Meeslepende muziek van Philip Glass en lyrische dansers met een fenomenale techniek, die in wisselende formaties in witte balletkleding over het toneel rennen. De lange gespierde ledematen die door het camerawerk goed tot hun recht komen. Een arabesque met gespreide armen en snelle, krachtige draaien en sprongen. Een hand die vol gevoel en emotie langs de wang van haar danspartner strijkt. Dit zijn een aantal dingen die je bijblijven na het zien van de wereldpremière van David Dawsons METAMORPHOSIS, uitgevoerd door Het Nationale Ballet en gefilmd door Altin Kaftira.

Tijdens het Kerstgala van Het Nationale Ballet afgelopen december gaven solisten Anna Ol en James Stout al een voorproefje. Nu, op Internationale Dansdag, wordt het volledige vijfluik door drieëntwintig dansers van Het Nationale Ballet online gepresenteerd. Ze waren genoodzaakt het via Zoom verder te ontwikkelen.

Dawson bedacht de choreografie aanvankelijk voor live in het theater en dat is te zien. De digitale presentatie is simpel gehouden, in zijn geheel gefilmd op het toneel van Nationale Opera & Ballet.

Het stuk opent met een duet van Anna Ol en James Stout. In witte balletkleding, Ol op spitzen, lopen zij met lange stappen over het toneel. Ze zien elkaar, beginnen te rennen, komen tot stilstand in het midden van het podium. Met veel emotie strijkt Stout gracieus met zijn hand over de wang van Ol, waarna zij samen verder dansen in een duet met lange lijnen en ingewikkelde lifts. Zij lijken op elkaar te leunen, even hun eigen weg te gaan, en dan elkaars armen weer te vinden. Ondersteund door de muziek van Philip Glass scheppen zij een intieme sfeer.

Wat volgt is een groepsstuk, een kwartet van mannen en een stuk met drie koppels. De muziek loopt door, net zoals de aankleding door de stukken heen hetzelfde blijft. Ook in de bewegingen zijn er veel herkenningspunten. De formaties wisselen, maar we zien arabesques met wijd gespreide armen, rennende dansers met hun armen opzij en hun blik omhoog gericht, panchés en prachtige port-de-bras.

Het camerawerk van Altin Kaftira zorgt ervoor dat we de dansers van Het Nationale Ballet, in tegenstelling tot bij een live voorstelling, nu eens close-up kunnen bekijken. We zien de expressies en het zweet op hun gezichten, de gespierde ledematen en de kleine details in hun bewegingen. In het groepsstuk wisselt de camera echter zo vaak van positie dat het interessante lijnenspel op de vloer deels wegvalt.

Net als in de muziek neemt de snelheid en explosiviteit van de dansers gedurende het stuk toe, om in het slot weer te verstillen. De terugkerende bewegingen door de stukken heen zijn fijne ankerpunten. Als de dansers na het eerste groepsstuk in een rij staan, met veel gevoel grootse bewegingen maken en met gespreide armen het toneel afrennen, voel je de emotie, maar is het moeilijk te duiden wat de choreograaf wil uitdrukken.

Het is een choreografie voor het getrainde oog, geen makkelijk vermaak. De muzikaliteit en techniek van de dansers is bewonderingswaardig, maar het kost inspanning om je mee te laten voeren. Zelf geeft Dawson aan dat METAMORPHOSIS gaat over doorgaan, niet opgeven en de spreekwoordelijke weg die we afleggen van de winter naar de lente. Maar het kost inspanning om een verhaallijn in de wirwar van bewegingen en emoties te ontdekken.

Het slotstuk van het vijfluik is een ontroerende solo van Riho Sakamoto. Als de muziek verstilt, rent zij het toneel op. Haar armen lijken net vleugels en elke spier in haar lichaam danst mee. Haar handen vallen op en lijken een eigen verhaal te vertellen. Het is de kers op een complexe taart, die vooral de balletkenner goed zal smaken.

Foto: Hans Gerritsen