De ‘great stage of fools’ uit Shakespeares King Lear (1606) is bij het gezelschap King’s Men de weelderige tuin en het weidse gazon van landgoed De Bellinckhof bij Almelo. De theatergroep bespeelt de Nederlands-Duitse grensstreek van Münsterland in een wervelende, aanstekelijke mix van Duits, Nederlands, Tukkers, Platt-Deutsch en Shakespeare-Engels. Ze trekken in tenten en met een minimum aan theatrale middelen langs de diverse landgoederen. Twee jaar geleden brachten ze Macbeth in hun volstrekt eigen stijl.

Door ziekte van een van de beoogde mannelijke spelers neemt regisseur Silvia Andringa de titelrol voor haar rekening. Met haar drie medespelers plus muzikant (gitaar) en zanger Lloyd Philippo, krijgt het altijd weer fascinerende drama over de oude koning een bijzondere lading. Vooraf lichten de spelers deze rolwisseling toe: als regisseur had Andringa altijd al de touwtjes in handen, nu geeft ze als de oude koning de regie uit handen. De eindregie nu is gedaan door Flora Verbrugge.

Er is nog een reden voor deze meer feminiene benadering, zoals vooral blijkt uit de eerste bedrijven: de machtsbeluste echtgenotes van twee van de drie dochters zijn geschrapt. Dus de grote rollen van Regan en Goneril zien we weliswaar gespeeld door mannelijke acteurs, maar in vrouwenkostuums. De jongste dochter Cordelia opereert geheel in haar eentje. De wisseling van gender maakt van deze King Lear een bijzondere ervaring. Mannen- en vrouwenrollen wisselen elkaar af en maken de Lear meer een voorstelling over dramatische familieverhoudingen dan over oorlog en geweld. Het verdelen van zijn land is door Lear goed bedoeld, maar hiermee roept hij het noodlot over zichzelf af. Wat een geweldig mooi dramatisch gegeven. Hij smeekt om liefde van zijn dochters, en juist dat wordt hem fataal.

Een van de grootste problemen bij elke opvoering van King Lear vormen de nevenplots met de complexe verhoudingen tussen de echtgenoten van de beide oudste dochters, de machtsgreep door bastaardzoon Edmund van de graaf van Gloucester en natuurlijk de  gewelddadige strijd tussen de hertogen Albany (Gonerils echtgenoot) en de hertog van Cornwall (Regans echtgenoot). De uiteenzetting van deze subplots in het eerste deel (voor de pauze) doet het gezelschap voorbeeldig: met behulp van minimale rekwisieten, verkleedkisten en zichtbare kostuumwisselingen krijgt de toeschouwer inzage in de verschillende verhaallijnen. Altijd weer interessant is de band met Frankrijk die de Engelse landadel aangaat, zodat de Frans-Engelse oorlog dreigt. Maar die is, zoals de spelers zeggen, ‘geschrapt’; the war is cancelled.

Overheersen aanvankelijk rationele explicatie en expositie het drama, gaandeweg nemen persoonlijke lotgevallen de overhand. Het is hieraan dat de Lear zijn tijdloze betekenis ontleent. Die persoonlijke lotgevallen zijn bijvoorbeeld de stormscène op de heide met de nar als steun en troost van de koning die bevangen wordt door waanzin, het ogen uitsteken van Gloucester en zijn dwaaltocht over de heide bij Dover waar hij Poor Tom, de dwaze Tom, ontmoet, die zijn eigen zoon Edgar blijkt te zijn en natuurlijk tot slot de koning die zijn dode dochter Cordelia in de armen houdt. Alle nevenplots verdwijnen als sneeuw voor de zon.

Prachtig is de inzet van enkele Beatle-liedjes, waaronder Fool on Hill (uiterst toepasselijk) en vooral het echt weergaloos gebrachte Sorry Seems To Be The Hardest Word van Elton John. Zanger en gitarist Philippo brengt de songs intiem en verstild, en juist hierdoor sluiten ze prachtig aan bij de soberheid van de uitbeelding. Of neem de stormscène: een van de spelers gooit spetters water uit een emmer over Lear heen, de anderen zwiepen met takken, de wind blaast uit de luidsprekers en ja: daar is de woedende storm. Meer is niet nodig. Extreem effectieve toneelmiddelen. De vormgeving van Elze van den Akker en de dubbelrollen van Christian Cadenbach, Laurens ten Den en Marcell Kaiser voltooien de zeggingskracht.

Aan het slot draagt de oude Lear de dode Cordelia in haar amen. Andringa zit in een rolstoel, Cordelia is niet meer dan een jurk in haar armen en de tekst met die wisseling van talen is expressief en poëtisch tegelijk. De King’s Men weten met minimale middelen een grote dramatische betekenis te scheppen. Zij brengen theater zoals het eens bedoeld was, als een rondreizend ensemble dat her en der zijn tenten opslaat, een podium suggereert met slechts enkele decorstukken en kijk, dit is theater.

Foto: Elze van den Akker