In Many Hands is een ritueel dat de zinnen op scherp zet. In deze participatieve performance van Kate McIntosh leren we vooral de handen kennen van onze buren. Zelfs in het donker weten we ze te vinden. Tactiele intimiteit creëert speelse saamhorigheid.

De voorstellingen van Kate McIntosh (NZ, Be) staan doorgaans garant voor een portie zintuiglijkheid. Steeds meer zoekt zij daarin ook naar de publieksparticipatie. In Worktable (2011) mochten we objecten slopen en demonteren om vervolgens van de resten weer nieuwe originele objecten te creëren. In All Ears (2014) werd het theater een laboratorium en spitste McIntosh zich toe op geluid, het publiek creëerde zonder het te weten zelf de soundscape van die avond. In Many Hands heeft een meer transparante aanpak, in elk geval in het eerste deel, waaraan we na onze handen gewassen te hebben aan drie lange tafels zitten, die als een driehoek staan opgesteld in de ruimte.

Aan elke tafel onttrekt zich een ritueel waarin we elkaars handen eerst voorzichtig af- en betasten en daarna van hand naar hand verschillende objecten laten passeren. Eerst ‘voelen’ we een reeks verschillende stenen. Sommige zijn licht, anderen zwaar – rond of venijnig puntig, van hand tot hand worden ze overgeheveld. De dramaturgie wordt bepaald door plotse onverwachtheden, zoals stenen die geen stenen blijken te zijn, maar er wel op lijken. Gaandeweg wordt de reeks objecten specifieker, vaak zijn het ‘dingen’ die we wel herkennen, maar nooit aanraakten. Vaak zijn ze in de natuur te vinden.

De hand van je buurman of vrouw betasten, zelden was een voorstelling zo intiem. De gêne van de aanraking is vrijwel direct doorbroken en dient de zintuigelijke ontdekkingsreis. Het is wonderlijk te zien hoe de simpele setting zoveel saamhorigheid oproept. Gaandeweg het ritueel klinkt hier en daar gegiechel, sommige substanties – vage hoopjes materiaal – wekken duidelijk hilariteit op. En zo schuilt er in dit kleinood ook genoeg humor. De handeling eindigt ten slotte met het wassen van de de handen, die net als het schilderachtige ’tafellaken’ vol sporen zitten van de gepasseerde objecten.

Het tweede deel kent een theatraler uitgangspunt, maar is daarmee niet perse sterker, integendeel. Na deel een verplaatsen we ons en zitten we naast weer nieuwe buren. Op aangeven van de voorstellingsleiders betasten we opnieuw elkaars handen, maar dan anders, volgens een specifieke choreografie. We trommelen op de tafels en belanden daarna in een spel dat me doet denken aan de verjaardagsfeestjes uit mijn kindertijd, waarin ik geblinddoekt dingen moest betasten en proeven. Vooral ook de geluiden die de deelnemers door de spanning zelf voortbrengen zijn herkenbaar.

Langs onze handen komen weer objecten voorbij, ze lijken een verhaal te willen vertellen en zijn soms met elkaar verbonden. We ontdekken het nu op de tast. Uiteindelijk transformeert de gehele ruimte dankzij een ingreep van materialen. Het voelde wat geforceerd aan, dit tweede deel, dat groeide van een intieme tast-ervaring naar een theatrale, ruimtelijke ervaring. Alsof McIntosh het theater toch niet los kon laten. Beklijven doet vooral het gemeenzame ritueel van het eerste deel van In Many Hands.

Foto: Dirk Rose