Vreugde en intensiteit tijdens het Holland Dance Festival, want Ailey II, het jongerengezelschap van het New Yorkse Ailey ‘imperium’ bestaat vijftig jaar. Dat wordt gevierd met een avond van betekenisvolle choreografieën. Tijdens dit eerste bezoek aan Nederland wordt er bovenal indruk gemaakt met het meesterwerk Revelations.

Ten tonele verschijnt Francesca Harper, de artistiek directeur van Ailey II. Ze spreekt opgewekt met het publiek over het programma The Next Generation of Dance en haar connectie met Ailey, waar ze haar danstraining als klein meisje begon. Voor wie (nog) niet bekend is met het Ailey gezelschap: het moderne theaterdansgezelschap Alvin Ailey American Dance Theater werd in 1958 door Alvin Ailey opgericht in New York. Zijn intentie was om een gezelschap op te zetten dat zou bijdragen aan de verrijking van het Amerikaanse moderne danserfgoed en het vieren van het unieke karakter van de Afro-Amerikaanse cultuur. Het juniorgezelschap van Alvin Ailey American Dance Theatre, Ailey II, fungeert als brug tussen The Ailey School en de professionele danswereld.

Ailey’s choreografieën hebben veelal een ritualistische betekenis. Deze rode draad is ook terug te zien in de werken van andere choreografen die Harper heeft geprogrammeerd, waaronder Takademe van Robert Battle, de artistiek directeur van het eerste gezelschap.

De avond begint met Harpers Freedom Series, haar inaugurele choreografie bij het gezelschap in 2021. Ze vertelt dat de dans gaat over herinneringen: aan haar overleden moeder, aan haar danscarrière en aan wat mensen aan elkaar verbindt. Ook vertelt ze dat het eigenlijk toch gaat over identiteit en het gevoel onderdeel te zijn van een gemeenschap.

De dansers verschijnen met een bal in hun handen die licht geeft. Die lichtballen zijn de protagonist van het stuk. Als er iemand op de grond ligt, bewegen de andere dansers er vloeiend naartoe en verlichten ze de persoon op de grond door met de lichtbal naar hen te reiken. Dit lijkt te symboliseren dat wanneer je down bent maar je steun krijgt van de mensen om je heen, je er weer bovenop kan komen. Een beetje sprookjesachtig.

Met het lange professionele trackrecord van Harper had ik meer verwacht. Ondanks mooie bedoelingen komt het werk niet uit de verf. De choreografie lijkt vervangbaar. Het zijn de soort standaard bewegingen als been in de lucht, draai, ren over het podium, die de creatieve visie die er allicht achter ligt niet tot hun recht laten komen. De titel van het werk is eveneens dubieus. In welke zin gaat het stuk over vrijheid? Er zijn veel ingangen gecreëerd, maar ik miste een artistiek interessante output.

Alleen op een enorm toneel. De Nederlands-Surinaamse danseres Maggy van den Heuvel danst Robert Battles Takademe (1999). Dit doet ze met uitmuntende muzikaliteit en prachtige sensibiliteit voor de choreografie. Het publiek lacht op verschillende momenten wanneer ze theatrale expressie laat zien door bijvoorbeeld een ver uitgestoken nek en ogen die afzonderlijk van het gezicht een andere richting opkijken.

Battles choreografische signatuur is te zien door de ritualistische bewegingen en de humor in de timing van muziek en dans. Er wordt gespeeld met Indiase Kathak dansritmes op muziek van Sheila Chandra. De keuze voor Kathak – afgezien van hoe mooi de klanken en bewegingsinvloeden zijn – is onhelder. 25 jaar geleden was het gesprek over culturele appropriatie nog niet in gang gezet. De inspiratie van Denishawn – een choreografen duo, Ruth St. Denis en Ted Shawn, dat moderne dansstukken maakte gebaseerd op bijvoorbeeld Balinese dans – liep nog actief door jonge dansers en makers in het New York van toen.

Desalniettemin is het een prachtig en snel stuk van drie minuten. Als een vurige, doch kalme wervelvind, vult Van den Heuvel de zaal met haar energie. Ze wordt enthousiast door haar ‘fanclub’ toegejuicht. Wat een prachtig ‘homecoming’ moet dit voor haar zijn.

Hierop volgt het intrigerende dansstuk van William Forsythe, Enemy in the Figure (1989). Dansers in zwarte broekpakken met slingerende franjes zwiepen afwisselend in solo’s en synchrone danspassen over het podium. Gebruikmakend van de elektronische percussiemuziek van Thom Willems is er een suspended dynamiek. Hierbij wordt een beweging snel aangezet en daarna als het ware uitgesmeerd. Er is ook een deel in de choreografie waarbij het volume van de muziek afneemt en de bewegingen vertragen, maar op zo’n subtiele manier dat er een trancestaat ontstaat.

Revelations is een stuk dat bestaat uit drie delen opgedeeld in sub-delen. Ailey, die opgroeide in het gesegregeerde Texas, maakte Revelations in 1960 om de pijn en strijd van de voormalig tot slaaf gemaakte Afro-Amerikanen te laten zien, maar ook om vreugdevolle momenten van het leven te delen.

In de eerste akte, Pilgrim of the Sorrow, gaan de referenties van muziek en dans over het religieuze aspect van het leven in the south. In het eerste stuk, I Been ‘Buked, maakt het twaalfkoppige gezelschap indruk door de choreografie die met zo’n precisie en intensiteit wordt opgevoerd dat je er ademloos van wordt. Met diepe, wijde kniebuigingen, gestrekte armen en trage tempi wordt het lijden getoond.

Wade in the Water, onderdeel van akte twee Take Me To the Water, spreekt tot menigeens beleving. De twee simpele blauwe doeken die vanuit de coulissen worden bewogen stellen het water voor. Het prachtige beeld van de danseres met een witte parasol in de ene hand en de golfachtige bewegingen met haar andere arm en bovenlijf blijft bij.

In de derde akte Move, Members, Move is de vreugde voelbaar in het stuk Rocka My Soul in the Bosom of Abraham. De vrouwen zijn gekleed in gele jurken, in een stijl typerend voor de jaren zestig van de vorige eeuw in Texas. Speels dansen ze met de mannen.

Soms denk ik dat repertoire dansgezelschapen obsoleet zijn. Gelukkig herinnert Ailey II me aan het volledig tegenovergestelde. Dit gezelschap is een noodzaak, een vreugde, een must-see. En het is prachtig om zo helder de Graham en Horton moderne danstechnieken te kunnen terugzien in de danswerken. Revelations is simpelweg iets dat ervaren moet worden. De legacy leeft voort.

Foto: Nir Arieli