De rij mensen staat op. Onhandig wurmt iemand zich voor hen langs. Zoals je dat doet in het theater: pogend om de onbekende waar je noodgedwongen langs moet om je stoel te bereiken, zo min mogelijk aan te raken. Danser Sedrig Verwoert kan er niet op wachten: plots rent hij vanuit de coulissen naar het midden van het toneel. Alwaar hij zijn arm losjes, maar toch daadkrachtig de lucht in steekt. Zijn handeling trekt direct de aandacht en vormt de aanzet van Next van de Israëlische choreograaf Emanuel Gat, die tijdens het jaarlijkse ICK Fest, het festival van ICK Amsterdam, in première gaat.

Zes dansers volgen elkaar in een soort kat-en-muisspel. Wanneer iemand eveneens een arm in de lucht steekt, valt een volgende op de grond, waarna een ander een been in de lucht steekt. Zo ontstaan motieven die constant veranderen. Het lijkt wel een soort domino waarbij de dansers elkaar aansteken, en dan soms ineens tegelijk dezelfde kleur en hetzelfde cijfer hebben en pijlsnel synchroniciteit vinden. De dansers kijken elkaar onderzoekend aan, volgen elkaar zonder hun eigenheid te verliezen. Mooi is het zwaan-kleef-aan-duet, waarbij twee dansers hun benen als een Siamese tweeling aan elkaar plakken en zo als lamme kikker het toneel over reizen.

Gat heeft dan ook zeker interessante bewegingstaal ontwikkeld met zijn dansers. Hij gaf hen opdrachten om tot een choreografie te komen. Hij werkt daarbij met sterke dansers, waarbij Verwoert met zijn elegante, sexy en soms bijna vogueing-achtige bewegingstaal de show steelt.

Toch kabbelt Next voort en voelt het tam en mat. De keuze voor lieflijke, zoete pianotonen die als een slaapliedje de choreografie wiegen, lijkt bijna tegen de dansers te werken. Zij pogen elkaars idioom over te nemen en creëren daarmee een sfeer van volharding en ijver. Dat vormt een groot contrast met de kalmerende muziek, die dat juist weer ondergraaft.

Wanneer de dansers in een cirkel staan en elkaar afwachtend aankijken, vraag ik me af: waarom wachten ze? In Next wil Gat blootleggen welke keuzes en mechanismes achter een choreografie schuilgaan. Te zien is hoe de dansers elkaars bewegingsmateriaal overnemen en van elkaar leren. Daaruit ontstaan boeiende motieven en patronen en het illustreert de intelligentie van het lichaam. Het punt is dat die choreografie van tevoren al bepaald is, wat de spanning grotendeels wegneemt.

Foto: Alwin Poiana