Dat Marina Mascarell werk kan maken voor de grote zaal, daar twijfelt niemand aan. In Lost on Route 44 neemt ze vast een voorzet samen met studenten van de Nederlandse dansopleidingen. Het was de meest frisse inbreng van het Gala van de Nederlandse dans, dat tussen de prijsuitreikingen door een tamelijk belegen programma liet zien.

Twintig jaar bestaan de Nederlandse Dansdagen en dat werd gevierd met een chique diner in de St. Janskerk aan het Vrijthof. De dans mag dan een ondergeschikt budget hebben aan theater, in Maastricht wordt het elk eerste weekend van oktober ruimschoots uitgegeven. Daar verzamelt het hele danscircuit zich immers al twintig jaar en als het aan de directeur Ronald Wintjes ligt liefst nog iets langer, want vanaf nu komt er elk jaar een dansdag bij.

De speelse inbreng van presentatrice Doloris Leeuwin – aan culturele diversiteit wordt duidelijk gewerkt bij de Dansdagen – brak de formele sfeer van het gala en de prijsuitreikingen. Tussen de changementen door, die soms langer duurden dan gepland, wist ze op innemende wijze het publiek te onderhouden met dansanekdotes uit haar eigen jeugd. Alleen haar roep om meer aandacht voor de dans bleek een oude mantra. Die kennen we ondertussen wel. Laten we wel wezen, als de Nederlandse dans artistiek inhoudelijk ergens voor gaat staan, komt dat publiek ook wel. Binnen de BIS-gezelschappen stokt die artistieke ontwikkeling, de hiërarchische structuur zit die in de weg, hoe fanatiek daar ook wordt gewerkt aan talentontwikkeling.

Aan talentontwikkeling doet de Nederlandse Dansdagen ook uitdrukkelijk, naast een nieuwe dansprijs ‘jeugd’ is er ook een nieuw initiatief met de opleidingen AHK, Codarts, Fontys en ArtEz. Jonge choreografen krijgen de mogelijkheid om zich te focussen op de grote zaal met een selecte groep studenten van deze opleidingen. Om eerlijk te zijn is dat deel vanuit het perspectief van de BIS-gezelschappen (Scapino, Introdans, Nederlands Dans Theater en het Nationale Ballet) wel gedekt, jonge choreografen krijgen daar wel kansen. Het initiatief is vooral een ervaring voor de jonge dansers, die zorgvuldig zijn geselecteerd en voor deze primeur vijf weken hebben gewerkt met Marina Mascarell, een choreografe uit de stal van het Nederlandse Dans Theater en Korzo.

Mascarell creëerde een kort werk gebaseerd op Visconti’s filmklassieker Death in Venice. Ze deed dat al eerder bij Ballet de Geneve. Lost on Route 44 is in die zin geen nieuw onderzoek. De eerder geschminkte gezichten van haar jonge dansers in Zwitserland liet ze los, de heldere structuur en grote delen van het bewegingsmateriaal van de oude versie behield ze. Unisono beweegt een groep dansers dicht op elkaar over de vloer, als een zwerm bijen of vogels wervelen ze door de ruimte. Het geluid van hun lichamen creëert een intrigerende soundscore. Die wordt echter ruw onderbroken als de eerste tonen van de filmmuziek, de vijfde Symfonie van Gustav Mahler, klinken en direct een vette dramatische saus over de choreografie kwakt. Jammer wel, het legt het drama hier wel erg op en leidt ons eigenlijk ook af van de fysieke kracht van dit werk.

Het principe van de choreografie is eenvoudig. Steeds breekt iemand los uit de groep, maar nooit lang, want dat wat het individu inbrengt of oproept wordt direct geabsorbeerd door de groep. Vrij speels ontstaat zo een dynamische choreografie die zowel aandacht heeft voor de individuele inbreng van de uitstekende dansers als voor de groep, en vooral de natuurlijke cyclus laat zien die leven heet. Mascarell ontpopt zich tot een ware beeldhouder en vangt haar beelden met veel gevoel voor tijd en timing. Wonderschone momenten levert dat op en een schouwspel dat nog uren zou kunnen duren. Wat een contrast met het belegen Bella Figura (1995) van een andere groep talenten (Codarts) die avond, die een choreografie van Kylian heeft ingestudeerd. In tegenstelling tot het origineel zijn de blote borsten van de vrouwelijke dansers hier bedekt. Onbegrijpelijk, waarom? Rest nog een vraag: wanneer kunnen we de avondvullende versie van Lost on Route 44 verwachten?