‘Een poging om jezelf niet meer te hoeven zijn’ is bij uitstek iets om in een peepshow te doen. Charles Pas en Hidde Aans-Verkade hebben in coronatijd een duet gemaakt over verloren liefde. Althans zo leest de beschrijving van Lust for Life, Repeat and Fade, maar in de arena van het Peepshow Palace ligt de nadruk vooral op de logica van een (schijn-)gevecht.

In een rechte lijn, zoals de titel al verraadt, stormen de twee performers op een nootlottig einde af, subtiel begeleid door Oscar Jan Hoogland, die drummend begint en fijnzinnig mixend eindigt. Het wordt nergens erotisch, het zou om een vriendschappelijk verlies kunnen gaan, of om een oefening om zonder handen, puur op energie, je tanden te laten zien.

Prachtige vorm levert het soms op, die noch dans is noch circus. Spier- en zwaartekracht worden tegen elkaar ingezet om de ander dicht en vlammend op de huid te zitten. Er wordt behoorlijk wat risico genomen, en dat niet alleen vanwege het negeren van de 1,5 meter afstand. De uitputtingsslag is reëel, maar als fysieke dialoog is het allemaal wel erg letterlijk en voorspelbaar. Al blijft dat dingetje van hoe twee heteromannen seksueel worden wel in mijn hoofd hangen.

HICCUP, van Timo Tembuyser en Hélène Vrijdag, gaat expliciet in op de kwestie van die verdomde genderdualiteit. Samen zijn de zangers op zoek naar een genderneutrale stem, daarbij en passent inventariserend hoe stemmen in elkaar zitten, hoe die gegenderd raken en waar je dan zoal last van kunt hebben. Mannen met hoge stemmen worden niet serieus genomen. Vrouwen met lage stemmen wel, maar dat gaat dan weer ten koste van hun aantrekkelijkheid.

Ook Tembuyser en Vrijdag gaan redelijk recht op hun doel af. De genderneutrale computerstem blijkt te bestaan, en maar twee hertz verwijderd te zijn van het midden tussen het gemiddelde mannen- en vrouwenbereik, waar de twee zangers zelf op uitgekomen waren.

Alhoewel het mij nog steeds onzinnig voorkomt dat het midden neutraal zou moeten zijn of zo ervaren zou worden, weten Vrijdag en Tembuyser hun lecture performance met genoeg vondsten te larderen om van de vraag naar een neutrale stem een werkelijke zoektocht te maken. Wanneer ze uiteindelijk bij pure tonen uit de 9e eeuw terecht komen en hun a capella zangmateriaal gregoriaans bijstellen, stijgt de arena even op.

Deze twee semipremières, uitgesteld door of juist gemaakt vanwege corona, in het Peepshow Palace Festival laten zien hoe het zoeken is naar een manier om om te gaan met de arena – het publiek rondom, ieder met een eigen venstertje, theater in zoom-opstelling.

Muziek en bands lijken het heel goed te doen, zeker als de draaischijf aangaat en de ingenieuze opstelling in de Expozaal van de Brakke Grond een wonder van elegante display wordt. Maar voor een kwestbaar en kaal theater, dat naar ‘onbemiddeld’ of ‘echt’ contact zoekt, is het niet evident hoe je als performer of toeschouwer afkomt van de dwingende visualiteit van het panopticon.

In een eerdere versie van HICCUP, die ik zag tijdens Winternights, resoneerde het zingen van de zangers en de vragen die zij stelden niet alleen met de stenen muren van de kapel, maar ook met de lichamen van het publiek, dat net zo goed rondom zat, maar nu haast op de vloer.

De barrière van ieder een eigen kijkkamertje met venster, waarachter het publiek zijn lichamen kan terug- (en af-)trekken, maakt het moeilijk om een kwetsbare en wederzijdse vorm van intimiteit te bereiken, zo belangrijk voor het zingen en andere lichamelijke activiteiten. De peepshow biedt een heel ander speelveld, gebaseerd op de logica en de clichés van het voyeurisme. Dat gaat meer om een gevecht om de meest geharde of volhardende blik.

Volgende week spelen Tembuyser en Vrijdag een nieuwe versie van HICCUP tijdens de opening van de Rotterdamse Schouwburg, zonder arenavensters, maar ook met meer zang en minder lecture. En als double bill versterken Lust for Life, Repeat and Fade en HICCUP elkaar, vanwege die onderliggende, alsmaar terugkerende, existentiële vraag naar de bestemming van onze lichamen.