Berg&Bos, bekend van de Oerol-hit Het jaar van de schlager, toont nu op Oerol het veel ingetogener In limbo. Over twijfelende dertigers en een baas die (op een verademende manier) de spot drijft met al dat getwijfel. Maar waarom moet dit in het gras?

Drie wandjes. Eentje links, eentje rechts, eentje achterin. Met een raam daarin dat uitkijkt op de boom waarin acteur Paul R. Kooij zijn jas heeft opgehangen, en een voordeur om hem binnen te laten als hij als reclamebaas Rob aanbelt bij het appartement van zijn creative Jaap (Maurits van den Berg) en zijn vriendin Lisa (Randy Fokke). Daartussenin een hoop kisten van spaanplaat die kunstig dienst doen als alles: een kast, een kamer, een paar stoelen, een tafel en zelfs een piano (met daarachter zanger-muzikant Jan Groenteman).

Ze staan er niet, die wanden. Maar ze zouden er net zo goed wel kunnen staan. De voorstelling In limbo van Berg&Bos speelt zich tijdens deze editie van Oerol af op een grasveld tussen de bomen, het is er groener dan groen. En natuurlijk is het lekker om in de zon (eindelijk, zon!) vanaf een tribune tussen de bomen naar een toneelstuk te kijken dat evengoed in de kleine zaal van een theater had kunnen staan. Een ingetogen stukje teksttoneel (tekst: Rik van den Bos) met wat fijnzinnige muziek. Maar of het tot het locatietheater behoort waarvoor we ons naar Terschelling hebben begeven?

Het is moeilijk uit te maken waarom dit nou per se op een grasvlakte moet, of het moet zijn omdat de stadse Jaap en Lisa (die op een hippe stadsfiets naar haar werk gaat) zo misplaatst zijn tussen al dat groen. ‘Ga eens naar het park,’ adviseert Lisa Jaap, die deze ochtend heeft besloten niet meer naar zijn werk te gaan. Maar Jaap zou niet weten wat hij in het park moest doen.

De eerste productie van Berg & Bos, Het jaar van de schlager, was een hit op Oerol en het Over het IJ Festival in 2011 en speelde vorig jaar opnieuw op Terschelling. Schrijver Rik van den Bos en acteur Maurits van den Berg richtten tijdens een traject bij Atelier Oerol speciaal hun gezelschap op om deze productie tot stand te brengen. Samen met de (makende) spelers ontwikkelden ze een locatievoorstelling over een vriendengroep die na een fataal auto-ongeluk van een van hen weer bij elkaar komt. Ook hier werd muzikant Jan Groenteman aangetrokken, die brok-in-de-keelmuziek schreef over vriendschap, verlies en dood. En ook hier deed Erik Snel de eindregie.

Maar een op locatie gecreëerde voorstelling over verlies en dood is geen teksttheater over twijfelende dertigers, helaas. Opnieuw schreef muzikant Jan Groenteman een paar gevoelige liedjes die hij zacht, bijna timide zingt vanachter de piano. Maar ontroerend zijn ze nauwelijks, ze gaan over alledaagse twijfels, niet over leven of dood, en ze waaien ook een beetje weg tussen de bomen.

Zo is er wel meer wat wegwaait. De aankondigende tekst over In limbo belooft een vertelling waar een dreiging van uitgaat. Als Jaap, een succesvol reclamemaker, plots aan alles begint te twijfelen, moet hij hard oppassen dat hij zijn vaste vriendin Lisa en zijn sympathieke baas Rob niet meesleurt in zijn zelfverkozen val. Ze bevinden zich ‘in limbo’, in het voorgeborchte in de rooms-katholieke kerk, in de wachtkamer naar hemel of hel.

Maar van een dergelijke dreiging is niets te voelen. Vaste vriendin Lisa piekert er nog niet over zich te laten meeslepen. Lisa ergert zich vooral aan al dat getwijfel van Jaap. Ze wijst hem er eens haarfijn op hoe onvolwassen hij eigenlijk is: eens in de zoveel tijd stort hij een hele bak twijfels over haar uit en zonder er verder over te praten verdwijnt hij vervolgens doodleuk naar zijn ‘aangehouden appartementje’ om een paar dagen weg te blijven.

Het stelletje is een beetje ergerlijk. Geen moment luisteren ze naar elkaar of zitten ze eens op hetzelfde spoor, ze bekvechten alleen maar. Je geeft Jaap groot gelijk dat hij zich nu en dan terugtrekt in zijn ‘aangehouden appartementje’; je gunt immers niemand zo’n vriendin die de hele tijd zeurt over zijn twijfels. (En dan is het ook nog zo’n vrouw die jankend thuiskomt als ze de ketting van haar fiets er niet zelf opgelegd krijgt – je zou er zelf ook van aan het  twijfelen slaan.) Maar je geeft ook Lisa gelijk dat ze zeurt over Jaaps getob, want hij is ook wel echt een ongelooflijk vervelende twijfelkont die eerder praat als een damesblad dan als een gevierd reclameman. En met al zijn oeverloos getwijfel ziet hij zijn mooi vriendin helemaal niet staan, of ze nou in ochtendjas of met lippenstift voor hem staat.

Randy Fokke en Maurits van den Berg geven mooi gestalte aan dit stel en Rik van den Bos stopte een paar fijne taalvondsten in het verhaal, maar wat de makers nu precies beogen met deze schets over Jaap en Lisa? Waarom die twee bij elkaar blijven wordt geen moment duidelijk, behalve misschien even in de scène waarin zij hem om de hals vliegt na het opbiechten van een lieve fantasie. Vliegt daar de deur van het voorgeborchte aan de juiste kant open? Het is nauwelijks denkbaar, met wat we dan al van de sleetse relatie tussen die twee hebben gezien.

Dus wat is het een verademing als Paul R. Kooij zich bij hen in hun appartement voegt als Jaaps baas Rob. Lucht! Die blaast hij er alleen al in door zijn fantastische spel: de vele extra jaren ervaring doen zich duidelijk gelden en in hun dialogen met hem zie je ook Fokke en Van den Berg groeien – een sterke zet dus om hem erbij te vragen.

Maar ook de stem die Rob vertolkt in het hoe-te-leven-debat is bevrijdend. Rob vindt al die twijfels van Jaap bovenal onzin. In een poging Jaap te overtuigen weer naar zijn werk te komen lacht hij zijn levensvragen weg en drijft er de spot mee. Hij weet dat alle dertigers vroeg of laat door zo’n fase moeten, en dat het altijd vanzelf weer overgaat, niks om serieus over te doen. Geen moment lijkt hij te geloven dat Jaap écht nooit meer naar zijn werk komt – en dat doen wij dus ook niet. Intussen maakt hij het zichzelf lekker gerieflijk op Jaaps lievelingsstoel, tot frustratie van Jaap (want zijn levenstwijfels projecteert hij zelfs op die stoel), terwijl hij zich een beetje met het jonge stel bemoeit.

Onvolprezen hoogtepunt van de voorstelling is het door Kooij bijna als een variétéartiest gezongen lied ‘Het gaat beter dan je denkt’, op piano begeleid door Jan Groenteman. Daarin bezingt hij dat het helemaal niet nodig is zo’n halszaak van het leven te maken. ‘Koop bij de kraam een broodje haring, bestel een heel platte tv, er is altijd iets van je gading, loop rustig met de massa mee, voor je het weet loop je te fluiten en zing je supermarktmuziek, het is oké!’ Het publiek zingt voorzichtig mee.

Foto: Saris & den Engelsman