De nieuwste voorstelling van de Deense choreograaf Mette Ingvartsen ademt anarchie en vrijheid. Skateboarders, line-skaters, dansers en muzikanten van alle leeftijden nemen met veel respect voor elkaar de ruimte in beslag. Ook als grimmige clowning een donker licht werpt op de skatebaan, blijft de saamhorigheid overeind. Skatepark is een weergaloze voorstelling met een hoopvolle boodschap. Ingvartsens oeuvre slaat een verrassende nieuwe weg in en ook in dit werk is het lichaam ‘politiek’.

Over de opstaande hellingen glijden de lokale skateboarders. Zo nu en dan oefenen ze hun feeble grind-techniek, waarbij ze met het midden van hun plank over een smalle rail glijden, die in het midden van de baan staat opgesteld. De skatebaan van Skatepark, die speciaal voor de voorstelling is ontwikkeld door scenograaf Pierre Jambé (Antidote), heeft verschillende hellingen en twee plateaus aan weerszijden van het achtertoneel. Hoe imposant ook, in de reusachtige ruimte van de Jahrhunderthalle in Bochum valt dat decor haast in het niet. Eenmaal ‘in’ de voorstelling verandert dat en creëert het licht (Minna Tiikkainen) de juiste focus.

De opkomst van een jonge vrouw met een flinke geluidsbox is de cue voor een wisseling van de wacht. Het lokale talent maakt plaats voor de performers van Skatepark. Twee volleerde skateboarders glijden over de ramps en troeven elkaar speels af, terwijl het geluid van de mobile speakers van de skaters op het toneel opgaat in het grotere geheel (sounddesign: Anne van de Star en Peter Lenaerts). Daarna voegen jonge skateboarders zich bij hen, net als twee vrouwelijke inlineskaters. Sommigen van hen dragen maskers onder hun hoody-muts en daarmee is de theatraliteit van Skatepark direct een feit.

Als de maskers zijn verdwenen, ontstaat een nieuwe dynamiek en creeëren de skaters in een meer geordende choreografie een circulaire beweging over het parcours. In die steeds wisselende dynamiek van Skatepark ‘glijden’ we welwillend mee. Soms leven we mee met een speelse battle waarin steeds hoger op elkaar gestapelde skateboards een hindernis vormen, op andere momenten neemt een inlineskater (Mary-Isabelle Laroche) ons in haar vaart mee door de ruimte. Zo wisselen groepsstukken zich af met korte solo’s.

Regelmatig leiden songs ons in een nieuwe atmosfeer. Leidend in die songs zijn vooral twee vrouwelijke inlineskaters, die verdienstelijke zangeressen blijken. In een fluisterend nummer glijden ze stilletjes over de baan, om vervolgens met een schreeuwend punky nummer de anarchie te bezingen. Wegens ziekte heeft Ingvartsen voor de gelegenheid één van de performers moeten vervangen. Zij headbangt er flink op los met haar gezicht vol gekleurde tattoos, ook dicht langs het publiek op de tribunes. Teksten binnen de songs en raps (‘get out of my way’) zijn passend in de context, maar boren ook een diepere laag in de voorstelling aan.

Ondertussen heeft de gitarist onder de troupe zich ontpopt tot een virtuoze, acrobatische danser en blijken de ramps ook een uitstekende speeltuin voor freerunning. Wat een feest deze voorstelling, steeds opnieuw verrast de cast je. En dan te bedenken dat sommigen van de performers nog piepjong zijn, de jongste onder hen is elf. Tegen het einde transformeert ook de set drastisch en keert het lijntje met de maskers terug in een cinematografische scène die refereert aan clowning, de beladen hiphopdans waarbij lichamelijke impulsen vooral emotioneel gedreven zijn. In een wrange theatrale scène zien we wat de consequenties zijn van onze drukke levens. En zo is Skatepark niet alleen een roerend pleidooi voor meer vrijheid en gelijkheid, maar vertelt de voorstelling zoveel meer.

Foto: Katja Illner