In 2064 hebben we (of beter: heeft het deel van ons dat er dan nog is) onzichtbare keukens en robots voor van alles. Als het aan muziektheatercollectief Nieuw Niks ligt tenminste. In Parade-voorstelling Voer dwalen vier ouderen door een ruimte met allerlei lampjes, knopjes en schermen, waar eten in blauwe porties uit zakjes komt op volstrekt onduidelijke momenten. Voer is een muzikaal snapshot van de toekomst, lekker nostalgisch over nasi met saté en gebakken uitjes.

In het futuristische ruimteschip-decor van Dymph Boss plakt Nieuw Niks een reeks willekeurige momenten achter elkaar. Er is een eenzame, oude man die wat ontheemd voor zich uit mompelt (Freek den Hartogh), een stel dat de loftrompet afsteekt over de wondere wereld van nieuwe technologie (Arend Niks en Mick Paauwe), en een dame (Roos Drenth) die zich wanhopig stort op het apparaat dat voedsel produceert – maar nét niet wanneer zij dat wil.

Niks en Paauwe componeerden enkele nummers die, in regie van Rogier in ’t Hout, strak worden uitgevoerd door de vier spelers. De voorstelling barst van muzikale creativiteit: als Niks opeens een kistje aan een van de wanden opent en daarop begint te spelen, als hij overtuigend begint te trommelen op een drumstel dat er helemaal niet is of als de vier spelers, a capella, transformeren in een (keuken)machine.

Bij die muzikale virtuositeit steken de sketches tekstueel, geschreven door Fenneke Wekker, wat kaal af. Ze zijn grappig, maar onsamenhangend, soms wat braaf of nietszeggend, een tikje vreemd, maar niet echt absurdistisch. Hoewel de performance muzikaal dus strak in elkaar steekt, ontbreekt daardoor de spanning of een lijn die het geheel één kant op stuwt. Dat is niet erg zolang er zo goed gezongen en gespeeld wordt, maar valt op zodra de muziek wegvalt. Gelukkig gebeurt dat niet vaak, waardoor Voer vooral een droogkomisch inkijkje blijft in een wereld die er over vijftig jaar heel anders uit zal zien.

Foto: Corrine Bot