Het woord ‘uniek’ wordt net als de aanduiding ‘als geen ander’ bijna altijd fout gebruikt. Alsof die voetballer de enige is die met zijn linkerbeen in de bovenhoek kan scoren, alsof die dj de enige is die de massa aan het dansen kan krijgen. Maar als de negen programmatitels van de cabaretier samen het acrostichon LAPMIDDEL vormen en als hij een lied van zeven coupletten schrijft, waarin het laatste woord van een zin de Engelse vertaling is van het voorlaatste Nederlandse woord, dat weer perfect rijmt op hetzelfde schema van de volgende zin, dan ben je uniek. Kees Torn is echt uniek. 

Die laatste vorm van rijmacrobatiek moeten we maar even met een coupletje toelichten. Het publiek moest steeds het laatste Engelse woord met Nederlandse uitspraak invullen, hetgeen tot enorme hilariteit leidde.

Terwijl ik mijn vriendin met een stuk taart – pie
En naar een blonde haarlok kijk die ik – I
Vraag ik hoe zij het vindt waarop zij zucht: ‘Sigh
Ik denk dat ik de was maar even droog – dry’

Het heeft even geduurd voordat de definitieve selectie uit de theaterteksten van Kees Torn kon verschijnen. Op de flaptekst van de bundel staat slechts dat het uitstel allerlei oorzaken had. De belangrijkste was dat Torn lange tijd niet in zijn eigen huis was geweest, waar de viezigheid inmiddels zo’n vorm had aangenomen dat de Rotterdamse reinigingsdienst uit veiligheidsoverwegingen de hele inboedel zonder ook maar een seconde na te denken of de bewoner van het pand op te zoeken en in te lichten, meteen op de dag van de ontruiming heeft vernietigd.

Torn noemt het De Grote Uitwissing. Zo is niet alleen zijn enorme verzameling typemachines verloren gegaan, maar ook zijn boeken, platen, piano en vrijwel alle teksten, die hij het afgelopen kwart eeuw had geschreven. Een deel van die teksten bleek digitaal weer te ontsluiten, en de rest werd door Torn vanaf geluidsdragers overgetypt. Het resultaat was een integrale versie van alle liedteksten en gedichten van de negen solo’s van Torn, aangevuld met nog wat teksten voor anderen en een aantal woordspelinkjes en gelegenheidsverzen. Uit die berg heeft Jaap Bakker, de man van Het Nederlands Rijmwoordenboek, dat door vrijwel alle Nederlandse liedtekstdichters als dé echte Bijbel wordt beschouwd, een selectie gemaakt onder de passende titel Mooie boel.

Torn is trouwens de eerste die eerlijk toegeeft dat zijn huis op een vuilstort leek, zoals hij ook schreef in Nagelaten:

Als na mijn dood de nabestaanden
Samen naar mijn woning gaan
Treffen zij een puinhoop aan
Een aanrecht met een vaat van maanden

En een doos vol vuile was
En ze vinden er doorlopend
Post die ik niet heb geopend
En een berg sigarenas

(…)

Viel de keuken al niet mee
Als ze mijn toilet bekijken
Zullen ze toch liever zeiken
Bij de buren op de plee

En daar meteen maar even bellen
Met een reinigingsbedrijf
Om daar drie of vier of vijf
Of zes containers te bestellen

En geen nabestaande zal
Als ze die staan vol te pleuren
Mij nog maar een tel betreuren
Nu verkneukel ik me al

Toen Kees Torn (Oostburg, 1967) op 5 mei 2012 de laatste voorstelling van Loze Kreten had gespeeld voelde dat werkelijk als Bevrijdingsdag voor hem. Hij keerde die avond in het Rotterdamse Luxor het publiek letterlijk de rug toe. Zonder om te kijken verdween hij samen met zijn echtgenote José in de coulissen. Gedwongen door zijn vrouw, die na een tijdje moeite had om die whisky drinkende en sigaren rokende man constant op de bank te zien liggen, kwam hij echter nog een keer terug in een programma met zijn vriend Onno Innemee.

Het was geen slecht programma, maar het was een foute beslissing. Kees Torn was eigenlijk al klaar voordat hij aan Loze Kreten was begonnen, maar hij had nou eenmaal met zichzelf afgesproken dat hij LAPMIDDEL zou voltooien. Hij kon het niet meer verdragen om in restaurants te moeten eten met die gruwelijke achtergrondmuziek. Het rookverbod in de theaters maakte zijn leven ook niet makkelijker. Hij had al bijna twintig jaar geen vakantie gehad en kon het verstikkende ritme van steeds nieuwe programma’s ophoesten, piekeren, titels inleveren en persberichten maken niet meer aan.

Torn schudde de teksten niet uit zijn mouw. Elk woord, elke grap, elke rijmschema werd uitvoerig gewogen en met een perfect vloeiend metrum op papier gezet. Het verzamelen van de nodige woorden voor het Engels-Nederlandse meesterwerk heeft twaalf jaar geduurd. Alle onderwerpen die voor hem van belang waren, heeft hij in die negen programma’s afgewerkt: vriendschap, liefde, de dood, eenzaamheid en natuurlijk de behoefte van een man om eens rustig een ommetje met zijn mol te maken.

Zonder enig overdrijven kan Kees Torn de enige echte troonopvolger van Drs. P worden genoemd. Torn raakt door De Gezusters Karamazov van Drs. P in de ban van hoogwaardige rijm en bijpassende pianomuziek. Op de middelbare school heeft hij al een stapeltje rijmpjes klaar liggen voor de rector met redenen waarom hij weer te laat was. Hij volgt enige jaren conservatorium en scheert langs de opleiding marketing en reclame, een richting waar ook Drs. P zijn rijmtalent heeft getoond. Drs. P heeft meerdere taalvaardige kinderen, zoals Jan Beuving en Frank van Pamelen, maar niemand is zo compleet en zo complex in de vormen als Kees Torn.

In 1994 won hij het Leids Cabaretfestival met een ontwapenend programma over de nutteloosheid van officiële papieren: paspoorten, rijbewijzen, formulieren, contracten en diploma’s.  Torn werd door recensenten op handen gedragen, en in 2007 won hij de Poelifinario, de prijs voor het beste cabaretprogramma van het seizoen, voor Dood en Verderf. Cabaretomroep de VARA zag het niet in hem zitten en daarom zijn zijn shows niet op tv uitgezonden. Volgens Torn vond men hem in Hilversum te moeilijk. ‘Ze willen iemand met gympies die moppen tapt en brult dat de wereld niet deugt.’

Ja, lastig kon het soms zijn. Want je moest wel heel goed opletten om bijvoorbeeld een 8-regelig triolet, waarbij de eerste, vierde en zevende regel identiek zijn, net als de tweede en de laatste regel, bij het eerste horen in de zaal precies te ontwarren.

Het zoontje van de buren zat
Te praten tegen zijn vriendin
En na een uurtje was die schat
Het zoontje van de buren zat
Natuurlijk stond ik zelf, nadat
Ik zorgde dat geen tand meer in
Het zoontje van de buren zat
Te praten tegen zijn vriendin

In het voorwoord gaat Jaap Bakker heel enthousiast in op de technische aspecten van het werk van Torn. Daarover zei hij zelf eens: ‘Ik zit slordig in elkaar. Ter compensatie hebben mijn liedjes waarschijnlijk zo’n strakke structuur. Als het allemaal mooi rijmt, dan lijkt het ook meteen of het waar is.’

Bakker somt bewonderd op hoe Torn superlastige rijmwoorden als ‘dertig’ en ‘nieuws’ weet te bedwingen, met de geweldige rijmvondst Amadeus/elpeehoes komt, een fantastische reeks dubbelrijm verzint op ‘vanillevla’, zoals ‘skiën ga’, ‘op m’n knieën sla’, woordverwisselingen bedenkt (‘Jij zegt wat die ramen kosten. Dan zal ik de kosten ramen’) en het spel met meervoudige betekenissen beheerst: ‘De vrouwtjes trekken zich gewoonlijk weinig aan van mij. Maar in de supermarkt daar staan ze voor me in de rij.’ Bakker schrijft met zijn voorwoord eigenlijk een handleiding voor de lezer, die de teksten van Torn daardoor nog beter op waarde kan schatten.

Op elke bladzijde van Mooie boel is het raak. Torn verbaast, vermaakt en ontroert. Dat laatste bijvoorbeeld met een lied over een baby die vlak na de geboorte is gestorven en Streepjescode, over zijn overleden vader, waarvoor Torn in 1999 de Annie M.G. Schmidtprijs kreeg.

En alles wat je naliet, was een stapel oude boeken
En daarmee zit ik nu al jaren opgescheept
Ik sla er af en toe een open om er sporen in te zoeken
Soms is een zin door jou met potlood onderstreept.

Het is toch niet ondenkbaar dat ik via die methode
Alsnog iets over wie je was te weten kom
Je hebt per ongeluk een zelfportret geschetst in streepjescode
Al staat bij wat je onderstreepte nooit waarom

Had wat je las voor jou een zekere bekoring
Was het een tekst die iets teweegbracht in je geest
Was het om aan te halen bij een overhoring
Of zou het boek eerst van een ander zijn geweest?

Kees Torn geeft bij de liedjes nog een korte toelichting op schakelrijm, batelérijm, slagrijm, overlooprijm en nog meer taalvrolijkheid. Verder zijn alle programma’s, boeken en platen genoemd, en er is register van titels en eerste regels. Er is dus werkelijk niets op dit boek aan te merken. Het is ruim 300 bladzijden puur genieten.

Terwijl Kees Torn de meest getalenteerde zoon van Drs. P is, zowel als liedtekstdichter als plezierdichter, is Jaap Bakker benieuwd waar de zonen/dochters van Kees Torn blijven. Die lat ligt wel verrekte hoog.

Kees Torn. Mooie boel. De definitieve selectie uit zijn teksten is uitgegeven bij Nijgh & Van Ditmar, 303 pagina’s, € 24,99. Foto boven: Andre van der Hout