Een vrouw gekleed in tijgerprint staat mallotig vogelgeluiden te imiteren in de hoop antwoord te krijgen uit de Zuid-Afrikaanse bush. Een andere vrouw telefoneert kibbelend met haar man over het bloemetjesbehang in hun nieuwe huis. Een volgende vrouw struikelt het podium op en begint hysterisch bang te schetteren omdat ze in haar tijgerprint-vriendin een echt wild beest meent te herkennen. Nee, niet als grap, maar echt. Als er een prijs zou bestaan, zoals de Loden Leeuw of Rotten Tomatoes Award, voor de slechtste openingsscène van een theatervoorstelling, dan zouden schrijver Allard Blom en regisseur Martin Michel een goede kans maken om die in de wacht te slepen.

Als je naar Opvliegers gaat, dan weet je dat je een avondje melig lach-of-ik-schiet-vermaak te wachten staat. Dat is de basis van de reeks vriendinnenkomedies die al vier keer het daarop voorbereide publiek aan het lachen heeft gemaakt. Op zich niets aan de hand. Je moet ervan houden.

In een poging opnieuw iemand van dit medium naar het theater te krijgen, benadrukte de pr-afdeling van Opvliegers dat deze afsluitende aflevering meer is dan alleen plat vermaak. ‘Waar in de vorige vier Opvliegers eigenlijk alleen maar gelachen werd over de ene flauwe grap na de andere, zit hier wel een wat diepere laag onder.’

Dan hoef je in feite niet eens verder te lezen, dan weet je dat een van de personages kanker krijgt, en als het om de opvliegers-doelgroep gaat, zal het wel borstkanker zijn. Deze ziekte is voor schrijvers het redmiddel om een onbenullige voorstelling toch een serieus tintje te geven. Ook de andere vrouwen, die in Zuid-Afrika zijn omdat hun vriendin daar is voor een fotoshoot voor de Postcodeloterij, hebben natuurlijk hun sores: huis afgebrand, overmatig social media gebruik om seks-dates binnen te slepen, en wat zit er achter de liefde voor een hoogbejaarde miljonair? Nou, daar kan Allard Blom wel een lading vette grappen over verzinnen. En ook decorontwerper Marjolein Ettema kon zich lekker uitleven in een kartonnen jeep en wilde dieren die in silhouet verschijnen door een reusachtige verrekijker.

Er staan prima actrices op het podium, die dit genre goed aanvoelen: Rian Gerritsen, Anouk van Nes en Joanne Telesford gaan onbekommerd door het lint, terwijl Sandra Mattie wel raad weet met haar chagrijnige personage. Er werd op de première met enige regelmaat onbedaarlijk gelachen in de zaal. Zoals gezegd, er is publiek voor een dergelijke kolderproductie. Maar het moge ook duidelijk zijn, dat uw scribent van dienst daar niet toe behoort.

Toch was het ook voor hem geen verloren avond, en dat kwam door de liedjes. Als er weer een flinke portie de-broek-zakt-af-grappen waren gemaakt, werd er gezongen. Heel goed gezongen, want dat kunnen die vrouwen ook. Grappige, vrolijke teksten. Prachtige, ontroerende teksten. Ook dat is het werk van Allard Blom. Met sfeervolle composities van Sophie Veldhuizen en Jeroen Sleyfer. Geweldig zoals Sandra Mattie (als de zieke vrouw van het kwartet) zingt over alle exotische dingen die ze nog in haar leven wil doen, maar toch het liefste gewoon dicht bij haar geliefde wil zijn. Oh, als Blom, Veldhuizen en Sleyfer toch eens vijftien liedjes zouden maken: geheid een topavond.

Foto: Peggy de Haan