Het lijkt een heel nieuw genre te worden: muziekliefhebbers die in het theater hun geliefde muziek eren en daar de bijpassende nummers bijspelen. Wilfried de Jong deed dat meermaals voortreffelijk rond de jazz, Schrijver Jan Donkers en zijn zoon hebben de Amerikaanse popmuziek als theatervoorstelling gebracht en trompettist Michael Varekamp eert in zijn optredens Miles Davis. Ook de voorstelling We Are Family van acteur en zanger Jim de Groot (1972) past in dit nieuwe genre, dat vooral een genre van de nostalgie en herkenning is. Altijd gaan de voorstellingen terug in de tijd, zo ook deze.

Het idee is opmerkelijk: De Groot en zijn band The Disco Disciples nemen als muzikale bron de familiebandjes en familiepopgroepen die in de jaren zeventig en tachtig furore maakten. De Everly Brothers staan hoog op de ranglijst, evenals de Pointer Sisters, Bee Gees, Beach Boys, Sister Sledge, Boland & Boland, Jackson Five, Maywood, The Carpenters en echtpaargroepen als Abba en Ike en Tina Turner. Kortom, alle popartiesten die familie van elkaar zijn.

Maar hiermee hebben we nog geen theater. Om er toch een voorstelling van te maken, neemt De Groot als uitgangspunt een tekst die is begonnen door de helaas te vroeg overleden toneelschrijver Ton Vorstenbosch en die werd voltooid door Eva Mathijsen. Die tekst is de opmaat voor een muzikale popreis: het idee is om op een dag alle familiefeesten tegelijk te vieren, dus promoties, verjaardagen, kerst, Pasen, oud en nieuw: ‘Dan gaan we om zes uur aan het kerstdiner en om half acht paaseieren zoeken.’ Het is echter jammer dat nergens in de voorstelling een klein eerbetoon is gegeven aan Vorstenbosch, dat was wel hoffelijk geweest, want hij is kennelijk de mentale vader van het idee.

Maar de familie werkt aanvankelijk tegen: moeder wil niet komen als vader zijn 23-jarige nieuwe lief meeneemt. Alle toestanden rondom de familie gaan via de app ‘Appy family’, die groot (maar slecht leesbaar) wordt geprojecteerd. Links op het podium staat een caravan waarmee de familie De Groot (Jim is de zoon van zanger Boudewijn de Groot en Alma Netten) op vakantie ging. Dat geeft aanleiding tot roerende jeugdherinneringen.

Jim de Groot ziet eruit als John Lennon met stalen brilmontuur en lang haar. Hij draaft rond over het toneel, een en al energie. Af en toe is het irritant het gedoe met de Appy family, maar de richting waarheen de voorstelling gaat is duidelijk: we zijn familie van elkaar, naar het gelijknamige nummer ‘We Are Family’ van Sister Sledge.

Een bijzondere rol heeft gitarist en zanger Daniel Guilliamse die alle wetenswaardigheden over familiegroepen met een nieuwslezerstoon te berde brengt. Daarnaast is hij een geweldige zanger en gitarist. Leadzangeres Renate Houtman schakelt moeiteloos over van de ene hit naar de andere, en dat doet ze met verve, persoonlijkheid en overtuigende stem. Deze schitterend swingende band, dat is de gedroomde familie van De Groot, met een heel fijne kopersectie (door geweldige saxofoniste Mechteld Bannier) en krachtige begeleiding op gitaar, drum, piano.

Er gaat onmiskenbaar een familiegevoel van de voorstelling uit. De Groot tent zelfs de zaal in en knuffelt de toeschouwers. De muziekfamilies uit de popwereld en De Groots eigen familiegeschiedenis sluiten mooi op elkaar aan. Daarom is het vreemd dat Earth, Wind & Fire zo’n prominente rol speelt, want de verwevenheid der familieleden is in deze band betrekkelijk gering (slechts twee broers van de grote groep).

De vraag bij dit genre is of de theatrale verhaallijn niet een excuus is om hits te brengen. Aan de reacties van het publiek is dat duidelijk te merken: zodra de bekende nummers worden gespeeld, klapt het mee. Qua regie, van de hand van Maartje van den Brink, had de voorstelling strakker gekund.

De mooiste tekstpassages zijn die waarin De Groot met een mooie vorm van melancholie de herinneringen aan vroeger ophaalt, hoe persoonlijker des te beter. Dat geeft een diepere en vooral persoonlijker dimensie aan het optreden. Want de voorstelling moet gerechtvaardigd zijn als theater en niet als een opeenvolging van hits.

Foto: Astrid Oud