him die) maar het is een genre dat teruggaat naar het Amerika van een paar eeuwen geleden. Omdat er in die tijd veel Europeanen de oversteek waagden, ligt de oorsprong veelal in Engelse of Scandinavische contreien. In veel van die liedjes droop de moraal eraf en ontliep de moordenaar zijn straf niet: vrouwen eindigden op de brandstapel, mannen werden opgehangen. Oftewel, de strekking was: weet waar u aan begint.

In een van de oudste, overgeleverde murder ballads, ‘The ballad of Omie Wise’ ontkomt de moordenaar aan zo’n hardvochtige straf. Althans, in de versie van Doc Watson.

He made no confessions but they carried him to jail/

No friends or relations would go on his bail.

Zoals dat gaat met overlevering, willen er in de loop der tijd nogal eens verschillende versies ontstaan. In werkelijkheid ontliep Omie’s moordenaar helemaal zijn straf.

In de voorstelling De ballade van Omie Wise van Kinetophone komt Omie (gespeeld door Annegeerte Aandewiel) in opstand tegen dit staaltje geschiedvervalsing. Maar niet voordat ze eerst – vooral als personage, soms als verteller – haar verhaal uit de doeken heeft gedaan. Over hoe ze als arm weesmeisje werd opgevangen, hoe ze een liefde opvatte voor de stoere John Lewis. Een onmogelijke liefde want Johns familie had een ander meisje op het oog, uit een keurige familie. Tot overmaat van ramp bezwangerde hij haar. De rest is een moordgeschiedenis: hij lokte haar met valse beloftes mee en verdronk haar in een rivier.

‘Een interdisciplinaire theatervoorstelling’ en ‘een kijkje in de zwerftocht langs het ontstaan van een legende en een muziekgenre’, beloofde de toelichting. Van beide is helaas weinig terechtgekomen, of je moet het tonen van een handjevol natuurdia’s al als een discipline willen zien.

Na een schoolse introductie over Europese emigranten in het 18e en 19e-eeuwse Amerika, bestaat het grootste deel van de voorstelling uit het levensverhaal van Omie, netjes geïllustreerd met live uitgevoerde liedjes. Als ze vertelt over haar jeugd als weesmeisje dan zingt zangeres Sofie Letitre Gillian Welch’ Orphan Girl, als het gaat over haar liefde voor John horen we PJ Harvey’s This is love. Nergens een tegenkleur, nergens iets dwars. Een goede regisseur (kwam er überhaupt een regisseur aan te pas?) zou gewaarschuwd hebben voor dit ‘rood verven van rode tulpen’.

Het ondankbare lichtplan zit de twee vrouwen ook al niet mee. Het voetlicht werpt rare schaduwen waardoor hun gezichten de hele tijd ongewild iets lugubers krijgen.

Over het ontstaan van de legende worden we uiteindelijk ook niet veel wijzer. In een woedend slotpleidooi probeert Omie nog wel de moraal van het verhaal te duiden. In korte tijd haalt ze van alles overhoop. Dat er geen onderscheid gemaakt wordt tussen feit en fictie, dat het uiteindelijk alleen om macht gaat.

Maar het komt te laat.

In opstand komen tegen een liedje, begin er maar niet aan.

Foto: Tristan Fopma