Puttend uit zijn ervaringen als Chinese Nederlander brengt choreograaf Ruben Chi verschillende werelden bij elkaar. De ontmoeting tussen oosterse en westerse cultuur en tussen klassieke musici en hedendaagse dansers levert mooie momenten op. Maar de levensenergie waar de titel Qi naar verwijst krijgt weinig ruimte om vrijuit te stromen.

Ruben Chi verdiende zijn sporen als danser in de hiphop-community. Als choreograaf verkende hij de afgelopen jaren ook andere stijlen en genres. Voor Introdans maakte de vanuit Arnhem opererende Chi onder meer Sun, waarin hij in een jazzy flow de dialoog aanging met werk van Hans van Manen. Al net zo vloeiend was zijn bijdrage aan het Introdans-programma Hub Club. In het fraaie miniatuurtje Infatuation koppelde de choreograaf een bluesgevoel aan nonchalant uitgevoerd ballet op spitzen.

Ook in Qi laat Ruben Chi zich kennen als een maker die liever op zoek gaat naar culturele overeenkomsten dan culturele verschillen. Dat levert zeker mooie momenten op, zoals in het begin. Vanuit een eenvoudige armbeweging, die doet denken aan de drijfstang van een ouderwetse locomotief, ontstaat door toevoeging van de andere arm een soort martial arts-pose. Terwijl de vier dansers – met uiteenlopende achtergronden in hiphop en contemporary dance – soepel door de knieën buigen evoluëren hun armbewegingen naar complexe hiphop-patronen. Deze sequentie wordt in de muziek mooi gespiegeld in een spaarzaam vioolmotief waar net zo spaarzame strijkersmotieven tegenover worden gezet tot er een zachtjes stuiterende polyritmiek ontstaat. 

De mooi opgebouwde flow wordt onderbroken als de dansers beginnen te sjouwen met decorstukken. Annelies Michelle Shakison ontwierp een op zichzelf mooi en helder toneelbeeld met vier kubusvormige krukken en vier podia met grillige hekwerken. Aan het begin van de voorstelling liggen die op hun kant middenin de ruimte. Het is aan de dansers om al die objecten op hun plaats te zetten.

Een sequentie waarin de krukjes steeds weer worden gebruikt om een van de dansers als het ware in te metselen is best aardig om te zien. Maar terwijl dit beeld overtuigt als metafoor voor beperking en voor levensenergie die niet kan vloeien haalt het gesleep met die krukjes ook – en dat is jammer – de energie uit de voorstelling. Uiteindelijk worden alle decorstukken gecombineerd zodat er vier rijdende tronen ontstaan waarop de musici plaatsnemen. Het is zonder meer knap hoe de leden van het Voirin Quartett al musicerend het contact met elkaar behouden, terwijl ze door de dansers draaiend en tollend over het toneel worden gereden. Ook hierbij zijn de dansers zo druk bezig met het manipuleren van objecten dat het dansen er regelmatig bij in schiet. 

De fysieke ontmoeting tussen klassieke musici en hedendaagse dansers resulteert vooral in logistieke perikelen. De artistieke ontmoeting tussen klassiek en modern knettert ook al niet. Het strijkkwartet, samengesteld uit leden van het Oost-Nederlandse symfonieorkest Phion, speelt uitstekend. Maar het door hen in deze voorstelling gespeelde repertoire leunt overwegend naar het nieuw klassieke genre – denk aan Philip Glass en Michael Nyman. Door de repeterende patronen, herkenbare akkoordprogressies en een duidelijk aanwezige beat schurkt deze muziek al sterk tegen de popmuziek aan. Waardoor een echt spannende ontmoeting tussen klassiek en modern uitblijft.

Waar Chi zijn vloeiende choreografie toespitst op een fusie tussen oosterse beweging en westerse dans delven de Afrikaanse wortels van de hiphop helaas het onderspit. Het voelt af en toe alsof sommige dansers bij het zoeken naar een harmonieuze stroming hun rauwere hiphopsensibiliteit moeten onderdrukken. Zelfs in de toegift, waarin elke danser nog even zijn eigen ding mag doen voelt het dansen ingehouden en beschaafd. In een interview met het magazine van Theater Orpheus beschreef de choreograaf Qi als ‘een bescheiden tegenwicht in de huidige nogal gepolariseerde wereld’. Dat is een sympathiek uitgangspunt. Helaas leidt die bescheidenheid in Qi tot een voorstelling waarin het compromis in muziek en dans al helemaal is ingebakken. Het resultaat is vlees noch vis. Of om in de thematiek van de voorstelling te blijven: yin noch yang.

Foto: Sjoerd Derine