Het werk van Pia Meuthen typeert zich in de cross-over tussen dans en circus. De performers waarmee ze al lange tijd werkt hebben die skills volledig geïntegreerd. In haar nieuwste voorstelling Requiem for lost things versmelten dans, paaldans en acrobatiek. De virtuoze beweging sleept het publiek mee, het componistenduo Strijbos & Van Rijswijk draagt zorg voor de gelaagdheid.

We maken kennis met vijf mannen, ze bewegen door, in en rondom een ijzeren stellage. Het bouwwerk dat midden in de zaal is opgesteld, wordt gebroken door horizontale balken die smalle plateaus vormen waar nog net op gelopen kan worden. De mannen leunen tegen de palen, kruipen een voor een door een nauw gat, klimmen erin of hangen eraan.

In Requiem for lost things speelt choreograaf Pia Meuthen met het begrip ‘holle leegte’. De toon in de voorstelling is al snel gezet. Niet in de laatste plaats door de sentimentele noten die direct voelbaar zijn in de compositie van Jeroen Strijbos en Rob van Rijswijk, live uitgevoerd door Han Stubbe (klarinet) en Hannes d’Hoine (cello) van de Antwerpse band DAAU.

Weemoedig hangen ze rond, de vijf mannen. Ze balanceren op de smalle balken, spelen met de randen ervan alsof ze hun leven willen beëindigen en kijken met wezenloze blik de ruimte in. Associaties met vluchtelingen en asielzoekerscentra dienen zich aan. Soms zoeken ze elkaar op, zodat ontmoetingen ontstaan die leiden tot spannend en virtuoos partnerwerk waarin de zwaartekracht wordt getart. Op andere momenten, wanneer de mannen bovenin de stellage hangen of zitten, ogen ze als een groep troosteloze apen in een kooi.

Wezenloosheid beheerst deze voorstelling waarin niets gebeurt en alles zich vooral lijkt te herhalen. Meerdere opgezette raven komen tevoorschijn, die via de dansers een weg afleggen naar het uiterste en hoogte randje van het decor. Soms versnelt de dynamiek van de muziek en beweging. Jammer, want die ingreep forceert de stemming en verbreekt de ingeslagen weg. De verbeelding van de leegte.

De live gespeelde muziek wordt gaandeweg de voorstelling steeds vaker gemengd met een opgenomen soundscape. Intussen trekt Tarek Rammo de hele voorstelling naar zich toe. Hij blijkt behalve een fantastische danser ook een acrobaat met een indrukwekkende beheersing van spieren. Bovenin het ijzeren frame neemt zijn lichaam, gesteund door de andere dansers, de meest onmogelijke posities in.

Het bewegingsvocabulaire dwingt respect af, maar beelden neigen ook naar illustratie. De taal van Meuthen heeft meer ruimte en ruimtelijkheid nodig. Het statische object dat het toneel volledig in beslag neemt staat vooral het spel tussen verschillende hoogten toe. Het is vooral dankzij de prachtige muziek dat de voorstelling vleugels krijgt. Die bespeelt moeiteloos alle stijlen en registers.

Foto: Rob Hogeslag