De toiletten in theater De Meervaart waren gisteren even genderneutraal, zo gaven de opgeplakte bordjes op de deur aan. De gelegenheid: de première van Kinky Boots, een aangename voorstelling met hoge energie die speelt met de verwachtingen rondom gender. Het was een van de musicals waar echt naar uitgekeken kon worden dit seizoen. De belofte luidde: pakkende hits, een mooi verhaal en veel uitbundige show. Die belofte wordt in deze productie van De Graaf & Cornelissen Entertainment zeker waargemaakt.

Als Charlie (Jonathan Demoor) op het punt staat om met zijn verloofde naar Londen te verhuizen, overlijdt zijn vader en erft hij diens schoenfabriek in Northampton. Die blijkt er niet goed voor te staan. Door een toevallige (en amusante) ontmoeting met drag queen Lola (Naidjim Severina) wordt Charlie op een idee gebracht: de fabriek gaat schoenen maken voor drag queens.

Tot zover de premisse van Kinky Boots, die weer een bewerking is van de gelijknamige film. Toch heb je niet het gevoel naar een adaptatie (of erger nog: een slap aftreksel) te zitten kijken. Dat deze musical geregisseerd is door een regisseur-choreograaf (Martin Michel) zie je eraan af; de eerste akte gaat in levendig tempo voorbij en blijft in beweging.

Het script van Harvey Fierstein is doorspekt met veel humor, in de vorm van vinnige oneliners voor de hoofdpersonen maar – minstens zo leuk – ook wat meer verstopte grapjes voor de rest van het ensemble. Kinky Boots speelt duidelijk in op de charme van de Britse arbeidersgemeenschap, zoals die ook in Billy Elliot of Made in Dagenham tentoongesteld werd.

De nogal tuttige dialogen tussen Charlie en zijn verloofde vergeef je Fierstein maar. Gelukkig weet Demoor er wat van te maken. Hij is een prima Charlie die soepel zingt en die bovendien erg aangenaam is om naar te kijken. Maar hij is nog net niet zo mooi als de oogverblindende Naidjim Severina als Lola. Zodra zij het toneel bestijgt wordt de aandacht naar haar toegezogen. Severina maakt er een kwieke persoonlijkheid van. En dan is er nog dat prachtige gezicht om naar te kijken, en die benen! Je wil naar haar blijven kijken.

Wie ook opvalt is Vajèn van den Bosch als Lauren, die bij Charlie in de fabriek werkt en zich ontpopt tot zijn rechterhand. Van den Bosch laat in Kinky Boots een nieuwe kant van zichzelf zien. Ze blijkt best komische timing te hebben en levert een verrassend fijn staaltje komedie met haar vermakelijke solo ‘Het boek met foute mannen’.

De muziek die Cyndi Lauper schreef voor de musical creëert mede de perfecte omstandigheden voor Lola en haar angels om in uit te blinken. Lauper schreef een paar aanstekelijke (disco)nummers met bonkende beats, pittige walking basses en elektronische orgeltjes. Die blijven hangen: ‘Een goeie hak is seks’ en ‘Laat je horen’ galmen een dag later nog na in je hoofd. Op deze momenten in de voorstelling wordt op alle fronten uitgepakt; Lola en de angels worden gehuld in de kleurrijke creaties van Arno Bremers die ze van het toneel af laten spatten, en vogue-en erop los. Het spel met genderverwachtingen wordt kundig gespeeld; van de angels kun je op het eerste gezicht niet zien of het mannen of vrouwen zijn. Het grote plezier van Kinky Boots zit op deze momenten in het kijken en bewonderen.

Tegelijkertijd raakt het aan een groter onderwerp, namelijk: wat betekent het om man te zijn? De maatschappelijke urgentie van die thematiek is duidelijk voelbaar en maakt Kinky Boots meer dan zomaar een verhaal over een drag queen.

Temidden van alle shownummers brengt Lauper enige verstilling in een mooi duet van Charlie en Lola (‘In niets mijn vaders zoon’) en een enkele ballad. Die zijn zeer welkom, en bovendien noodzakelijk voor de verdere verdieping van deze voorstelling, waarin de energie over het algemeen vrij hoog zit. Lauper blijkt weliswaar beter uit de voeten te kunnen met upbeat liedjes en ballads dan met de meer musicaleske themaatjes (zoals het barokke ‘Price & Son Thema’), die wat tuttig ouderwets aandoen.

De pauzefinale van Kinky Boots eindigt met zo’n klapper, dat je je afvraagt wat de tweede helft nog gaat brengen; het eerste paar schoenen is immers gemaakt en gevierd. De tweede akte komt rustig op gang met een prikkelend gechoreografeerde bokswedstrijd die de spanning even doet stijgen, maar daarna is nog een gat dat gevuld moet worden. Er moet dus een crisis komen, en die komt er – in de vorm van Charlie die zich, bij wijze van nogal vreemde wending die niet bepaald bij zijn karakter past, als een lul gaat gedragen. Het lijntje dat zich vervolgens ontvouwt gaat volgens een bekend verwachtingspatroon: Charlie beledigt Lola, en uiteindelijk maken ze het weer goed. Natuurlijk.

Ondanks de voorspelbaarheid wordt Kinky Boots nooit echt saai, wat grotendeels te danken is aan het tempo dat Michel in de voorstelling houdt en de uitblinkers van shownummers. Het was weliswaar interessant geweest als er meer was ingezoomd op bijvoorbeeld de relatie tussen Lola en haar vader, die in de tweede akte kort wordt aangetikt met een mooie scène in het bejaardentehuis. Wat meer van die verstilling, zoals ook in het duet van Lola en Charlie werd gebracht, was fijn geweest.

Maar goed, Kinky Boots is vooral feelgood en draait om het vieren: van mooie schoenen, van de arbeidersgemeenschap, en bovenal: van wie je bent. Dat is, temidden van al het feestgedruis waarin de musical uiteindelijk culmineert, de boodschap die je mee naar huis neemt.

Foto: Roy Beusker