De witte kussens die verspreid liggen over het toneel, gooien de dansers op twee grote hopen aan weerszijden. Het arsenaal aan houten stoelen krijgt dezelfde behandeling: midden op het toneel bouwen ze een Les Misérables-achtige barricade van waarachter ze plaatsnemen. Klaar voor de strijd. Welke strijd? In De zwanen en de anderen van Ballet National de Marseille komen de choreografieën van Marius Petipa (1818-1910, bekend van onder andere Het zwanenmeer, Don Quichot, De schone slaapster en De notenkraker) samen in een clash met de hedendaagse (dans)cultuur en popmuziek.

Goed gedoseerd door choreografen Emio Greco en Pieter C. Scholten levert dat het recept op voor een heerlijke potpourri van klassiek repertoire in een hedendaags jasje, of andersom. Te midden van die chaos stelt De zwanen en de anderen ook nog relevante vragen over hoe het klassieke vocabulaire van Petipa nog in de hedendaagse maatschappij past en wat dat ons kan leren.

Want waar het repertoire van Petipa nu als traditioneel erfgoed wordt gezien, was hij eind negentiende eeuw zijn tijd ver vooruit. Petipa was de eerste choreograaf die beweging en vorm in klassieke, verhalende balletten voorop zette, waarmee hij een echte avant-gardist was in zijn tijd. De dansers van Greco en Scholten springen nu letterlijk voor hem op de barricades, juist door hun hedendaagse ideeën daarover te behouden.

Een mannelijk zwaantje voert helemaal alleen de klassieke Dans van de zwaantjes uit, afkomstig uit Het zwanenmeer. Het corps dat achter de stoelenbarricade staat kijkt argwanend toe, maar ontkomt niet aan collectief het hoofd meebewegen wanneer de zwaan omhoog, omlaag en opzij kijkt. Tot ze zich niet langer kunnen bedwingen. Het klassieke repertoire is blijkbaar te aantrekkelijk. Tsjaikovski’s meest bekende muziekmotief start en twaalf zwanen geven zich eraan over. Nou ja, bijna dan. Eén houdt zich koppig afzijdig en creëert daarmee een asymmetrie in de drie groepen die Petipa waarschijnlijk afzichtelijk had gevonden.

De scène illustreert het uitgangspunt in De zwanen en de anderen: het is geen parodie waarin Petipa’s klassiekers op de hak worden genomen. Greco en Scholten trekken eerder een parallel naar het heden en zoeken naar een manier om Petipa’s esthetiek te verhouden tot de huidige (dans)cultuur en de relatie daarmee te verkennen. Dat doen ze bijvoorbeeld door de fiere, dynamische Kitri-solo uit Don Quichot door een man op spitzen tussen een gevolg van vrouwen te laten dansen, in plaats van deze te behouden als solo.

Maar ook door hits als ‘Back to Black’ van Amy Winehouse, ‘Losing My Religion’ van R.E.M. en ‘Sound of Silence’ van Simon & Garfunkel in te zetten wanneer Tsajkovski’s oorspronkelijke muziek blijkbaar tekortschiet. Het klassieke repertoire uitvoeren op die muziek doet geen recht aan de indrukwekkende pirouettes en sprongen, die door Tsjajkovski’s muziek juist verheven worden en nu toch wat willekeurig aanvoelen. Toch geeft het wel een boeiende draai aan het geheel wanneer de overige dansers als hofhouding in een klassiek ballet vanaf de zijkant toekijken, zittend op hun houten stoelen.

Als tot slot de veren uit de kussens als sneeuw naar beneden dwarrelen en de dansers vol trots bovenop hun stoelenbarricade staan, als verwarde zwanen bedekt met een verenkleed, is Petipa’s werk omgeschopt, maar tegelijkertijd behouden door het in een hedendaags jasje te steken.

Dit is een van de laatste voorstellingen van Emio Greco en Pieter C. Scholten bij het Ballet National de Marseille. In 2014 gingen ze het avontuur aan. Doel was om de internationale banden van ICK Amsterdam, hun Nederlandse gezelschap, te versterken. Omdat de Franse overheid heeft besloten dat dat gezelschap zich in de toekomst meer moet richten op jeugddans, stoppen de choreografen in 2019 met hun artistiek leiderschap bij het gezelschap.

Foto: Didier Philispart