Drie jaar geleden maakten theatermakers Stan Vreeken en Jorn Heijdenrijk de prachtige Paradevoorstelling Slumberland, een melancholisch theaterkleinood over de dood. In een poëtisch en filosofische afwisseling van liedjes en oude volksverhalen, reflecteerden ze op relativerende wijze op het leven in het licht van het onontkoombare einde.

Hun nieuwste voorstelling Oeirapoeroe borduurt voort op dat recept. De titel verwijst naar een mythisch zangvogeltje dat ook wel bekendstaat als ‘koning van de liefde’, en dat prachtig kan zingen. Volgens sommigen brengt het geluk als je deze vogel hoort zingen. Volgens sommigen hoor je hem pas, vlak voordat je sterft. Voor sommigen zal dat in elkaars verlengde liggen.

Vreeken (spel, zang, gitaar) en Heijdenrijk (spel), aangevuld met muzikanten Mats Voshol, Dave Wismeijer en Floris van der Vlugt, proberen het verlangen te vangen dat ons aanzet tot eigenlijk alles wat we doen, alle driften en daden die ons in beweging zetten – en die even zelfdestructief als noodzakelijk zijn om de tijd die we moeten verduren zin en betekenis te geven. Verschillende verhalen, observaties en bespiegelingen – waaronder de mythe van Orpheus en Eurydice en een oud volksverhaal over een muzikant die verliefd wordt op een koningin en in een zangvogeltje verandert – worden afgewisseld met stemmige songs die muzikaal geïnspireerd zijn op het zanggeluid van de als oeirapoeroe bekendstaande Zuid-Amerikaanse zangvogel, de Cyphorhinus aradus.

De Paradetent hangt vol met vogelkooitjes, maar als zich één ding uittekent in deze half uur durende muzikale voorstelling, is het dat verlangen zich niet laat kooien. Dat sluipt tussen de spijlen door, wringt zich onbedwingbaar door gaten en kieren en stort zich uit over het leven. En dus eindigt de voorstelling onontkoombaar in een prachtige, muzikale liefdesverklaring.

Foto: Neeltje de Vries