In de grensstreek tussen Duitsland en Nederland opereert het reizende gezelschap King’s Men, met de stad Rheine in Noordrijn-Westfalen als uitvalsbasis. De groep die bestaat sinds 2016 speelt uitsluitend stukken van Shakespeare in sfeervolle tuinen bij buitenplaatsen en landgoederen. Regisseur Silvia Andringa is de enige vrouw in een toneelgezelschap dat uitsluitend uit mannen bestaan, net zoals in Shakespeares tijd. Eerder dit seizoen speelden ze Hamlet, nu Macbeth. De naam King’s Men is ontleend aan de gelijknamige groep uit het Engeland van de zeventiende eeuw, The King’s Men, een voortzetting van Lord Chamberlain’s Men waaraan Shakespeare was verbonden. Shakespeare alom dus bij Macbeth die ook nog een ondertitel heeft, Wie speelt Macbeth? 

De opvoering vindt plaats onder een soort oerboom in de tuin van Huize Almelo in Almelo. Uitstekende locatie is dat; onder de boom liggen stukken hout, herfstbladeren en grillige boomtakken. Het publiek zit onder het dak van een tent en heeft uitzicht op het speelveld met verderop de fraaie, adellijke buitenplaats.

De vier spelers, gekostumeerd door de enige andere vrouw Elze van den Akker, dragen helemaal op zijn Schots zwarte rokken, hemden, zware soldatenlaarzen. Ze ogen ruig en onbesuisd. Her en der onder de boom staan zwarte tonnen, waarin elke speler zijn kostuums en rekwisieten heeft verborgen, als de kleedkisten van een reizend gezelschap. Een mooie vondst, zoals er tal van mooie theatrale vondsten in deze enscenering zitten. De acteurs spreken in vier talen: Engels, Nederland, Duits en Twents (tenzij je dit een dialect wilt noemen). Moeiteloos wisselen ze van de ene taal in de andere, waarbij de meest onvertaalbare passages echt Engels blijven. Meteen de entree van de drie heksen bewijst hoe slim en goed dat werkt: de ene heks spreekt Nederlands, de andere Duits en de derde het Engels van Shakespeare. De heksen dragen grijze pruiken en hun verleidingsact dat Macbeth koning zal worden laten ze vergezeld gaan van sissende, temende en fluisterende stemmen.

De bekende tragedie van Macbeth en de Lady die hem opstookt en opstoot naar het koningschap wordt gebracht met vaart en man’s power. In de bewerking valt een aspect op, dat ik niet eerder zag: de vraag Wie speelt Macbeth? blijkt wel degelijk een dramatische te zijn. Want op een gegeven moment, als het gruwelijke moorden van Macbeth na de eerste moord op koning Duncan een aanvang neemt, dan weigert de ene na de andere speler de kwalijke rol van Macbeth op zich te nemen. Dat is een mooi gegeven en hiermee koppelt de regie de moordlust los van het personage. Alsof het doden een kracht is die buiten de mens om gaat.

Dus gaat de kroon van hand tot hand, dus slaat de ene acteur na de andere het koningskleed van Macbeth om en slaat hij aan het doden, onder wie Banquo, aanvankelijk zijn handlanger en vriend, tevens de man die getuige is van de heksenvoorspelling. Na het bloedbad komt de wroeging, niet alleen bij Macbeth, ook en vooral bij Lady Macbeth. Dit laatste levert de mooiste scène op, waarbij de kracht van de locatie een rol speelt: de acteur die de Lady vertolkt, met niet meer dan los kapsel en een gewaad om haar vrouwelijke verschijning te markeren, komt op met een brandende kandelaar. Ze probeert haar handen te reinigen van het geronnen bloed, ze lijdt aan wanen en nachtmerries. Het is spookachtig mooi te zien hoe zij door de nachtelijke tuin dwaalt.

En nu we het toch over de tuin hebben: in de al even prachtige scène met het oprukkende, wandelende woud van Birnam liggen de takken voor het grijpen. Op humoristische wijze geven de acteurs aan hoe dat werkt, zo’n wandelend woud van soldaten onder aanvoering van de Engelse graaf. Vervolgens klieven de soldaten met bijlen de houtblokken in stukken, in opperste gevechtskracht. Macbeth wordt verslagen.

De vier acteurs die Macbeth brengen doen dat met verve. Zij zijn Jan Sturmius Becker, Christian Cadenbach, Laurens ten Den en Marcell Kaiser. De dreigende soundscape is van Matthijs Hage. Dat wandelende bos krijgt in deze versie grote nadruk en terecht: dan blijkt de verwoestende kracht van oorlogszucht. Deze Macbeth door de King’s Men is ook een spel met taal. Als de dokter komt om de diagnose van de slaapwandelende Lady te stellen, dan moet hij telkens zijn zinnen vertalen, dan in het Nederlands, dan in het Duits, Twents of Engels. Dat levert een vreemd soort potjeslatijn op als lichte accenten in een diepduister drama.

Foto: Vera Koers