Als een artiest maar beter op het hoogtepunt kan sterven, zou Paul de Leeuw al vele jaren dood zijn. Zegt hij zelf, als een van de uitingen van zelfspot in 60? We zien wel…. . Met zelfspot weet hij altijd wel raad, zeker in deze nieuwe, amusante en persoonlijke onemanshow.

Paul de Leeuw krijgt al zijn hele leven te horen dat hij ‘veel te veel’ is, ‘te luid, te aanwezig, mateloos en te dominant’. ‘Veeleisend en wispelturig’, weet hij zelf. ‘Daarom wilde ook geen enkele pianist met mij werken’, beweert hij, wijzend naar de vleugel op het podium, waar niemand deze avond op zal spelen. Behalve aan het einde, als hij een ontroerend ‘special effect’ in petto heeft. Hij heeft voor de begeleiding bij zijn zorgvuldig uitgezochte liedjes in deze personalityshow een creatieve oplossing gevonden.

Veel, aanwezig, mateloos en brutaal maakten De Leeuw tot een publiekslieveling van de Nederlandse tv. Om diezelfde redenen mag hij dan nu zijn tv-hoogtepunt voorbij zijn, in het theater vormen die eigenschappen juist een warme, innemende en mooi in elkaar gestoken voorstelling. De Leeuw, zestiger met artrose, zet de jacuzzi aan en we mogen er allemaal bij in.

Maar hij houdt de temperatuur van het water en de kracht van de bubbels helemaal zelf in de hand. Hij kijkt met liefde en spot terug op zijn leven, waarvan hij het grootste deel nu toch heeft gehad. En doet dat met vrolijke verhalen over zijn escapades op het liefdespad, over zijn gezin met zijn twee adoptiezonen, de opvoeding daarvan en zijn gemis nu ze het huis uit zijn.

Het ritme van de voorstelling, geregisseerd door Ruut Weissman, is strak, krachtige bubbels komen op precies de goede momenten met een tirade (over het stereotype beeld dat steeds weer van hem opduikt), geestige publieksparticipaties die hij kundig in zijn straatje manoeuvreert en onder meer een hilarische parodie op ‘Lang leve de liefde’, zijn guilty-pleasure tv-programma.

Met al die momenten bedient hij dat deel van zijn publiek dat hem kent als de charmante vlerk, op zijn wenken. Maar De Leeuw is meer dan dat. In 60? We zien wel… schept hij ook sferen waarin je spelden hoort vallen. Zoals in een bijzonder gesprek met de zaal over het beeld dat hij van zijn overleden vader schetste.  Met hulp van enkelen uit zijn publiek laat hij dan dat negatieve beeld kantelen. Want een mens is altijd meer en anders dan we denken te weten en te zien. Met het stijgen der jaren zou ook ons vermogen moeten toenemen milder en aardiger te zijn.

De mooiste momenten in 60? We zien wel… zijn de stille. Waarin de gevoelsmens zich laat zien. En een aantal daarbij passende liedjes uit zijn repertoire dat daarop soms ontroerende accenten legt. Juist vanwege het contrast met dat ‘veel, luid, mateloos en aanwezig’ raken die veel snaren in de zaal. Zelfs van zijn toch inmiddels grijsgedraaide klassieker ‘Ik heb je lief’ krijg je in deze context toch een brokje in je keel.

Foto: Annemieke van der Togt

Credits

60? We zien wel… – Paul de Leeuw
tekst en spel Paul de Leeuw regie Ruut Weissman