Het is een nieuw woord uit de theaterwereld: ‘vriendinnencomedy’, sterker nog: ‘echte vriendinnencomedy’.  Voorstellingen voor vriendinnen over vriendinnenzaken gemaakt door vriendinnen, gespeeld voor zalen vol ‘schaterende dames’, zoals Rick Engelkes Producties benadrukt. Bij de première van Opvliegers 4: Trossen los was de zaal inderdaad goeddeels gevuld met vrouwen, en gegild werd er. Het succes van de reeks Opvliegers is overweldigend; de zalen zijn uitverkocht, de herkenning is groot, het publiek uitbundig enthousiast. Is dat terecht? Ja, het is terecht.

Als je spreekt over high culture en low culture, dan zou Opvliegers tot low culture behoren. Maar waarom? Alle ingredriënten voor een well-made play zijn op verrassende wijze aanwezig, in het script van Allard Blom. De vier hoofdrolspeelsters nemen dit keer een cruise, na eerdere uitstapjes naar Bali, een Oostenrijks skigebied en New York.

De speelplek is het achterdek met ligstoelen en een panoramische foto van het kielzog in een hemelsblauwe zee. Zoals aldoor gaat het over mannenproblemen bij deze vriendinnen, die de jeugd gepasseerd zijn en zich geconfronteerd zien met ouderdom en, daarmee samenhangend, sterk geluwde kansen op de liefdesmarkt.

Aantrekkelijke mannen zijn per definitie jong, stoer, potent, met spierballen. Shirley (Joanne Telesford) droomt van kapitein Anker die zijn schip ‘in haar haven’ mag aanleggen of ‘haar dek schrobben’. Niet meteen de meest fijnzinnige of inventieve opmerkingen, maar in het sterk volgehouden hilarische kader van de voorstelling werken ze treffend. Regisseur Martin Michel en co-regisseur Joep Onderdelinden weten alle losse lijnen sterk bij elkaar te houden en laten op slimme wijze motieven terugkeren.

Als kinderboekenschrijfster Moniek (Sandra Mattie) geheel is vastgelopen in haar roman voor volwassenen, hoort ze de andere vrouwen uit over hun dramatische mannenavonturen om uiteindelijk stof te vergaren. Deze Moniek moet ‘ook zonodig een boek’ schrijven, aldus een cynische Shirley. En Loes (Rian Gerritsen) valt als zangeres in voor haar tweelingzuster, maar verknalt in grote dronkenschap haar optreden op het schip, toepasselijk de Big Mermaid genoemd. Tot slot is er Joke (Anouk van Nes) die een camera in de keuken van haar man heeft gemonteerd om hem te betrappen op mogelijk overspel tijdens haar afwezigheid.

De obsessieve wijze waarop Shirley op de datingsite Crush naar mannen zoekt, is niet alleen maar komisch, er schuilt ook een tragiek in. Zodra ‘man 51 in wit jasje’ in haar nabijheid komt, slaat het vuur door haar heen. Haar ’trossen’ ofwel borsten mogen los. Tegenover deze trivialiteiten, die in de zaal op vaak uitzinnige bijval mogen rekenen, staan ook gevoeliger scènes, zoals die tussen Moniek over haar dementerende moeder. Mattie’s lied over de tijd die ‘wonden heelt maar niet die van de ouderdom’ is aangrijpend en zelfs het begrip ‘de tandeloze tijd’ naar de romancyclus van A.F. Th. van der Heijden komt langs. Hier gaan we van lage cultuur naar hoge, om het zo te formuleren. De lach schuilt ook in sterk aangezette, tragikomische scènes, zoals deze: ‘Als je tijdens een date het woord ‘overgang’ laat vallen, verdwijnt je afspraakje op slag; Hans Klok is er niets bij.’

Op vaardige wijze gaan komedie en tragikomedie in elkaar over, is er lach en ontroering, en niet alleen maar opvliegers en andere ongemakken van de vrouwenleeftijd, zoals de actrices enkele keren memoreren. Het energieke en perfect getimede spel, de liedjes van componist Jeroen Sleyfer in prachtige begeleiding, decor van Marjolein Ettema en kostuums door Yvonne Fraay maken de voorstelling tot meer dan alleen maar een schaterlach. Het gaat uiteindelijk óók over diepere en serieuze zaken. De ouderdom, die ligt onophoudelijk op de loer. Rian Gerritsen maakt van haar dubbelrol als demente moeder van Moniek een ontroerend personage.

Foto: Peggy de Haan