Als het publiek de kleine tent betreedt, zweeft Benjamin Abel Meirhaeghe al in lotushouding. Esoterische klanken en rook begeleiden het eerste protestlied ‘Today’ waarin we elkaar virtueel de hand schudden alsof we zusters en broeders zijn. Maar vandaag is overschat en het is tijd dat we van provider veranderen en onze wifi-verbinding met hem zoeken.

Meirhaeghe presenteert zichzelf als ‘a self-proclaimed narcissist and wannabe countertenor’ en in My protest drijft hij niet zozeer de spot met zichzelf, maar vooral met het geposeer van vrijwel iedereen op social media. Het protest uit de titel richt zich niet zozeer op politiek of ongelijkheid, maar zoomt in op lichamelijkheid, geslacht en gender.

De gezongen Engelse tekst schiet alle kanten op: van wat lijkt op een persiflage op seksistische rap tot het quasifilosofisch jargon van zelfhulpguru’s – dat alles in steenkolenengels in nummers met titels als ‘Do you smeel the poop’, ‘Destroy the body’ en ‘We’re bleeding’.

De muziek van producer Alien Observer, deels live, vooral voorgeprogrammeerd, is minder eclectisch, maar vooral voorspelbaar. Interactie tussen beide spelers is daarbij volkomen afwezig, beiden zitten in hun eigen wereld. Laurens Mariën – Observer is uiteraard niet zijn echte naam – zit eigenlijk meer als geluidstechnicus in de tent. Zijn groots aangekondigde solo is alles behalve dat.

Ook de interactie met het publiek is geforceerd en meer gespeeld dan oprecht. Voordat met ‘The great explosion’ de performance besloten wordt, dreigt Meirhaeghe niet verder te spelen als niet eerst iemand een cd van dit project koopt. Niemand hapt toe, waarna het slotnummer gewoon ingezet wordt en die luide knal een sisser blijkt die het publiek in een soort polonaise uit de tent moet lokken.

Natuurlijk, het is spel, en de hele performance beoogt te ‘reflecteren op jouw online gedrag in de virtuele wereld’. Maar My protest kaatst louter oppervlakkigheid en voorspelbaarheid terug zonder aan reflectie toe te komen.

Foto: Erik van ’t Hof