Vlakbij het Circustheater op De Parade stoot een vrouw de dame naast haar aan. ‘Wat een bekend gezicht,’ wijst ze naar de poster waarop de voorstelling van Harry Piekema is aangekondigd. ‘Ja ja,’ kirt haar vriendin samenzweerderig, ‘van de Albert Heijn! Hij speelt in die reclames.’ De andere vrouw slaakt een kreetje: ‘och, ja!’ Het moet Piekema dagelijks overkomen. Hij heeft een ‘bekend gezicht’, maar staat nu met Onbekend op de Parade.

Piekema benoemt het maar meteen, zijn vorige carrière en de aanbiedingen die hij kreeg toen hij stopte als de jolige supermarktdirecteur in AH-commercials. Als we die sketch moeten geloven, was de toprol waarop hij hoopte er niet gelijk bij. (Toch speelt Piekema volgend jaar in Borgen van het Noord Nederlands Toneel.) Maar lang praat hij daar niet over door. Zoals hij nergens echt lang over doorpraat. Steeds speelt hij een korte sketch, dan een liedje en begint vervolgens over iets totaal anders. Een scène over de charme van Amerikanen bijvoorbeeld, over belangeloos liefhebben of zijn zwarte kant. Mooie, poëtische observaties zitten er tussen, maar wat ze met elkaar te maken hebben – geen idee.

Onbekend begint met wat je, zeker op basis van titel en publiciteitsteksten, verwacht: bespiegelingen van een man die bekend werd als personage (wereldberoemd binnen de grenzen van een landje vol Wuppie-liefhebbers). Maar geleidelijk klapt de voorstelling open als een waaier van onderwerpen die nauwelijks iets met elkaar gemeen hebben. Misschien is het een dwarsdoorsnede van de man achter het AH-personage, maar zelfs dan ontbreekt een rode draad die alles enigszins aan elkaar stikt. Daardoor vallen de bespiegelingen soms wat rauw op je dak. Gelukkig zijn er de liedjes waarbij Piekema zichzelf begeleidt op ‘autoharp’. Gitaar of piano spelen kan hij naar eigen zeggen niet, maar wat hij wel kan, is liedjes schrijven met hele goeie teksten. Liedjes die clichés uit de weg gaan en zijn alterego onmiddellijk doen verbleken. Harry Piekema? ‘Is dat niet die man van die mooie liedjes?’