Het begint met een chagrijnige portier en een verdwaald kind. Het eindigt ruim twee uur later met acteur Joep Hendrikx in een beverpak. Welkom in Hotel Informatie, dat precies biedt wat de ondertitel belooft: ‘een klucht voor 148 personages en 2 bevers op rolschaatsen’. Klinkt verwarrend? Dat is het ook. En gek genoeg ook juist helemaal niet.

Ondanks al die personages en de bijbehorende verkleedpartijen, die zich naarmate de voorstelling vordert ook nog eens in steeds hoger tempo voltrekken en meer en meer voor het oog van het publiek, is de plot betrekkelijk eenvoudig. Precies zoals het een klucht betaamt. Er is sprake van al dan niet vermeend overspel, tweelingbroers die voor elkaar worden aangezien, een dokter en een priester ontbreken evenmin, net zoals de obligate en banale grappen die daarbij horen. En uiteraard roept iemand halverwege: ‘Wat is hier toch gaande?’

Maar als iets onbelangrijk is in Hotel Informatie, dan is het wel de plot. Hoewel het lijkt alsof het merendeel van de 148 personages slechts een minieme rol in het echte verhaal speelt, dragen juist zij de voorstelling. Stuk voor stuk overstelpen ze het publiek met informatie, verliezen zich voortdurend in volkomen nutteloze feiten, zoals een eindeloze rij varianten op het begrip ‘communiceren’ of quasi-filosofische beschouwingen die alleen maar afleiden. Ook de visuele en vaak behoorlijk fysieke humor is niet direct bedoeld om aan het lachen te brengen, maar is te vergelijken met de ontelbare filmpjes die we via Facebook en Twitter dagelijks over ons krijgen uitgestort.

Voor aanvang wordt aan het publiek gevraagd de smartphones uit te schakelen, maar tijdens Hotel Informatie is de overdaad aan nuttige en vooral niet nuttige informatie met geen mogelijkheid uit te schakelen. In hoog tempo denderen én meanderen de vijf spelers door, schijnbaar oeverloos. En zelfs als de voorstelling lijkt afgelopen, gaat het nog een kwartiertje door. Ditmaal met alle informatie die ons nog was onthouden.

Een even krankjorum als in deze context volkomen logisch einde dat doet denken aan het slot van de al even absurde jeugdopera Hondenhartje, waarvoor schrijver Erik Bindervoet ook (mede)verantwoordelijk was. Zijn voorliefde voor het vermengen van ‘hoge’ en ‘lage’ cultuur duikt eveneens nadrukkelijk op in Hotel Informatie: Shakespeare gaat hier hand in hand met John Lantings Theater van de Lach. En heel veel meer.

Wie Lotte Dunselman en Anna Schoen al wat langer volgt, herkent ook elementen uit eerdere producties van tgECHO. Van het absurdistische taalgebruik in Botten tot het spelen met wat nu eigenlijk normaal is in Burgerlijke schemering. Ook de kritiek op de bio-industrie van Stel je bent een koe heeft een plaats in Hotel Informatie gekregen. In al deze voorstellingen bepaalt de inhoud de vorm en dat is ditmaal niet anders. Het is daarom een bewuste keuze dat Hotel Informatie aan de lange kant is.

Dat alle acteurs – naast de eerdere genoemden schmieren ook Ellen Goemans en Ella Kamerbeek er heerlijk op los – de enorme hoeveelheid tekst moeiteloos brengen, verdient alle lof en dat zij het verkleedschema dat op hogere wiskunde lijkt feilloos tot een goed einde brengen is een prestatie van formaat.

Toch wringt het: deze voorstelling verenigt wat eerdere voorstellingen van tgECHO zo goed maakten moeiteloos, maar al te moeiteloos. De vele taalgrappen van Bindervoet zijn amusant, maar hier ook te dominant en vooral een herhaling van slimme zetten. Ondanks alle ontregeling, spelen alle makers op veilig terrein. Hierdoor ontbeert Hotel Informatie het confronterende van Stel je bent een koe en de diepere laag van Burgerlijke schemering en is een nette illustratie van het uitgangspunt – al blijft ‘net’ bij tgECHO gelukkig een rekbaar begrip.

Foto: Sanne Peper