Een comfortabele ervaring kun je het niet noemen, The Third Reich van de wereldberoemde regisseur Romeo Castellucci. Vijfenveertig minuten zie je bijna niets anders dan voorbijflitsende woorden op de maat van een denderende soundscape. Van zijn simpele concept gaat een onontkoombare geweldadige kracht uit, die in de door hem gegeven context van fascisme aan betekenis wint. 

Het is een staande voorstelling, is ons verteld, en we hebben ons verspreid over de helft van de zwarte studio van Forum waar Romeo Castellucci’s ‘woorden rave’ (volgens de omschrijving van Noorderzon) zal plaatsvinden. We scherpen onze ogen, spitsen onze oren, zo moeilijk is het te zien wat er gebeurt in het bijna duister.

Twee voorwerpen liggen spookachtig uitgelicht. Het ene lijkt op een menselijke ruggengraat, het andere een bleek staafje, dat later een kaars blijkt. Iemand doemt op, goed hoorbaar in een knisperende jas, maar nauwelijks zichtbaar. Scharrelend aan de rand van het licht, lijkt ze haast ongedierte, een stukje natuur. Maar dan breekt ze de ruggengraat en start de woordenstroom, groot geprojecteerd op de muur, met snoeihard donderend geraas en komt haar stille performance bruut tot een eind.

Ogenschijnlijk willekeurige woorden in schreeuwerige kapitalen, die elkaar zo snel opvolgen dat je ze eigenlijk niet kunt lezen, beuken op je in. Wie zoekt naar de onderlinge verbanden, vindt houvast in een zeker ritme. Neutralere woorden, zoals ‘fruit’ of ‘horizon’, mooie woorden zoals ‘poetry’ of ‘opera’, dan weer lelijker woorden zoals ‘asshole’ of ‘murder’ om vooral niets te romantiseren. 

Al snel gaan ze door elkaar heen lopen en zijn ze alleen sporadisch nog te lezen. Dan neemt houvast andere vormen aan. Er komt bijvoorbeeld een reeks woorden met de ‘o’ precies in het midden, ze worden smaller en dan weer breder, dansend en marcherend in hun uniforme lettertype. Elk woord heeft zijn eigen dreun in de soundscape van Scott Gibbins. Die doet nog het vaakst denken aan een ritje in een ritmisch denderende goederentrein. 

Het geluid staat zo hard dat oordoppen worden uitgedeeld bij de ingang en alles meevibreert. Half gehypnotiseerd door de flitsende woordenstroom kun je vrijelijk associëren op je ervaring en geen van de associaties zijn gezellig. We zitten in een trein naar een kamp, heb ik gedacht. Of: We worden gehersenspoeld door zo’n big brother computer. En: het is het leven zelf dat aan ons voorbijflitst. En natuurlijk: zou dit zijn hoe een fascistisch regime voelt? Elk facet van het leven onder brute stress?

De publiciteitstekst stelt dat Castellucci vragen heeft willen stellen over fascisme vroeger en nu; de dwingende vorm lijkt daarvoor heel passend. Het begin blijft na afloop raadselachtig hangen. Wat was toch de symboliek van die schemerige mevrouw, die haar oorbel in een kaars hing, en een ruggengraat brak?

Foto: Niels Knelis