Het is een nieuw genre: vriendinnencomedy. Opvliegers 1 was er al een, net als Zadelpijn en ander damesleed, Moordvrouw en Hormonologen. Met Opvliegers 1 (2015) door Rick Engelkes Producties gaven vier sterke podiumvrouwen acte de présence op een vriendinnenvakantie naar Bali. De vrouwen zijn in de overgang. Op vrolijke wijze, niet zonder zelfspot, belichten ze alle aspecten van de leeftijd die de prille, aantrekkelijke jeugd allang voorbij is. Wie 50 jaar wordt, is weliswaar twee keer 25. Maar dat is ook nog altijd 50, al sta je nog naakt in de Playboy.

Met Opvliegers 2: in de sneeuw is er nu een vervolg op het eerste avontuur. De opvliegers en aanvallen van hitte (‘een tsunami’, zoals een van de vrouwen zegt) krijgen een mooi contrast met de sneeuw, natuurlijk. Op de achtergrond zien we een besneeuwd Tiroler berglandschap. De dames zijn in skikleding en aan het slot, als jaloezie en wrevel de overhand hebben genomen, klederdracht, Trachten zoals het heet.

De verhaallijn van de eerste Opvliegers zet scriptschrijver Allard Blom en regisseur Martin Michel voort. In zekere zin is er sprake van herhaling. Opnieuw is Lydia (Antje Monteiro) de vrouw die nog altijd overtuigd is van haar sexappeal voor jongere mannen, in dit geval skileraar Rudi. Eerst heet hij ‘een god op latten’, later ‘porno op de ski’s’. Anne-Mieke Ruyten als Ellen is opnieuw vervuld van aardstralen en Mindfulness, in dit geval met haar nieuwe liefde Jaap. Bij haar ontluikt beginnende vergeetachtigheid. Haar eerlijkheid zorgt voor dramatische verwikkelingen: eerlijkheid is mooi, maar als de dames elkaar al kijvend de waarheid vertellen, kun je beter níet eerlijk zijn. Keet (Hymke de Vries) probeert haar kunstgalerie al telefonerend gaande te houden en Sas, vertolkt door Anousha Nzume, stuurt selfies de wereld rond met hashtags als @pussiesinthesnow.

De tekst is soms behoorlijk grof, zoals deze als verwijt aan Lydia: ‘Zodra ze een piemel ziet, dan ziet ze geen vriendin meer al staat die rechtop voor haar.’ De voorstelling begint ermee dat de vier comédiennes toegeven dat ze met de sneeuwreis willen stoppen: de wintersport is weliswaar een uitvlucht uit de sleur van een saai bestaan, maar eenmaal gearriveerd komen ze in de sleur van vriendinnenruzie terecht. Elk heeft zo haar tragiek: het drieletterwoord ‘oma’ is Keet een vloek. Hymke de Vries zingt er een hartbrekend lied bij dat het midden houdt tussen zelfmedelijden en zelfinzicht dat zij, als grootmoeder, aandacht voor haar kleinkind zou moeten hebben. Sas van Anousha Nzume is een rol vol oprechte hartstocht voor het leven, dat je maar éénmaal leeft. Zo vullen de vrouwen en hun problemen van vooral lichamelijke aard elkaar aan. Oud worden en jong willen zijn: dat is de kern.

De voorstelling scheert soms al te luchtig langs de werkelijke tragiek heen. Over het ouder worden en het verlangen naar vroeger zijn de indrukwekkendste toneelstukken geschreven, van Schnitzler, Tsjechov tot Pinter. Maar akkoord, dit is luchtig divertissement, een vluchtige tragikomedie die werkt met bestaande sjablonen, comedy met musicalelementen.

De actrices zingen vaardig, soms te hard en af en toe zelfs schril, zeker vierstemmig. Antje Monteiro heeft de meeste liederen, en dat is zonder meer kwalitatief hoogstaand. Natuurlijk mag ze jodelen en krijgt ze de gretige zaal mee. De opvliegers raken gaandeweg steeds meer op de achtergrond, en wat overblijft is onderling gekissebis.

Er is wel een vraagteken bij het genre vriendinnencomedy te plaatsen: het feminisme is ver te zoeken. De vier vrouwen zijn extreem afhankelijk van mannen en de ‘echte’ liefde. Hun hormonen gieren onveranderd door hun lichaam. Je kunt je afvragen waar hun zelfstandigheid of soevereiniteit is gebleven. Alles draait uiteindelijk om mannen, zelfs als de dames in weliswaar mooi gevonden scènes van de skihellingen dalen. Zelfs zwart. Met gebroken been tot gevolg.

Foto: Peggy de Haan