Zonlicht schijnt het bijna lege klaslokaal van Mees Kees binnen. De meester en Tobias zitten beiden aan een tafeltje en zingen over hun overleden vaders. ‘Ik mis je al mijn dagen. Er is zo weinig dat ik jou nog vragen wil. Dus ik stel gewoon mijn vragen, ook al blijft het daarna stil.’

Het is een beeld uit een van de weinige verstillende, diepgaande scènes in de verder vrolijke en energieke musical Mees Kees Op Kamp!, naar het boek van Mirjam Oldenhave. Qua verhaallijn wijkt de voorstelling weinig af van boek en latere verfilming.

Mees Kees Op Kamp! vertelt, onder regie van Martin Michel, het verhaal van stagiair Mees Kees. De jonge leerkracht pakt alles net een beetje anders aan, staat op gelijke voet met de leerlingen en weet voor alle problemen een oplossing te verzinnen. 

De humoristische toon van de eigentijdse musical wordt meteen gezet door de autoritaire directrice Dreus, gespeeld door Mylène d’Anjou, die met de nodige grappen enkele huishoudelijke mededelingen doet. Gedurende de hele musical wordt er veel om haar gelachen. 

Mees Kees, vol enthousiasme gespeeld door Luuk Haaze, komt als stagiair het kleine klasje van Tobias lesgeven en staat meteen voor een grote uitdaging. De chagrijnige Dreus wil dat de klas op werkweek gaat, terwijl de leerlingen liever op kamp gaan mét een kampvuur en een bonte avond. Mees Kees blijkt een meester te zijn die ik zou wensen voor mijn kinderen. Hij luistert, is grappig en wint al snel het vertrouwen van zelfs de stoerste leerling. 

Met ijle stemmetjes en strakke dansjes maakt de kindercast de liedjes van Allard Blom een genot om naar te kijken. Het plezier en de energie spatten er vanaf. Met snelle bewegingen en strakke choreografie brengen de kinderen veel humor aan in het verhaal. Jammer dat het verhaal vrij letterlijk is overgenomen, waardoor er veel dialogen plaatsvinden die de ruimte voor de zang inperken.

De gelaagdheid van de musical zit hem in het verhaal van de overleden vaders en de ontwikkeling van de personages. Ook de stoerste jongen blijkt eigenlijk heel bang te zijn voor het donker en het braafste meisje eet ook snoep. Deze elementen hadden wel verder uitgediept moeten worden, de donkere kanten blijven erg oppervlakkig. 

Het liefdevolle verzet tegen de strakke regels van mevrouw Dreus is een fijne boodschap. ‘Regels zijn regels. Ook dat wil je de jeugd meegeven voor later’, klinkt het uit haar mond. Maar met de nodige vindingrijkheid weten Mees Kees en de kinderen toch een heerlijke tijd op schoolkamp te hebben.

We zien hoe de leerlingen samenwerken, heimwee overwinnen en verbinding met elkaar aangaan. Ondertussen zit de strenge mevrouw Dreus alleen in haar tentje met haar duizenden regeltjes.

Foto: Annemieke van der Togt