Met The chosen family show-ho-ho zet Boys Won’t Be Boys een heerlijke kerstshow neer, die inderdaad veel weg heeft van een familiebijeenkomst – met alle ups en downs van dien.

(Disclaimer: Theaterkrant-recensent Lars Brinkman is een van de makers en spelers van The chosen family show-ho-ho.)

Toen Rikkert van Huisstede enkele jaren geleden begon met zijn initiatief Boys Won’t Be Boys, een theatergemeenschap van en voor iedereen die niet in een conventioneel genderhokje past, had niemand konden bevroeden hoe veel weerklank het project zou vinden. De bevrijdende werking van het afwerpen van traditionele mannelijkheid resoneerde bij een breed publiek, en de gemeenschap van spelers, makers en crewleden bleef maar groeien: inmiddels zijn er meer dan honderd spelers aangesloten.

De rijkdom van die reikwijdte blijkt deze dagen uit het dubbelprogramma dat Van Huisstede en zijn medemakers in Theater Bellevue organiseren. Het hoofdonderdeel is The chosen family show-ho-ho, een varietéshow van acht verschillende makers, maar de avond begint met een ijzersterk voorprogramma: Boys won’t be boys: the next generation. Iedere avond zijn daarin vier of vijf jonge makers/performers te zien, die allemaal op hun eigen wijze op gender en identiteit reflecteren.

Op de première leverde dat een gevarieerd en sterk ontroerend programma op. Drag queen Miss Gloss praat en zingt het geheel op charismatische wijze aan elkaar, en biedt verder alle ruimte aan de persoonlijke verhalen van haar medespelers. Dat leidt tot bijzonder mooie momenten: de non-binaire Samaël die in full cosplay opkomt als een van de personages uit hun eigen fantasyverhalen, om vervolgens tien redenen te geven waarom hen liever in die verhalen zou wonen dan in de realiteit; Guus, die goudeerlijk vertelt over zijn worsteling met de transitie van vrouw naar man; Syd, die een poëtischere aanpak hanteert en zingend hun zoektocht met het publiek deelt; en geneeskundestudent Kamil, die zich afvraagt waarom hun lesboeken er zo’n achterhaald heteronormatief mensbeeld op nahouden. In veertig minuten krijg je een heel scala aan nieuwe gedachten en overwegingen aangereikt, en de kwetsbare opstelling van de makers beneemt de adem.

Het is interessant om het contrast met de oudere, meer ervaren performers in het hoofdprogramma te ontwaren. De hogere leeftijd levert andere worstelingen op, die niet minder fundamenteel zijn, maar wel minder urgent: over het algemeen maken de oudere spelers (logischerwijs) de indruk al meer een plek in de samenleving te hebben veroverd. Interessant genoeg komen de overwegingen van de eind-twintigers/begin-dertigers veel op het al of niet hebben van een kinderwens uit – een conventionelere insteek van het thema ‘familie’ dan je misschien zou verwachten. Immers: het in de titel genoemde concept van de gekozen familie, voor veel LGQBTI+’ers het alternatief voor het onbegrip of de vijandigheid die ze vanuit hun genetische families ervaren, is juist zo bevrijdend omdat het de ruimte biedt om de dominantie van het gezin-als-hoeksteen-van-de-samenleving te doorbreken.

Het is daarom waardevol dat de spelers openlijk durven te worstelen met de aantrekkingskracht van het burgerlijke ideaal. Het mooiste komt dat tot uiting in een monoloog van Theaterkrant-collega Lars Brinkman, die zijn goede vriend Van Huisstede verwijt dat die ervoor heeft gekozen vader te worden, en in een tirade over de stupiditeit van kinderen krijgen prachtig zijn eigen verlangen naar het ouderschap laat doorschemeren. (Het leidt tot een geestige bewegingsscène met tegenspeler Marleen Hendrickx, waarmee Brinkman zwangerschap en ouderschap repeteert.) Of het verhaal van drag queen Taylor Made, die zijn eigen kinderwens heeft kunnen kanaliseren in zijn rol als Drag Mother.

Toch kun je alleen maar meeknikken als performer Roi Soleil verzucht dat het wel héél veel over baby’s gaat. Het is daarom ook een enorme verademing als spoken word artist Marc Alberto een vlijmscherpe kritische deconstructie van monogamie en het huwelijk als onderdrukkingsmechanisme ten beste geeft (‘Monogamy is like a technical drawing of an inverted church balancing precariously on the lie of the gender binary.’). Hen komt uiteindelijk uit bij een reeks mogelijke alternatieven vanuit culturen die stuk voor stuk door kolonisatie zijn onderdrukt of vernietigd, en breekt daarmee het idee van de nuclear family als ideaalbeeld in duizend stukjes.

Het sterke aan The chosen family show-ho-ho is hoe alle perspectieven gewoon naast elkaar mogen bestaan. De voorstelling doet daarmee wel wat denken aan een echte familiebijeenkomst: een diverse verzameling individuen die ondanks de onderlinge verschillen hun best doen om door één deur te kunnen. Dan is het als publiekslid niet erg als je even zit opgescheept met een performer die de grootste sentimentele kitsch debiteert, of plotseling een racistische uitschieter moet incasseren (Roi Soleil die het traditionele drankje dat een queer refugee-organisatie heeft aangeboden ‘bruine drab in een champagneglas’ noemt), omdat je vlak daarna weer een prachtige bewegingsscène of monoloog krijgt voorgeschoteld. Geen enkele familie is perfect: het beste dat we kunnen doen is met een beetje tolerantie en liefde naar elkaar kijken.

Foto: Bas de Brouwer

Credits

cast / family members Lars Brinkman, Lito Mabjaia, Marc Alberto, Marleen Hendrickx, Matthijs Rijsdijk, Rikkert van Huisstede, Taylor Made en Vincenzo Turiano eindregie Rikkert van Huisstede muzikaal dramaturg Wilko Sterke

BOYS WON’T BE BOYS – The Next Generation:
hosts Mats Lodenstijn en Pompadó Z. R. Martha regie Tamar Lagas eindregie Rikkert van Huisstede coproductie Boys Won’t Be Boys en Theater Bellevue