De zestiende editie van het Krokusfestival in het Belgische Hasselt (8 t/m 14 februari) was er eentje van hoge danskwaliteit. Organisator Gerhard Verfaillie voelde zich goed. Hij heeft de zekerheid dat hij de eerste vier jaar kan doorgaan omdat de Vlaamse gemeenschap hem eindelijk structurele subsidie heeft gegeven voor zijn festival.

Dat geldt helaas niet voor Het Lab Utrecht, dat met verschillende (co)producties op het festival stond maar dat in Nederland al zijn subsidies zag stopgezet. Het zien van al die voorstellingen stemt boos omdat zo’n tehuis niet verder kan werken, want wat Het Lab samen met zijn internationale partners op het vlak van innovatie in jongerendans heeft verricht kan alleen maar bewondering opwekken.

Fresh Tracks Europe (FTE) heet het samenwerkingsverband van Het Lab Utrecht, De Kopergietery Gent (België), Dschungel Wien (Oostenrijk), Tanzhaus nrw (Duitsland) en, sinds kortere tijd, danshuizen uit Zweden, Estland, Denemarken en Schotland. Festivalpartners zijn het Krokusfestival, het festival Tweetakt (22 maart t/m 3 april in Utrecht) en het festival Szene Bunte Wähne in Oostenrijk. FTE wil hedendaagse dans voor en ook door jongeren stimuleren en jonge choreografen aanmoedigen en steunen door het organiseren van workshops, bijeenkomsten, uitwisselingen en natuurlijk producties en performances.

Aan hedendaagse dansproducties voor kinderen en jongeren werd twintig jaar geleden nog niet eens gedacht. Nu heeft praktisch elk land (theater)huizen, gezelschappen en organisaties die zich op die discipline voor een jonge doelgroep hebben geworpen. Maar echt bestendigd is het nog allemaal niet. Vlaanderen kent de Kopergietery (Gent) en fAbuleus (Leuven), huizen die met dans voor en door jongeren bezig zijn, maar tegelijkertijd richten zij zich ook op theater en worden ze gesubsidieerd via de theatercommissie. Daarnaast zijn er kleine gezelschappen die steeds opnieuw om projectsubsidie moeten vragen. Een echt instituut voor dans voor kinderen en jongeren bestaat in Vlaanderen niet.

Choreograaf Ives Thuwis (internationaal veel gevraagd, jarenlang de huischoreograaf van De Kopergietery en nu ook werkzaam in zijn eigen Nevski Prospekt) pleitte tijdens het Krokusfestival in zijn Staat van de Jeugddans voor de erkenning van zo’n instituut. Je kunt natuurlijk ook wel choreografen uit het volwassenencircuit iets voor kinderen laten creëren, maar dans maken voor kinderen en jongeren is een aparte stiel. Dat werd later op de dag pijnlijk bewezen in de productie die Thomas Hauert van Zoo maakte voor kinderen. De titel Gevulde dans op verklede muziek beloofde veel, maar de dans ging verloren in een vormenspel van ballonnen, tuinslangen en stokken dat voor het jonge publiek echt veel te lang duurde. Er bestaat volgens Thuwis al zoveel moois in het Vlaamse danslandschap, de Vlaamse dans krijgt internationale waardering, zo ook het jeugdtheater, dus waarom niet die twee troeven ondergebracht in één huis? Hij riep de Vlaamse politici op om daar werk van te maken.

Een aantal FTE-producties was op het Krokusfestival te zien. O snap van Het Lab Utrecht en Tanzhaus nrw in een choreografie van Erik Kaiel werd op Theaterkrant.nl al lovend besproken. Van Kaiel was in Hasselt ook Murakamification te zien. Dansers van ARCH 8  hingen in lantaarnpalen, rolden over straat, verschenen achter reclamepanelen vandaan. De stad ging er anders uitzien. Realistisch maar ook surrealistisch, zoals in het werk van Murakami.

’t Smaakt mij niet (Kopergietey en Het Lab) is een dansante beeldende productie van choreograaf Hendrik Lebon en vormgeefster Sara Dyckmans over hoe bewoners kunnen reageren op een vreemde in hun buurt. De samenwerking van de twee artiesten heeft geleid tot een speels, maf dansant en bijwijlen knotsgek beeldend bewegingstheater waarin de attributen en de vele (eier-)objecten als het ware het samenspel met de personages bepalen. Het decor verrast en zet aan tot absurde beelden en tot acrobatische en dansante bewegingen van de drie rare vogels op het toneel. Imponerend en humoristisch.

Manon Avermaete van Woest maakte bij fAbuleus de productie met de speelse titel Kijk ver genoeg achterom en je kijkt weer naar voor. Buiten de felle joggingbewegingen gebeurt er in het begin ogenschijnlijk niets, maar er heerst een spanning die samen met de energie van de twee meiden op het publiek afstraalt. Je raakt vermoeid, ook als kijker. Voldaan. Maar de twee meiden op de dansvloer gaan verder. Twee wanden bewegen. De ruimte voor de twee meisjes wordt ingeperkt, de wanden schuiven de speelplek van de meisjes weg, schuiven hén weg. De energie is leeggestroomd. De beleving is in rust. En als je na een paar dagen achterom kijkt naar deze voorstelling, dan is het weer opnieuw, vanaf een afstand, genieten.

In opdracht van FTE is er ook een korte dansfilm gemaakt. Unusual is een boeiende documentaire over een groep kinderen uit de vijfde klas van een Brusselse basisschool. Zij dansen en bewegen in de klaslokalen onder begeleiding van choreograaf-danser Benjamin Vandewalle en filosoferen met filosoof Jan Knops over de relaties tussen beweging, denken en intuïtie. Dieter Deswarte legde alles vast.

Van diezelfde Benjamin Vandewalle was er ook een toertje door de binnenstad. Het publiek zit in een houten gesloten kar en kijkt via een spiegelruit naar buiten. Birdwatching 4×4 toont niet alleen shoppende mensen maar ook kinderen die in groepjes elkaar of de voorbijgangers bekijken, op de stoep liggen, tussen de taarten in een etalage staan, met hun neus op het glas plakken, over fietsen hangen, zich vermenigvuldigen in een spel met spiegels. Verrassend grappig, een ideaal festivalnummer.

Kortom: het Krokusfestival en FTE hebben overduidelijk getoond dat hedendaagse dans, zowel narratief als abstract-associatief, voor peuters, kleuters, kinderen, jongeren, volwassenen werkt. Als het maar door (theater)dansartiesten met een artistiek-oprecht en speels hart wordt gemaakt – en zonder knieval naar de jonge en kleine toeschouwers.

(foto: Phile Deprez)