We zitten op het dak van een tien verdiepingen tellend gebouw, vlak achter het station van Groningen. In de verte tekenen de contouren van de kerken zich af, met de Martinikerk natuurlijk als karakteristiek ijkpunt. Daarnaast tolt een felverlichte kermisattractie.

Voor deze voorstelling, die in première ging op Noorderzon Performing Arts Festival, reisde PeerGroup af naar Most, een stadje in het noordwesten van Tsjechië dat midden in een winningsgebied van bruinkool lag. In de jaren zeventig is dit dorp, net zoals alle dorpen in de omgeving, volledig opgestookt. De inwoners moesten maar nieuw onderdak vinden. Rondom de kerk – het enige gebouw dat is blijven staan – zijn later nieuwe huizen als blokkendozen uit de grond opgetrokken. Ze gingen ook naar Horny Jiretin, een dorpje waaromheen letterlijk alles is afgegraven. Omgeven door afgrond dus. Net als op het dak waarop we ons bevinden.

Štěstí | Geluk begint persoonlijk en klein. De vier spelers vertellen elk een persoonlijk moment van geluk dat ze onlangs hebben ervaren. Een hereniging met familie, een oudjaarsavond in Bali, een vakantie in Tanger en een doodeenvoudige autorit met een geliefde. Als de vrachtwagen die hen nu inhaalt ze verplettert, zegt de jongen, sterven ze samen in een ultiem moment van geluk. Het doet denken aan dat liedje van The Smiths: ‘If a double-decker bus crashes into us, to die by your side is such a heavenly way to die’.

De voorstelling is geregisseerd door Dirk Bruinsma, die aankomend seizoen ook de artistieke leiding van het gezelschap overneemt van oprichter Sjoerd Wagenaar. In associatieve flarden komen voorts fragmenten van de reis naar Tsjechië voorbij. Het desolate landschap, de mensen die er nu wonen; hoe gelukkig te zijn in een land dat kapot is geboord, dat nu een zwart maanlandschap is? De referenties met de gaswinning in Groningen zijn daarbij niet van de lucht.

Het is jammer dat Bruinsma voortdurend een spel met de theatrale vorm lijkt te spelen. Wellicht om afstand te creëren of de gekunsteldheid van het landschap te benadrukken, worden teksten voortdurend herhaald, machinaal vervormd, vertaald – opnieuw en opnieuw. Op iPads worden Tsjechische inwoners geprojecteerd. Zo legt een ongetwijfeld interessante reis het af tegen een veel te opdringerig vormexperiment, dat enige identificatie met de thematiek behoorlijk in de weg staat. De ontmoetingen met de Tsjechische inwoners en de confrontatie met het desolate platteland worden daar volledig door verstikt. Het vioolspel en de zang zijn overigens prachtig. Die brengen je bij vlagen wel degelijk in vervoering.

Op het laatst dompelen de spelers zich onder in een soort theatraal ritueel, een bewegingssequentie waarin ze het zwarte landschap letterlijk van zich af proberen te wassen. Een mooie vondst, maar het blijft door de vormelijke benadering op afstand, het blijft theorie. Uiteindelijk wordt er ten overvloede ook nog een expliciete verbinding met de Groningse omgeving gemaakt. Štěstí | Geluk zit in een bubbel en weet daar niet uit te breken.