De jonge Bosnische regisseuse Daria Bukvić laat zich in haar regies graag leiden door het beeld. Haar nieuwste voorstelling, gemaakt onder de vlag van Frascati producties, is een bewerking van Edgar Allen Poe’s gedicht The raven uit 1845. The raven/Een requiem is een uiterst gestileerd werk waarin Bukvić beeld, licht, projecties en muziek met elkaar vermengt en van Poe’s gedicht sober muziektheater maakt.

In zijn beroemde gedicht beschrijft Poe hoe een man rouwt om een vrouw en wordt bezocht door een raaf, die hem tot waanzin drijft in een confrontatie met zijn verlies. The raven is een prachtig gedicht, maar het publiek krijgt de Nederlandse vertaling van Jibbe Willems, die voor deze voorstelling is gemaakt, pas te lezen als het de voorstelling verlaat.

In vijf delen verbeeldt Bukvić haar eigen interpretatie van het gedicht. Elk deel opent met een geprojecteerde zin. Soms is dat een zin uit het Engelse gedicht zoals de openingszin: ‘Once upon a midnight dreary.’ Een man en een vrouw staan als versteend in een laagomheinde ruimte. De vrouw zingt een lied, vermoedelijk een Iers lied. Er is een toenadering. Geluid van zacht kletterend water zwelt aan en water stroomt in de zwarte bak waar de twee in staan. De weerkaatsing van een eenvoudige lamp weerspiegelt het bewegende water ook op het plafond. The raven opent met een reeks van prachtige, verstilde beelden.

Een omhelzing, een zoen op het voorhoofd, de twee houden elkaars handen vast; de handelingen vormen een korte choreografie. Even later ligt de man, gespeeld door Bukvić’ partner Marius Mensink (een bewuste keuze), in het water met de jurk van zijn geliefde uitgespreid naast zich. Terwijl de vrouw vanaf de kant toekijkt, zien we haar silhouet rondom de jurk in het water geprojecteerd. Het is een mooi effect, maar ook overbodig in een voorstelling die al zo overduidelijk is in haar suggestie.

De raaf van Poe krijgt een plek in het requiem. Danseres Stephanie Dufresne, die verschillende liederen zingt en beschikt over een uitstekende zangstem, verschijnt halverwege het stuk in een statige zwarte jurk met een meterslange sjerp. Wanneer ze door de bak water waadt, waarin de hele voorstelling zich afspeelt, vormt het kledingstuk een lange zwarte baan. De man grijpt de sjerp en raakt erin verstrikt, een scène waarin het gedicht en Bukvić’ bewerking elkaars pad kruisen.

Bij vlagen is The raven mystiek en betoverend. Er zijn echter ook momenten dat de beelden gaan vervelen, vooral omdat het verhaal voortdurend wordt herhaald en er tussen de twee spelers een kunstmatige afstand is geschapen. De radicale en rigide regie is interessant, maar het stuk mist hier en daar gelaagdheid. Toch toont Bukvić’ regie kwaliteit. Met eenvoudige middelen weet de jonge regisseuse een fascinerend, beeldend landschap te creëren. Wellicht zagen we in The raven/Een requiem de hand van een operaregisseur in spe.

(foto: Anna van Kooij)