Het lijkt wel wat op een strafzaak, de enscenering die regisseur Agaath Witteman van Studio Antigone aan Schrijf me in het zand heeft gegeven. De lege stoel van het slachtoffer (Anne), tussen twee getuigen/bepleiters (zus en jeugdvriendje/psychiater), de medeplichtige (moeder) helemaal links en de dader (vader) rechts. Met zus Judith als detective zien we een weerzinwekkende geschiedenis rondom incest met gepaste afstandelijkheid aan ons voltrekken.

Judith bezoekt haar ouders na de onverwachte, zelfverkozen dood van haar zus Anne, waarmee ze nauwelijks contact had, omdat zij in een psychiatrische inrichting zat en psychotisch was verklaard. In de achtergebleven dagboeken en nooit verstuurde brieven ontdekt ze een vreselijk geheim: haar vader blijkt haar zusje jarenlang seksueel misbruikt te hebben. In Schrijf me in het zand onderzoekt Judith (Marguérite de Brauw) hoe het zo heeft kunnen lopen. Ze voelt haar ouders aan de tand en kijkt kritisch naar haar eigen herinneringen.

De tekst van Inez van Dullemen stamt uit 1989 en werd toen opgevoerd door het Theater van het Oosten, waar Witteman het ook regisseerde. Het stuk is op waarheid gebaseerd en werd in tien landen ten tonele gebracht, maar in Nederland is het sindsdien niet meer te zien geweest.

In de nieuwe enscenering kijken de meeste personages zwijgend toe vanaf een klapstoel, die ze in het midden zetten als ze in de scène zitten. Niet Anne (een indrukwekkende Céline Vermeulen): ze rent op uit de coulissen als ze in herinneringen weer eventjes tot leven komt – met stuurse blik verbergt ze met kromme schouders haar postuur, haar armen bungelend, een herkenbaar tienermeisje. Vermeulens Anne is levendig en expressief, maar ondergaat met holle ogen het geweld.

Julien Croiset speelt Annes vader kruiperig en meelijwekkend, de moeder die Tineke Schrier neerzet is een al even teleurstellend figuur. Van Dullemen gaf hen de meest hopeloos stemmende argumenten; ze zou het zelf hebben uitgelokt, haar moeder jaloers hebben gemaakt, het zou de minst opzichtige oplossing zijn geweest voor de overdreven seksdrive van vader. De kleine dubbelrol van Yannick Bronkhorst illustreert de impact op Annes leven buiten de familie. Witteman omlijst het drama met stemmige pianoklanken en droevige operazang en geeft geen verlichting aan de situatie.

Tijdens de paar feitelijke beschrijvingen van het misbruik voel je je eigen weerstand voor de ongemakkelijke waarheid. Schrijf me in het zand maakt schrijnend duidelijk hoe wegkijken werkt en welke onherroepelijke schade dat kan doen. Niet voor niets haakt de voorstelling aan bij de #durftezien campagne van Wij zijn M, het CSG, en het prentenboek Sam en het niet leuke geheim, die samenwerken om bewustzijn over die afwerende impuls te vergroten, zodat er ruimte komt voor kinderen om erover te praten. Volgens deze campagne maken in elke basisschoolklas gemiddeld twee kinderen iets dergelijks mee. Oef.

Foto: Marieke Timp